ZZP-indicatiebrief van de heer S.B.

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

22 december 2008

DLZ-CB-2883437

Geachte voorzitter,
Naar aanleiding van de brief van de heer S. B. over de gevolgen van de invoering van de ZZP-indicatie voor het genoemde ouderinitiatief bericht ik u als volgt.

Het is mijn intentie zoveel mogelijk te zorgen voor een gelijke situatie voor mensen met een verblijfsindicatie of ze nu kiezen voor verzilvering in natura of in de vorm van een pgb. Het is mij bekend dat er veel zorgen bestaan bij budgethouders en bij verschillende soorten kleinschalige (ouder)initiatieven over de vraag wat een omzetting van een indicatie van functies en klassen naar een zorgzwaartepakket betekent voor de hoogte van een pgb.

De financiële effecten van de invoering van de zorgzwaartepakketten voor de op basis van pgb gefinancierde ouderinitiatieven en Thomashuizen zijn in 2009 op macro-niveau beperkt. De bestaande overgangsregeling voor pgb-ers met een verblijfsindicatie wordt tot eind 2009 verlengd. Voor cliënten die al een pgb hebben en na 1-7-2007 zijn of worden ge(her)indiceerd voor langdurig verblijf betekent het dat, indien dat voor de cliënt gunstig is, het zorgkantoor het pgb aanvult tot het niveau van voor de (her)indicatie voor langdurig verblijf. Hierbij krijgt deze groep budgethouders in 2009 te maken met een maximale korting van 2% van hun budget, net als natura instellingen, om hen op deze wijze alvast toe te laten groeien naar de nieuwe situatie. Bestaande budgethouders krijgen dus in 2009 een budgetgarantie van 98% van het huidige pgb. Voor pgb-houders die op basis van een ZZP-indicatie een hoger pgb ontvangen dan voorheen, geldt het hogere pgb.

Met de hiervoor genoemde overgangsmaatregel zullen de financiële effecten voor Thomashuizen en ouderinitiatieven op macro-niveau in 2009 beperkt zijn. Op micro-niveau kunnen er (ook vanwege de soms beperkte schaalomvang) mogelijk wel problemen zijn. Ik ontvang signalen dat vele ouderinitiatieven zich zorgen maken en mogelijk in de problemen kunnen komen door de invoering van zorgzwaartepakketten. Ik neem deze signalen zeer serieus en zal ook hier zeer nauwlettend de effecten in beeld brengen. Doordat de financiële effecten in 2009 gering zijn, is er tijd om te onderzoeken wat de gevolgen zijn voor de ouderinitiatieven en de Thomashuizen. Ik kan daarmee in 2009 onderzoeken hoe ik een goede invulling kan geven aan de redelijke overgangstermijn (van 3 jaar) waarin cliënten geleidelijk kunnen wennen aan het nieuwe budget dat hoort bij een ZZP-indicatie.
Ik heb afgesproken om in overleg met het Landelijk Steunpunt Wonen en Per Saldo de gevolgen voor de ouderinitiatieven exact in beeld te brengen. Een soort maatwerkregeling die geldt voor zorginstellingen (met een op- of afbouw van het budget van meer dan 13%), wil ik ook hanteren voor deze ouderinitiatieven.
Met de invoering van de zorgzwaartebekostiging wordt nog eens duidelijk dat initiatieven met een zeer kleinschalig karakter (bijvoorbeeld met 4 tot 5 bewoners) zeer kwetsbaar zijn en dat er een grens is aan datgene wat doelmatig kleinschalig gerealiseerd kan worden. Deze kwetsbaarheid staat los van de invoering van de zorgzwaartebekostiging. Bij nieuwe ouderinitiatieven die worden opgezet, wordt veelal rekening gehouden met deze kwetsbaarheid en is de schaalomvang over het algemeen wat groter dan bij de oudere initiatieven. Omdat ik meevoel met de kleinschalige ouderinitiatieven die in het verleden ook zijn opgezet zal ik in overleg bezien welk perspectief ook in de toekomst kan worden geboden danwel hoe de bedrijfsvoering aangepast moet worden, indien blijkt dat de continuïteit in gevaar komt. In het AO Zorgzwaartebekostiging van 20 november 2008 heb ik aangegeven, dat bestaande initiatieven niet mogen omvallen.

Voorts zal ik actieve ondersteuning bieden aan de bestaande en nieuw te vormen initiatieven. Deze ondersteuning zal zich richten op het verstevigen van de financiële continuïteit en de bedrijfsvoering van deze initiatieven. Gelijk aan de inzet van ZZP-support teams voor de ‘grote’ intramurale instellingen, zal ik een soortgelijk team opzetten ter ondersteuning van de ouderinitiatieven. Een en ander zal gebeuren in nauwe samenspraak met het Landelijk Steunpunt Wonen.

De heer B. ontvangt een afschrift van deze brief.

Hoogachtend,
de Staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,

mw. dr. J. Bussemaker