Beantwoording kamervragen inzake de PIN-infrastructuur

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA 'S-GRAVENHAGE

Ons kenmerk FM/2008/3178 U

Uw brief (kenmerk) 2008Z08515 / 2080907060

Betreft Kamervragen over de Pin-infrastructuur

Geachte voorzitter,

Hieronder treft u de antwoorden aan op de vragen van de Kamerleden Gesthuizen en Irrgang (beiden SP) over de Pin-infrastructuur die mij werden toegezonden bij brief van 5 december 2008, onder nummer 2080907060. Deze vragen beantwoord ik mede namens de minister van Economische Zaken.

Vraag 1

Wat is uw mening over het bericht "Pin-infrastructuur instabiel" [1]?

Vraag 2

Deelt u de in het artikel gemaakte analyse, namelijk dat de in 2004 ingezette liberalisatie en introductie van marktwerking de elektronische betaalinfrastructuur minder betrouwbaar heeft gemaakt? Zo neen, waarom niet?

Vraag 3

Bent u voornemens om hier - zeker met het oog op het grote aantal pin-transacties in december - iets aan te gaan doen? Zo ja, wat? Zo neen, waarom niet? Welke mogelijkheden heeft u om op deze markt in te grijpen?

Vraag 4

Deelt u de in het artikel gemaakte analyse dat het opknippen van het takenpakket van Interpay in drie diverse domeinen, die ook nog aangeboden worden door verschillende partijen, het complete proces nodeloos ingewikkeld gemaakt heeft, waardoor het systeem minder betrouwbaar blijkt? Zo neen, waarom niet?

Vraag 5

Bent u bereid en in staat een overzicht te sturen van het aantal PIN-storingen, uitgesplitst over de afgelopen jaren?

Antwoord vragen 1 t/m 5

In het bericht "Pin-infrastructuur instabiel" staat dat het aantal incidenten in de pinbetaalketen een hoogtepunt heeft bereikt in de afgelopen maand november. Uit het aantal meldingen van storingen dat is binnen gekomen bij Currence blijkt dat er in de maand november inderdaad relatief gezien meer storingen zijn geweest bij het betalen met PIN. Uit deze cijfers blijkt echter ook dat de beschikbaarheid van PIN nog steeds zeer hoog was, tussen de 99,5% 99,9%, afhankelijk van het tijdstip.
De kleine teruggang in beschikbaarheid in november is veroorzaakt door een samenloop van technische omstandigheden, waaronder de voorbereidingen om over te gaan van kaartbetalingen met een magneetstrip naar kaartbetalingen met een veiliger EMV-chip.
Deze technische omstandigheden, die onder andere noodzakelijk zijn met het oog op de veiligheid van het elektronische betalingsverkeer, staan los van de introductie van de marktwerking en hadden ook kunnen optreden als alle taken nog bij Interpay hadden gelegen.

Mij is niet gebleken dat er sinds de introductie van marktwerking een toename is van het aantal storingen. Ik deel derhalve niet de mening in het artikel dat de elektronische betaalinfrastructuur minder betrouwbaar is geworden door de introductie van marktwerking in 2004 en het opknippen van het takenpakket van Interpay.

Ik kan mij voorstellen dat het zeer vervelend is als er storingen plaatsvinden bij betaalautomaten. Hoewel het gaat om niet gepubliceerde cijfers van Currence, lijkt het aantal storingen dat plaatsvindt, ondanks de kleine teruggang in november, echter nog steeds zeer klein op dit moment. Met het aantal PIN-transacties dat jaarlijks plaatsvindt en de technische aanpassingen die daarvoor soms moeten worden verricht is het mogelijk dat er een enkele keer een storing is. Om dit risico zo klein mogelijk te maken voor deze decembermaand heeft Currence, als eigenaar van PIN, besloten dat geen van de betrokken partijen in het PIN-proces tot 5 januari aanstaande aanpassingen mag doen aan zijn systeem.
Het risico dat er in deze decembermaand PIN-storingen zullen zijn is dan ook niet groter dan elke andere maand van het jaar of de maand december in elk ander jaar. Gelet op de al getroffen maatregelen door de betrokken partijen zie ik geen aanleiding om in te grijpen.

Overigens heeft de Stichting Bevorderen Efficiënt Betalen[2] opdracht gegeven een onderzoek uit te voeren naar de complexiteit in de keten van het elektronisch betalingsverkeer. Naast onderzoek naar het voortraject om gebruik te kunnen gaan maken van debetkaartbetalingen, zal bij dit onderzoek tevens worden ingegaan op de storingen die kunnen optreden bij het pinnen en de oorzaken daarvan. Het onderzoek zal leiden tot aanbevelingen voor de hele elektronische betaalketen. Bij dit onderzoek zou onder andere meegenomen kunnen worden de notie in het genoemde bericht uit de Automatisering Gids dat betrokkenen niet altijd goed op de hoogte zijn wie hun aanspreekpunt is als zij te maken hebben met een PIN-storing. Het onderzoek zal in de eerste helft van 2009 worden afgerond.

Vraag 6

Heeft de dialoog, waarvan de minister van Financiën in het AO financiële dienstverlening van 3 september 2008 aangaf dat deze gaande was tussen de banken en met name de detailhandel over PIN en de EMV-chip inmiddels tot uitkomsten geleid? Zo ja, wat zijn de uitkomsten?

Vraag 7

Bent u, nadat in datzelfde AO de minister van Financiën heeft aangegeven op dat moment niet te willen "wroeten" in de dialoog tussen banken en detailhandel, bereid zich wel met de dialoog te bemoeien indien de uitkomsten daarvan teleurstellen? Zo ja, hoe definieert u een teleurstellende uitkomst en wat bent u dan van plan concreet te doen?

Antwoord vragen 6 en 7

Voorop moet wat mij betreft staan dat de huidige efficiëntie van het Nederlandse betalingsverkeer en het nog steeds toenemende gebruik van debetkaartbetalingen niet in het geding komen. De uitkomsten van de dialoog tussen de banken en de detailhandel zouden zeer teleurstellend zijn indien dit wel het geval zou zijn.
De dialoog heeft tot nu toe geen uitkomsten opgeleverd. Vooralsnog zie ik echter geen aanleiding me te mengen in deze dialoog. Mocht hier wel aanleiding voor ontstaan of mochten de uitkomsten van de dialoog bekend zijn, dan zal ik u daar nader over informeren.

Hoogachtend,

de minister van Financiën,

Wouter Bos

[1] Automatisering Gids, 28 november 2008.
[2] De Stichting Bevorderen Efficiënt Betalen is opgericht bij de totstandkoming van het Convenant Betalingsverkeer 2005 en heeft als doel om elektronisch betalen te stimuleren, zowel bij ondernemers als bij consumenten.