Antwoorden op kamervragen van het Kamerlid Van Gerven over het bericht dat winst uit vastgoedtransacties in de zorg vrij besteed mag worden

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

22 december 2009

DMC-K-U-2897266

Geachte voorzitter,

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van Van Gerven (SP) over Het bericht dat winst uit vastgoedtransacties in de zorg vrij besteed mag worden (2080906200).


Hoogachtend,
de Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,

dr. A. Klink

Vraag 1

Wat is uw reactie op uitspraak van de Raad van State dat de winst uit vastgoedtransacties niet meer per definitie hoeven terug te vloeien in de zorg zelf? 1)

Vraag 2

Deelt u de mening dat dit een onwenselijke uitkomst is? Zo ja, welke maatregelen gaat u nemen? Zo neen, waarom niet? Bent u bereid de Wet Toelating Zorginstellingen (WTZi) aan te passen dat ook vastgoedtransacties onder het winstverbod komen te vallen?

Antwoord 1 en 2

De uitspraak van de Afdeling rechtspraak van de Raad van State heeft tot gevolg dat het voorschrift – verbonden aan alle WTZi-toelatingen - tot behoud van waarde van onroerende zaken voor zorg geen rechtskracht heeft.
De overwegingen van de Raad van State waren geheel juridisch van aard en hebben geen betrekking op het door mij gevoerde beleid, dat de waarde van onroerende zaken behouden moet blijven voor zorg. Dit beleid blijft dan ook onverkort van kracht.
Op dit moment zijn er daartoe nog andere publieke en private waarborgen aanwezig.
Op grond van artikel 18 WTZi blijft goedkeuring vooraf door het College Sanering Zorginstellingen (CSZ) vereist voor transacties met onroerende zaken die na de transactie blijvend niet meer voor zorg worden gebruikt. Dit waarborgt dat in die gevallen geen weglek uit de zorg kan plaatsvinden.
Ook het Waarborgfonds voor de Zorg (WfZ) moet vooraf goedkeuring verlenen aan vastgoedtransacties, indien sprake is van door het Wfz geborgde leningen of indien sprake is van uitvoering van de Rijksgarantieregeling 1958.
Het door mij ingezette beleid richting integrale tarieven is een prikkel voor instellingen om de marktwaarde te bedingen bij transacties met onroerende zaken en de opbrengst te besteden aan zorg.
Inmiddels is wetgeving in voorbereiding zodat de door de Raad van State gewenste wettelijke grondslag er wel komt. Over het voorstel Wet cliëntenrechten zorg bent u geïnformeerd met brief TK 2007-2008 31476, nr. 1.
In de tussentijd verwacht ik dat het merendeel van de zorginstellingen de marktwaarde zal bedingen bij transacties met onroerende zaken en de opbrengst niet anders zal besteden dan aan zorg. Vaak kunnen instellingen ook niet anders omdat hun statuten dat bepalen.
In overleg met het College Sanering Zorginstellingen en de Nederlandse Zorgautoriteit bezie ik op korte termijn de mogelijkheden voor aanvullende waarborgen voor de periode tot aan inwerkingtreding van de gewenste wettelijke grondslag.
Het verbod op winstoogmerk uit de WTZi is op dit ogenblik van toepassing op intramurale instellingen in zowel de cure- als de care-sector. Zorginstellingen die vastgoedtransacties plegen zijn in overwegende mate intramurale instellingen waarvoor dus het verbod op winstoogmerk al van toepassing is.


Vraag 3

Wanneer kan de Kamer uw reactie op het advies van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) over winstexperimenten in de zorg verwachten?

Antwoord 3

Ik zie het advies van de NZa als één van de bouwstenen voor afwegingen in het kader van toekomstig beleid rond het thema winst in de zorg. Een besluit over winstexperimenten in de zorg staat niet op zichzelf maar dient te worden geplaatst in een breder kader, zoals kwaliteit en transparantie van de zorg en het toezicht daarop. Er zijn dan ook meer bouwstenen nodig dan alleen het NZa-advies. Het is mijn voornemen om hierover uiterlijk in het voorjaar (2009) een brief naar de Tweede Kamer te zenden.

1) Het Financieele Dagblad, 24 november 2008