Inontvangstneming van het boek ‘De migratiemachine’

Dank u wel voor dit boek.

Dames en heren,

Ik moet bekennen dat ik in eerste instantie niet echt warm werd van de titel ‘De migratiemachine’. Dat associeer je al gauw met computers die bepalen of personen ons land binnen mogen, met nummers in plaats van namen, een digitaal verwerkingsproces van mensen die, zoals we allen weten, stuk voor stuk uniek zijn.

Alles begint met een visie op migratie: Wie laten we binnen? Hoe? Voor hoe lang? Onder welke voorwaarden?

Met het moderne migratiebeleid proberen we een strikte, effectieve én menselijke koers te varen. Niet alleen restrictief, maar ook selectief. Welke kansen biedt migratie? Wie kunnen we toelaten om een steentje bij te kunnen dragen aan onze economie, aan onze samenleving? We moeten er verstandig mee omgaan, en dat betekent dat we naar de toekomst moeten kijken. Hoe zal onze samenleving er over 10-20 jaar uit zien? Hoe willen we dat die eruit ziet? Met ons migratiebeleid kunnen we daar grote invloed op uitoefenen.

Ook qua technologieën die ons hierbij kunnen helpen, moeten we niet te beperkt denken. Nieuwe instrumenten kunnen ons helpen, maar we moeten daar wel op een zorgvuldige manier gebruik van maken. Inmiddels ben ik over de streep – zeker na het verhaal van Huub Dijstelbloem: ik ben blij met het boek De migratiemachine. Alleen al omdat het Rathenau Instituut de weg vrijmaakt voor een bredere politieke en publieke discussie over technologie in het migratiebeleid.

De redacteuren stellen dat het migratiebeleid niet alleen de grenzen moet respecteren die we democratisch vaststellen. We moeten ook de normen respecteren waaraan de inzet van technologie mag worden getoetst. Helemaal mee eens. Onze taak vraagt dat wij in ons beleid naast een feitelijke, ook een normatieve, humane afweging maken.

Vanuit zeer verschillende achtergronden hebben mensen aan het boek meegewerkt. Advocaten, wetenschappers, medici, voorstanders en tegenstanders van technologieën, ook de standpunten van activistische groepen zijn gehoord. Het is goed dat al deze invalshoeken zijn belicht. Dat maakt het beeld compleet en helpt bij het bepalen van een eigen standpunt. En zo hoort een democratie te werken.

Opvallend is dat de meeste mensen die aan het boek hebben bijgedragen het wel eens zijn over de grote lijnen. Zoals in ons land vaker het geval is, lopen de meningen pas uiteen als het gaat om de invulling van details. En die zijn uiteraard ook belangrijk, zoals de redacteuren van dit boek duidelijk maken. { In het Engels: ‘the devil is in the detail”.}

Dit geldt ook voor migratierecht en migratiebeleid. Dat beide zijn nodig zijn, is internationaal onomstreden, vanzelfsprekend zelfs. Het gaat veel meer om de invulling en de nuances.

En dat geldt ook voor de technieken die we hierbij toepassen. Hoe kunnen we die op een positieve manier inzetten? Moderne registratietechnieken bijvoorbeeld kunnen fraude en misbruik voorkomen en dat helpt om het draagvlak in de samenleving te behouden. Daarnaast kan DNA gezinnen met bewijsnood helpen. En het gaat niet alleen om handhaven van regels maar ook om dienstverlening. In het verleden kon het gebeuren dat ouders - met een tijdelijke vergunning - die een baby kregen, een brief ontvingen dat hun kind het land uit moest. Nu werken we toe naar een situatie waarin ze- door het koppelen van bestanden – pro actief worden geïnformeerd dat ze voor de pasgeborene ook een verblijfsvergunning moeten aanvragen. Zo kunnen deze technieken helpen bij het verwezenlijken van onze doel: een humaan asiel- en migratiestelsel.

De redacteuren waarschuwen er terecht voor dat er ook risico’s aan verbonden zijn. Ik denk dat het stelsel te kwetsbaar wordt als we afhankelijk zijn van techniek alleen. Ons migratiebeleid heeft vele functies voor de ordening van de maatschappij. Ook om te waarborgen dat ons land een vluchthaven blijft voor degenen die vervolgd worden en voor hun leven hebben te vrezen. Deze functies botsen soms met elkaar, maar zij mogen niet in het gedrang komen omdat de technologie niet functioneert. Migratie blijft een mensenzaak.

Het huidige denken over migratie is niet eenduidig te formuleren. De belangen en invalshoeken zijn versnipperd, zoals wel blijkt uit de bijdragen van het boek.

Ik wijs er tegelijk op dat de discussie over migratie en het toepassen van technologieën zich niet beperkt tot Nederland. Migratie gaat over landsgrenzen heen. Daarbij is de Europese dimensie steeds belangrijker geworden, om niet te zeggen: beslissend. Ik vind het heel belangrijk dat we deze discussie voeren, maar zou er nu al op willen aandringen om dit onderwerp internationaal en zeker in Europees verband op de kaart te zetten. Bijvoorbeeld met het oog op controle van migratie uit transit landen aan de rand van de EU. Ik ben voor meer vergelijkend Europees onderzoek naar het gebruik van technologie op het migratieterrein. Op die manier zullen we beter in staat zijn de discussie ook in ‘Brussel’ te voeren, daar waar steeds meer besluiten tot inzet van technologie worden genomen.

Dames en heren,

Het migratiebeleid en de handhaving ervan leveren een onmiskenbare bijdrage aan de sociale cohesie in de samenleving. Daar hoort het voeren van een vruchtbaar debat bij, en het openstaan voor andere meningen, niet in de laatste plaats uit het buitenland. Zo kunnen we ons beleid blijven aanpassen aan de eisen van de tijd. Ook technologisch. En dat is hard nodig. Want al is de toekomst onzeker, dat migratie voorlopig op de agenda zal staan, daar twijfelt niemand over. We kunnen ons daarbij op twee manier opstellen: of we staren ons blind op de negatieve kanten, zodat we kansen missen. Of we proberen te kijken naar de voordelen, en proberen de negatieve bijvangst te voorkomen of bij te sturen.

Ik dank het Rathenau instituut en de redacteuren van De Migratiemachine van harte voor hun inspanningen. Het boek is wat mij betreft een opmaat voor een brede, vruchtbare discussie.

Ik dank u voor uw aandacht.