Antwoorden op kamervragen van Koser Kaya over het bericht dat geavanceerde technieken de effectiviteit van dotterbehandeling verbeteren

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

2 februari 2009

CZ-K-U-2907912

Antwoorden van minister Klink op kamervragen van het Kamerlid Koser Kaya over het bericht dat geavanceerde technieken in gespecialiseerde dottercentra de effectiviteit van dotterbehandeling verbeteren.
(2080909900)

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het resultaat van de FAME studie waaruit blijkt dat innovatieve dotterbehandelingen leiden tot 200 minder doden in Nederland? 1)

Antwoord 1

Ja. Ik teken daarbij aan dat het gaat om een techniek die al geruime tijd wordt toegepast en waarvan de beschikbaarheid in ziekenhuizen nu al op grond van de richtlijnen van de beroepsgroep vereist wordt.

Vraag 2

Deelt u de mening dat kwaliteit van de zorg boven de bereikbaarheid van
de zorg dient te gaan en dat in dit geval, waarin voldoende capaciteit
voor dotterbehandelingen beschikbaar is verspreid over het hele land, verdere uitbreiding van de bereikbaarheid leidt tot minder kwaliteit? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 2

Ik deel de mening dat kwaliteit centraal dient te staan. Omdat er duidelijke minimumeisen aan het aantal uitgevoerde ingrepen gesteld worden, zal een vergroting van de capaciteit geen kwaliteitsverlies hoeven te betekenen.

Vraag 3

Deelt u de verwachting van het zorgveld dat een toename van het aanbod zijn eigen vraag zal creëren? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 3

Nee die verwachting deel ik niet. De beroepsgroep heeft duidelijke richtlijnen opgesteld voor de toepassing van dotterprocedures die geen ruimte laten voor oneigenlijke indicatiestelling. Verder geldt nog steeds de vereiste dat de indicatiestelling van alle patiënten wordt besproken met het samenwerkende thoraxchirurgisch centrum, voordat er gedotterd wordt.

Vraag 4

Bent u bereid op basis van deze studie uw voornemen tot het opheffen van de vergunningsplicht opnieuw te overwegen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 4

Nee. De techniek waarover deze studie bericht, is inmiddels ingeburgerd en maakt deel uit van de kwaliteitseisen die de beroepsgroep momenteel aan dotterprocedures stelt. Daarmee is aan een belangrijke vereiste voor uittreding uit de Wet op de bijzonder medische verrichtingen (WBMV) voldaan, namelijk dat er sluitende kwaliteitssystemen ontwikkeld zijn.

1) New England Journal of Medicine, 15 januari 2009 en NOS Journaal, 15 januari
2009.