Persconferentie na ministerraad van 23 januari 2009

Minister-president Balkenende geeft een toelichting op de besluitvorming in de ministerraad. Hij gaat o.a. in op de situatie in de Gazastrook, het debat daarover in Nederland, en de economische gevolgen van de financiële crisis.

Minister-president Balkenende:

We hebben vandaag de nodige zaken aan de orde gehad. Laten we beginnen met de inauguratie van president Obama. Daar zijn we allemaal getuige van geweest. Veel Nederlanders hebben alles gevolgd. Het was wat mij betreft een gedenkwaardige moment, een belangrijke episode in de politieke geschiedenis van de VS. Wij kijken uit naar de samenwerking met de nieuwe president.

Vanouds wordt de verhouding tussen Nederland en de VS gekenmerkt door een vriendschappelijke verhouding en intensieve betrekkingen. Dat zal onder president Obama niet anders zijn. Er zijn veel mondiale uitdagingen. Ik denk natuurlijk aan de financiële en economische crisis. Maar evenzeer de ontwikkeling op het gebied van klimaatbeleid, het belangrijke vraagstuk van de Millenniumontwikkelingsdoelen, het vredesproces in het Midden-Oosten, het vraagstuk van de mensenrechten en bestrijding van armoede. We zien zeer uit naar de verdere samenwerking.

Het tweede punt waaraan ik aandacht zou willen besteden is het vraagstuk Israël en Gaza. Deze week hebben de strijdende partijen onafhankelijk van elkaar, dus ieder afzonderlijk, een staakt-het-vuren afgekondigd. Op zichzelf is dit een gunstige ontwikkeling. Natuurlijk zal dit staakt-het-vuren de komende dagen moeten worden bestendigd. Het is van belang dat wat nu is gezegd wordt gerespecteerd.

Tegelijkertijd hebben we natuurlijk diplomatieke initiatieven nodig om te zorgen dat kan worden gewerkt aan een duurzame regeling. Nederland heeft in de VN duidelijk gemaakt voorstander te zijn van onafhankelijk onderzoek naar alle gevallen waarin VN-organisaties of hulporganisaties als het Rode Kruis twijfelen of het gebruikte geweld past binnen het internationale humanitaire recht. Nederland zal hier vervolg aan geven via een brief aan de secretaris-generaal van de VN, waarin dit expliciet wordt bevestigd.

Voor de korte termijn levert ook Nederland een bijdrage wat betreft de humanitaire hulp. We hebben al 3 miljoen euro extra ter beschikking gesteld ten behoeve van onder andere voedsel, dekens en medicijnen aan Gaza. Tegelijkertijd is duidelijk dat openstelling van de grenzen niet mag leiden tot nieuwe wapensmokkel. Het Nederlands-Deense voorstel om te komen tot een betere controle op het grensgebied van Egypte en Gaza met een mogelijke rol voor Europese waarnemers blijft natuurlijk actueel.

De afgelopen weken zien we in Nederland evenzeer een maatschappelijke discussie. Er is veel gesproken over wat zich heeft afgespeeld rondom Gaza. Dan is het zaak om aandacht te besteden aan gevoelens van onrust in Nederland. Bestuurders doen er goed aan om waar nodig het gesprek aan te gaan. Dat is ook gebeurd. Dat is gebeurd door burgemeesters en door ministers.

Dat heb ik zelf ook gedaan. Gisteravond heb ik samen met minister Hirsch Ballin gesproken met representanten van de joodse gemeenschap en vanochtend heb ik een onderhoud gehad met vertegenwoordigers van de moslimorganisaties, samen met minister Van der Laan. In die gesprekken heb ik begrip uitgesproken voor de zorgen en gevoelens die leven over de situatie, zowel hier als in de regio. Ik heb deze gesprekken als zeer waardevol ervaren. Het was goed om indringend stil te staan bij wat er wordt beleefd en hoe mensen de situatie waarnemen waarover wordt gediscussieerd.

Het viel me op, zowel gisteravond als ook vandaag, dat iedereen bereidheid uitsprak om juist te werken aan wederzijds respect en aan verdraagzaamheid. Om zaken te bediscussiëren, wat nodig is, maar wel met een gevoel van verbondenheid. Dat je samen vormgeeft aan de ontwikkeling van een samenleving. Dat je ook met moeilijke vraagstukken op een goede manier omgaat. Verdraagzaamheid, wederzijds respect en dialoog.

Wat ik ook merkte, zowel vanochtend als gisteren, was de nadrukkelijke wil om te werken aan de situatie dat geen sprake is van verharding en dat mensen zich juist verdiepen in elkaars opvattingen en voorkomen dat mensen alleen blijven hangen in het eigen gelijk. Er was een gedeelde hoop dat men rust, vrijheid en vrede met elkaar kan delen, zowel hier als in Gaza.

Het was ook goed om te merken dat, zowel gisteren als vandaag, de wens uitdrukkelijk naar voren kwam om met elkaar in gesprek te blijven. Dat er op een structurele manier aandacht is voor de vraag van: hoe zie je de samenleving zich ontwikkelen? Hoe ga je om met moeilijke vraagstukken? Weten we genoeg van elkaar? Kunnen we zorgen dat het overleg verder kan worden gestructureerd? Ook het overleg met jongeren kwam daarbij nadrukkelijk naar voren.

Wat dat betreft kijk ik terug op een paar hele goede gesprekken, waar in ik iets heb gevoeld van de wil om samen op te trekken. Juist ook om moeilijke onderwerpen te bespreken en als er conflicten zijn om die juist beheersbaar te houden en in ieder geval te voorkomen dat er uitlatingen komen die niet goed zijn. En tegelijkertijd ook indringend te spreken over de vraag van: hoe beoordeel je de situatie? Wat zijn de goede stappen die genomen moeten worden? En over en weer stilstaan bij het beleid dat wordt gevoerd.

Dan een ander punt dat aan het eind van de vergadering aan de orde kwam: het economisch beeld. Deze week kwam de Europese Commissie met slechte berichten over de economische vooruitzichten. Een economische krimp van zo'n 2% voor Nederland.

En de overheidsfinanciën van alle Europese landen zullen behoorlijk verslechteren. Dat komt natuurlijk niet als een verrassing. De kredietcrisis is nog niet uitgewoed. We zien nog steeds grote onrust op de financiële markten en natuurlijk zijn we daar als kabinet ook alert op. De roep om overheidsingrijpen is sterk en dat doen we ook. Dat is natuurlijk de afgelopen tijd gebeurd. We hebben het een en ander met elkaar besproken. De financiële inzet van het kabinet ten behoeve van de aanpak van de financiële crisis. Maar ik denk ook aan de werktijdverkorting en de garanties die we de afgelopen tijd hebben geboden.

Het geld moet natuurlijk opgebracht worden, want het beleid dat je voert zal ook verantwoord moeten zijn. Solide overheidsfinanciën vormen de basis voor vertrouwen van consumenten en bedrijven - dat zijn trouwens beiden belastingbetalers - en het is ook nodig om de financiële markten op een goede manier te kunnen laten functioneren in de economie.

We zitten midden in een situatie waarin we steeds analyseren en waarin we nieuwe signalen krijgen. U weet dat het CPB bezig is met het maken van de berekeningen en eind februari zullen die cijfers dan gereed zijn. Dan zullen we een en ander ook in samenhang verder gaan wegen.

Komende week zit ik in Davos bij het World Economic Forum. Ik ben daar woensdagmiddag en donderdag, en zal daar ook weer met de nodige deskundigen spreken over hun waarnemingen. Het thema van de conferentie dit jaar is 'Shaping the post-crisis world' en dat geeft wel iets aan over in welke tijd we ons bevinden. Het gaat daarbij niet alleen om financiële zaken, maar ook om het in samenhang bekijken van de vragen waar we voor staan - klimaatverandering, de voedselvoorziening en de watervoorziening - en dat alles in relatie met ook de economische ontwikkelingen.

Tenslotte een enkel woord over de vreselijke berichten die we hoorden over het kinderdagverblijf in België. Tijdens de ministerraad hoorden we al over het feit dat eerst drie mensen zijn omgekomen - twee kinderen en een volwassene - en we horen inmiddels dat er al vier doden te betreuren zijn. Kinderen zijn de basis van onze samenleving. Of het nu België is of in Nederland of wereldwijd. En ook dit bericht raakt ons allen. We brengen onze gevoelens van medeleven over aan de families. Het is een afschuwelijk bericht. Later zal staatssecretaris Dijksma het medeleven van het kabinet overbrengen aan haar ambtsgenoot in België.

Dit waren een aantal van de zaken die we vandaag aan de orde hebben gehad en ik ga eens kijken welke vragen u heeft.