Antwoord op kamervragen over agressie en geweld tegen de politie

Vragen van het lid Çörüz (CDA) over agressie en geweld tegen de politie, ingezonden 14 november 2008.

1. Vraag

Heeft u kennisgenomen van het bericht over de presentatie van het rapport ‘Agressie en geweld tegen politiemensen in de basispolitiezorg’? 1)

1. Antwoord

Ja

2. Vraag

Deelt u de mening dat de uitkomsten van het onderzoek, waaronder een stijging van 600% van het aantal beledigingen van politieambtenaren en negen van de tien agenten worden geconfronteerd met burgergeweld, ernstig is?

2. Antwoord

Ja, elke vorm van geweld gericht tegen medewerkers met een publieke taak, waaronder de politie vind ik ernstig en onacceptabel.

3. Vraag

Bent u bereid, na kennisname van dit onderzoek, de Polaris-richtlijn van het OM aan te scherpen?

3. Antwoord

Zoals wij u hebben gemeld in onze brief van 26 oktober 2006 (Kamerstuk 2006-2007, 28 684, nr. 100), heeft het College van procureurs-generaal de richtlijn Kader voor de strafvordering aangepast en kan de strafeis in zaken waarbij geweld wordt gepleegd tegen een persoon tijdens of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn beroep, met 100% worden verhoogd. Deze richtlijn wordt momenteel geëvalueerd. Zoals aangegeven tijdens het wetgevingsoverleg van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Justitie inzake politie op 10 november jongstleden, worden de resultaten van deze evaluatie tezamen met de onderzoeksresultaten van het rapport ‘Bont en Blauw’ over de wijze waarop zaken van agressie en geweld tegen politiefunctionarissen in het opsporings- en vervolgingsproces zijn behandeld, begin 2009 aan uw Kamer toegezonden, voorzien van een gezamenlijke beleidsreactie.

Ik verwijs u tevens naar het antwoord op vraag 3 van de leden Çörüz en Van Haersma Buma over onvoorwaardelijke gevangenisstraf in geval van bedreiging en mishandeling tegen politieagenten en andere hulpverleners (vraagnummer 2008Z04846 / 2080903380).

4. Vraag

Heeft de politie als bewakers van de veiligheid in de samenleving ook voldoende mogelijkheden om zichzelf te beschermen in de uitoefening van haar taak? Zo ja, hoe verklaart u dan de cijfers van het onderzoek? Zo neen, bent u bereid om die mogelijkheden uit te breiden?

4. Antwoord

In zijn algemeenheid kan gesteld worden dat de politie op dit moment voldoende mogelijkheden heeft om zichzelf te beschermen. Er wordt bij voortduring gezocht naar verbeteringen hierop. Op dit moment een onderzoek gaande naar de effecten van de Regeling Toetsing Geweldsbeheersing. Deze regeling beschrijft aan welke eisen politiemensen moeten voldoen om gebruik te mogen maken van de beschikbare geweldsmiddelen. De resultaten van dit onderzoek wil ik eerst afwachten. Uit het door u geciteerde rapport is niet af te leiden dat het hier gaat om een absolute toename van geweld gericht tegen de politie. Onderzoekers merken op dat aandacht voor dit onderwerp, het aanscherpen van het beleid, een lagere tolerantiegrens en een betere registratie redenen kunnen zijn van deze hoge stijging.

5. Vraag

Bent u bereid deze vragen vóór het begrotingsdebat Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van volgende week te beantwoorden?

5. Antwoord

Gelet op korte termijn van beantwoording is dat niet mogelijk gebleken. Mijn reactie op het onderzoeksrapport zend ik u voor het eind van 2008 toe.

1) ‘Vuile tyfusagent’, de Volkskrant, 13 november 2008