Brief inzake de berichtgeving over de mandatory convertible securities

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag

Ons kenmerk: FIN/2009/0272 U

Uw brief (kenmerk): 13 februari 2009/2009D06310

Betreft: MCS

Geachte voorzitter,

Bij brief van 13 februari 2009 (2009D06310) heeft de vaste commissie voor Financiën een reactie gevraagd op berichtgeving over de mandatory convertible securities (FD, 11 februari 2009).

Met de overname van Fortis Bank Nederland Holding (FBNH) zijn, naast gewone aandelen en obligaties, enkele meer complexe vermogensinstrumenten meegekomen. Deze instrumenten zijn vormgegeven binnen het Belgisch-Nederlandse concernverband waarvan de bank toen deel uitmaakte, en ze bevatten dan ook verwevenheden met de moedermaatschappijen.

De mandatory convertible securities of MCS vormen een verplicht converteerbare obligatielening van nominaal € 2 mrd. De lening is in december 2007 uitgegeven ter bekostiging van de overname van ABN AMRO en heeft een couponrente van 8,75% per jaar. De MCS staat in de boeken bij FBNH, maar wordt uiterlijk op 7 december 2010 omgezet in beursgenoteerde aandelen van Fortis holding, d.w.z. de voormalige moedermaatschappijen Fortis SA/N.V. en Fortis NV.

Bij ongewijzigde omstandigheden zou de holding bij de conversie in 2010 aandelen hebben uitgereikt met een marktwaarde van € 2 mrd. Vervolgens zou FBNH € 2 mrd in nieuwe aandelen hebben uitgegeven aan de moedermaatschappijen. De kennelijke intentie daarbij was dat geen verrekening in economische zin zou plaatsvinden: de holding was al voor 100% aandeelhouder en zou dat blijven.

De sterk gedaalde beurskoers van Fortis holding heeft de positie van de MCS-houders sterk veranderd. Uit de voorwaarden van de MCS volgt dat voor de conversie in geen geval meer dan 105 miljoen nieuwe aandelen worden geleverd. Met de huidige beurskoers betekent dit dat de beleggers een kleine € 120 mln terugzien van hun inleg.

In zijn interview met het Financieele Dagblad lijkt de voormalige bestuursvoorzitter van Fortis holding, Hessels, te suggereren dat Fortis holding nu enerzijds € 120 mln aandelen gaat uitgeven en anderzijds € 2 mrd daarvoor wil verrekenenen met FBNH.

Ik heb het bestuur van Fortis holding inmiddels laten weten dat dergelijke aanspraken niet aan de orde zijn. Nog daar gelaten dat een aanspraak als door de heer Hessels genoemd in strijd zou komen met de kern van de op 3 oktober 2008 gesloten overeenkomsten, namelijk dat in plaats van Fortis de Staat de 100% aandeelhouder van FBNH zou worden, is in de term sheet uitdrukkelijke bepaald dat "… the Dutch State and the entities whose Shares are being acquired will no longer bear any responsibility for the Non-Dutch Fortis Group other than the long term debt".

Vooralsnog ga ik ervan uit dat hiermee duidelijkheid is gegeven over de juridische positie van de Staat.

Hoogachtend,
de minister van Financiën,

Wouter Bos