Jaarcongres salarisadministraties

Speech ter gelegenheid van het congres van salarisadministraties op 27 november 2008.

Dames en heren,

De economische vooruitzichten zijn niet best. Juist dan is het belangrijk om positieve ontwikkelingen te blijven zien en te benoemen. Want die zijn er wel degelijk. Neem de starters. Begin deze maand werd er weer een landelijke startersdag door de Kamers van Koophandel georganiseerd. De opkomst was enorm. De kamers verwachten dat het aantal starters ten opzichte van vorig jaar zo'n tien procent gaat toenemen. In Den Haag en Amsterdam liggen de groeicijfers al meer dan 15 procent hoger dan vorig jaar. Vooral vrouwen en 60 plussers wagen de stap. Wat hen kenmerkt is hun enorme drive. De slechtere economische vooruitzichten weerhouden hen niet hun plannen door te zetten.

[Ambitie kabinet]

Ik ben blij met deze ontwikkeling. Het ondernemerschap is de pijler onder onze economie. Ondernemers zorgen voor innovatiekracht en werkgelegenheid. Juist nu de economische groei afneemt, is het van het grootste belang het ondernemerschap te steunen. Dit doen we als kabinet door het treffen van fiscale maatregelen. Maar vooral ook door het vereenvoudigen van de regelgeving. Ondernemers moeten zo min mogelijk last hebben van regels. Op die manier hebben ze zoveel mogelijk tijd te doen waar ze goed in zijn. En dat is ondernemen. Een goed functionerende Belastingdienst is een voorwaarde om van de administratieve lastenverlichting echt een succes te maken. Goed functionerend wil zeggen: het berichtenverkeer moet soepel verlopen. De dienstverlening moet toegankelijk en snel zijn. En, ook heel belangrijk: het toezicht moet zo min mogelijk overlast veroorzaken.

Ik heb te weinig tijd om uitgebreid op de ontwikkelingen op het terrein van de automatisering in te gaan. Ik zal vandaag allereerst kort vertellen welke maatregelen we als kabinet treffen om ondernemers te steunen. En als ik het heb over de administratieve lastenverlichting komen we vanzelf op de operatie Sub-Walvis. En op wat de Belastingdienst doet om die loonheffingsketen soepel te laten functioneren. Ik sluit af met de ontwikkelingen binnen het toezicht. Vooral omdat daarbinnen ook voor u een belangrijke rol is weggelegd.

[Belastingplan]

Maar eerst de fiscale actualiteit:

Zoals u weet is deze maand het belastingplan 2009 in de Kamer besproken. In dit belastingplan is het stimuleren van ondernemerschap een speerpunt. U kent waarschijnlijk de belangrijkste maatregelen: We verlagen het MKB-tarief in de Vpb. We zorgen voor een hogere startersaftrek en winstvrijstelling in de IH en we verruimen de faciliteit voor speur- en ontwikkelingswerk. En zeker zo belangrijk: we doen echt iets aan de administratieve lasten. De grens voor de kwartaalaangifte omzetbelasting wordt fors verhoogd. Minder ondernemers hoeven dus elke maand aangifte te doen. Het aanvragen en verlengen van de VAR-verklaring wordt eenvoudiger. En een heel belangrijke maatregel: de Eerste Dag Melding wordt afgeschaft. Destijds is die melding ingevoerd om fraude tegen te gaan, maar de administratieve lasten waren onevenredig hoog. We draaien het nu om. Je hoeft het niet te doen, tenzij je door de inspecteur daarvoor wordt aangewezen. Hij kan daartoe overgaan als er sterke vermoedens van fraude of illegale arbeid zijn. Door het zo op te pakken hoeven de goeden niet onder de kwaden te lijden.

[Vereenvoudiging loonheffing]

Natuurlijk heb ik niet al mijn ambities in dit belastingplan kunnen verwezenlijken. Hoog op mijn lijst staat nog steeds het aanpakken van de zelfstandigenaftrek. In de praktijk gaat hier veel mis. Het urencriterium leidt ertoe dat ondernemers die niet het hele jaar actief zijn, of in deeltijd ondernemen, zich al snel niet kwalificeren. Ook op dat punt wil ik kijken of we tot een bijstelling kunnen komen. Deze maand heb ik een tussenrapportage rond administratieve lastenverlichting naar de Tweede Kamer gestuurd. Daarin geven we aan wat we op het punt van vereenvoudiging nog aan gaan pakken.

Ten eerste: de loonheffing. Het kabinet wil een aantal concrete stappen zetten richting een loonsomheffing. Om tot echte vereenvoudiging te komen is het belangrijk dat de huidige verschillen tussen de loonbegrippen van de verschillende heffingen en premies worden weggenomen. Op die manier komt de weg open te liggen naar een vergaand vereenvoudigd systeem. Welk systeem het wordt is nog object van onderzoek. De besluitvorming voor de volgende stappen zal in het voorjaar 2009 worden gepresenteerd.

[XBRL]

Deze vereenvoudigingen worden nog versterkt door toepassing van XBRL. Dé standaard om gegevens uit te wisselen. XBRL stelt ondernemers in staat gegevens eenmalig te labelen en vervolgens voor verschillende doeleinden te hergebruiken. XBRL heeft op het terrein van jaarrekeningen zijn nut al bewezen. In 2009 zal er een proef worden gedaan met een verkorte winstaangifte voor de vennootschapsbelasting op basis van XBRL. Daardoor kan voor veel ondernemers in het MKB een groot aantal vragen buiten beschouwing worden gelaten. Als deze proef positief uitpakt zal de verkorte winstaangifte algemeen mogelijk worden gemaakt. We streven ernaar zo snel mogelijk ook de loonaangiften met behulp van XBRL mogelijk te maken.

De doelstelling is om uiteindelijk in deze regeerperiode te komen tot een lastenreductie van 25 procent. En dat is niet gemakkelijk. Het gaat om ingrijpende stelselwijzigingen. Een vereenvoudiging betekent in de regel dat er minder maatwerk kan worden geleverd. De gevolgen voor de koopkracht of voor de schatkist zijn meestal groot. Grote wijzigingen gaan daarom vaak niet in é én keer. Bijna altijd is het een kwestie van lange adem.

[Sub-Walvis]

Hoe ingrijpend vereenvoudigingsoperaties kunnen zijn, hebben we ervaren in het loondomein. Sub-Walvis is de grootste vereenvoudigingsoperatie die we ooit in gang hebben gezet. Let wel: we hebben het over vijf grote overheidsspelers. Sociale Zaken en Werkgelegenheid, het CBS, Financiën, UWV en de Belastingdienst. En over ongeveer 650.00 werkgevers en meer dan een miljard gegevens die we aangeleverd krijgen en moeten verwerken. We wisten dat het ingrijpend zou zijn. Maar toch hebben we de problemen nog onderschat. Op korte termijn is SUB voor een groep werkgevers lastenverhogend in plaats van lastenverlichtend. Het dieptepunt hebben we vorig jaar bereikt. Toen werd duidelijk dat er loongegevens in de polisadministratie ontbraken of dat ze van onvoldoende kwaliteit waren. Hierdoor konden we de toeslagen over 2006 niet definitief toekennen. We konden de te veel betaalde zorgpremie niet teruggeven. Het gevolg was dat we een deel van de inhoudingsplichtigen moesten vragen om de jaarloongegevens over 2006 aan te leveren.- helaas. Ook over 2007 was extra uitvraag noodzakelijk. Gelukkig voor een veel kleinere groep. Het ging nu om 32.000 in plaats van 108.000 inhoudingsplichtigen.

[Verbeterslagen]

Inmiddels is er veel gebeurd. We hebben diverse maatregelen genomen om ervoor te zorgen dat er begin 2009 sprake is van een werkende keten. Criterium is dat we de uitvraag weten te beperken tot minder dan 5%. Een van de belangrijkste maatregelen is het invoeren van controles aan de poort van de Belastingdienst. Daar wordt gekeken of de aangiften aan de technische eisen voldoen. Anders worden ze geweigerd. Vooral ook door de goede medewerking van softwareontwikkelaars en inhoudingsplichtigen boeken we hier grote winst. Het aantal foutieve aangiften is beperkt. Het ligt rond 0,15 procent van de ingezonden loonaangiften.

Ook het UWV heeft de inhoudelijke controles op de werknemersgegevens opgevoerd. Een team zit er ook bovenop om kwaliteitssignalen die binnenkomen te analyseren en waar nodig direct actie te ondernemen. Alles is er op gericht problemen zoveel mogelijk aan de voorkant aan te pakken en uitval verderop in de keten te voorkomen.

["loon in, loon over"- problematiek]

We hebben nog een belangrijke hobbel te nemen. Die heeft betrekking op de "loon in, loon over"- problematiek. Werkgevers met een "loon over"-administratie die correcties terugboeken zorgen voor zo'n 100 tot 150 miljoen correctieberichten per jaar. Dat zorgt voor een instabiele polisadministratie. Daarvoor is nu een oplossing bedacht. Die draait erom dat alle correcties in de eerstvolgende aangifte worden meegenomen. Die oplossing wordt nu in overleg met softwareleveranciers uitgewerkt en in maart 2009 in een proeftuinomgeving getest. Als de proef positief uitpakt wordt deze aanpak in januari 2010 ingevoerd. Op die manier gaan voor de werkgevers de administratieve lasten omlaag.

Een stabiel loongegeven is onontbeerlijk. Dat komt doordat we het loongegeven in steeds meer processen hergebruiken. In de IB, bij het berekenen van de teruggave van premies, en in het Toeslagenproces. Daarom kunnen we ons correctie achteraf steeds minder permitteren. Want dan moeten we de afgeleide processen ook opnieuw berekenen. Eventueel te veel betaalde toeslagen moet de Belastingdienst dan terugvorderen. De Belastingdienst heeft gezien hoe ingrijpend dat is. Het invorderen van belastingbedragen is toch heel iets anders dan het terugvorderen van te veel betaalde toeslagen.

[Toezicht loonheffing]

Dat besef heeft geleid tot een andere aanpak van het toezichtsproces rondom loonaangiften. We zijn te laat als we wachten tot de aangifte er is. En als we pas veel later controleren of de gegevens goed zijn. We krijgen alleen stabiele gegevens als we er bovenop zitten. We moeten ervoor zorgen dat de gegevens direct goed binnenkomen. Investeren in kwaliteit aan de voorkant van het proces. De Belastingdienst gaat nu veel proactiever te werk. Niet de aangifte staat zozeer centraal als wel de vraag hoe het loonproces bij de ondernemer is ingericht. De focus is vooral op de afspraken die voor de toekomst gemaakt kunnen worden. Sleutelwoorden zijn "Samen", "In vertrouwen" en "Problemen voorkomen". Het besef is heel sterk dat echte kwaliteitsverbetering er alleen in zit als partijen de handen ineen slaan. Maar als er in de aangiften fouten blijken te zitten, worden die achteraf natuurlijk wel degelijk gecorrigeerd. Het traditionele toezicht blijft bestaan. Maar we zijn bezig onze aanpak te verbreden.

[Horizontaal toezicht]

Ik vind het belangrijk om bij deze ontwikkeling uitgebreid stil te staan. Want die pro-actievere werkwijze is zeker niet beperkt tot het loondomein. Zij heeft betrekking op het hele toezichtsdomein van de Belastingdienst. De Belastingdienst is heel bewust bezig het proces te kantelen. Een kanteling die we aangeduid hebben met horizontaal toezicht. We bedoelen daar mee dat de relatie tussen Belastingdienst en burgers platter moet worden. Veel meer vormgegeven vanuit een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor een goede naleving van de regels.

Horizontaal toezicht betekent een fundamentele wijziging in de relatie tussen belastingplichtigen en Belastingdienst. Veel toezichtsmedewerkers zijn opgevoed met het idee dat belastingplichtigen gemakkelijk ontsporen als je er niet bovenop zit. Die zienswijze proberen we om te buigen. Het gaat er om veel meer vanuit vertrouwen te werken. Burgers te zien als betrouwbare partners in het fiscale proces die verantwoordelijkheid kunnen en willen dragen. Elkaar aan te vullen en te versterken in plaats van elkaar te bestrijden.

Bottom line bedienen Belastingdienst en u dienstverleners dezelfde klant. Wil die klant goed bediend worden, dan helpt het als wij elkaar weten te vinden. Dat we het effectiefst zijn als we open en transparant zijn. Als we vooraf problemen oplossen in plaats van ze achteraf in ingewikkelde juridische procedures recht te trekken. Vertrekpunt in de samenwerking is dat u als dienstverlener goed werk levert en dat we moeten vermijden dat wij dat nog eens overdoen. Gebruik maken van wat er al is dus.

Doel van de samenwerking is het vooraf bieden van zekerheid aan de ondernemer over zijn fiscale positie. We denken altijd dat die zekerheid vooraf vooral geldt voor de beursgenoteerde ondernemingen. Wat ik in gesprekken met ondernemers meer en meer merk is dat dat eigenlijk op alle niveaus van ondernemen aan de orde is. Ook de zzp'er die net aan de slag is gegaan, weet graag waar hij aan toe is en heeft een probleem als hij é én of twee jaar na afloop van het belastingjaar plotseling nog geconfronteerd wordt met een correctie en een bij te betalen bedrag.

[convenant SRA]

Met de horizontale aanpak van het toezicht is de Belastingdienst nu zo'n drie jaar bezig. We zijn begonnen om in pilotvorm convenanten af te sluiten met multinationals. Inmiddels zijn er ook binnen het MKB meer dan tien convenanten met branche-organisaties afgesloten. Daarmee gaan we verder. Dit jaar zullen we ons vooral op de fiscale adviseurs richten. Zoals u mogelijk gelezen heb hebben we recent op 31 oktober het eerste convenant gesloten met een organisaties van fiscale intermediairs, namelijk de SRA. De SRA krijgt op basis van haar interne kwaliteitssysteem de verantwoordelijkheid en het vertrouwen dat de loonheffing op een juiste manier wordt uitgevoerd. Het is de bedoeling dat in een later stadium ook afspraken uit te breiden naar de Inkomstenbelasting, de Omzetbelasting en de Vennootschapsbelasting.

[Zoekproces]

Het horizontale toezicht is volop in ontwikkeling. Het is een werkwijze die we al gaandeweg moeten ontwikkelen. Er ligt niet een handboek op de plank. Het is een manier van werken die veel vraagt van alle partijen. Van de Belastingdienst vraagt het bereikbaar en aanspreekbaar zijn. Bereid zijn vooraf standpunten in te nemen. Vertrouwen te hebben in de professionaliteit en integriteit van de adviseur, om enkele zaken te noemen. Van de adviseur vraagt het een zodanige inrichting van de eigen processen dat de kwaliteit van de aangifte gegarandeerd kan worden. Het vraagt ook de bereidheid van beide kanten om transparant te zijn: mogelijke problemen vooraf op tafel te leggen, open kaart te spelen, gezamenlijk naar oplossingen te zoeken.

[Inzet verticaal toezicht]

Er zijn nog veel vragen die we gezamenlijk zullen moeten zien te beantwoorden. En daar stoppen we veel energie in. Want we zijn ervan overtuigd dat er op met deze werkwijze grote voordelen te behalen zijn. De horizontale aanpak stelt ons in staat onze capaciteit efficiënter in te zetten. We geven meer verantwoordelijkheid aan degenen die laten zien dat ze dat aankunnen. Daardoor spelen we capaciteit vrij om degenen die het niet nauw nemen met de regels hard aan te pakken. Dat doen we nu in de loonheffing. Tegenover de groep waarmee we de samenwerking intensiveren, staat de groep die we harder aanpakken. Degenen die ondanks alle pogingen niks van zich laten horen zoeken we op. En bij die groep starten we onze diepgaande onderzoeken. Laten we wat dat betreft duidelijk zijn. We zijn geen softe organisatie geworden. Onze aanpak stemmen we af op het gedrag dat belastingplichtigen tonen. Zacht waar het kan en hard waar het moet.

[Afronding]

Dames en heren, ik ga afronden. Het stimuleren van ondernemerschap is prioriteit nummer é én van dit kabinet. Dat vraagt om wet- en regelgeving die helder en eenduidig is. Op dat punt pak ik mijn verantwoordelijkheid. En het vraagt ook om een Belastingdienst die goed functioneert. Die in de actualiteit werkt. Die benaderbaar is en onnodig gedoe tot een minimum weet te beperken. Ik heb kort geschetst langs welke lijnen de Belastingdienst daar aan werkt. Maar de essentie is dat hij nooit in zijn eentje hierin kan slagen. Het lukt alleen als iedereen z'n verantwoordelijkheid pakt: de Belastingdienst, de ondernemer, en ook u als intermediair tussen Belastingdienst en ondernemer in.

Het echte partnerschap, die samenwerking vanuit vertrouwen, moet groeien. Daarvoor is het belangrijk om met elkaar in gesprek te zijn. Te weten van elkaar waar we mee bezig zijn en hoe we over zaken denken. Ik rond mijn inleiding daarom nu af. Ik geef u graag ruimte om vragen te stellen en commentaar te leveren op wat ik heb gezegd. En in elk geval wens ik u een leerzame en inspirerende dag toe.