Extra maatregelen tegen spijbelen

Staatssecretaris Van Bijsterveldt maakt dat vandaag tijdens de Dag van de Leerplicht bekend.

Scholen en gemeenten worden steeds actiever in de aanpak van spijbelen. Echter, er is nog steeds aanleiding om de aanpak van spijbelen te verbeteren. Dat laat staatssecretaris Van Bijsterveldt vandaag weten in een brief aan de Tweede Kamer, waarin zij zeven maatregelen aankondigt om het verzuim van leerlingen terug te brengen.

De maatregelen zijn nodig, want in de praktijk blijkt dat spijbelgedrag nog door té veel scholen niet, of onvoldoende wordt bijhouden en doorgeven. Circa 85% van de middelbare scholen en slechts 52% van de mbo-opleidingen voldoen aan de voorwaarden om spijbelgedrag goed te kunnen melden, zo blijkt uit een onderzoek van de Onderwijsinspectie.

"Scholen en gemeenten zijn zich steeds bewuster van het belang van een goede spijbelaanpak. Dat is winst, maar ik constateer tegelijk dat de uitvoering bij lang niet alle scholen op orde is. Het is onacceptabel dat leerlingen afwezig zijn zonder dat iemand ze mist. Een stevige aanpak van schooluitval begint met een stevige aanpak van spijbelende leerlingen. Dat laatste is op sommige scholen echt onder de maat. Het kan en moet beter", aldus van Bijsterveldt.

De Onderwijsinspectie concludeert tevens dat sommige scholen verzuim en voortijdig schoolverlaten niet goed kunnen melden vanwege een gebrekkige administratie, onduidelijkheid over verantwoordelijkheden en kennisgebrek over de voorschriften en termijnen waarbinnen zij spijbelgedrag moeten melden. Om scholen daartoe beter in staat te stellen heeft Van Bijsterveldt onder meer de volgende maatregelen in gang gezet:

  • In de schoolgids moet expliciet worden opgenomen hoe scholen verzuim willen tegengaan, zodat ouders en leerlingen goed op de hoogte zijn van de consequenties van verzuim.
  • De regels voor het melden van schoolverzuim en voortijdig schoolverlaten worden vereenvoudigd. Er komt één nieuwe wettelijke termijn: 16 uur ongeoorloofde afwezigheid in vier weken. Deze termijn geldt voor alle leerplichtige leerlingen in het basis-, voortgezet-, speciaal, en middelbaar beroepsonderwijs. De nieuwe meldtermijn gaat in het schooljaar 2010-2011 in.
  • Het toezicht op scholen voor het naleven van de Leerplichtwet, waaronder het melden van verzuim, komt bij de Onderwijsinspectie te liggen. Die taak ligt nu bij de gemeente. In de praktijk heeft (aanhoudend) slecht meldgedrag van scholen echter nooit geleid tot een sanctie voor een school omdat dit de wederzijdse afhankelijkheid tussen gemeente en school bij uitvoering van de leerplicht teveel onder druk zet.
  • Vanaf augustus 2009 moeten scholen in het voortgezet onderwijs en beroeps onderwijs en volwasseneneducatie verzuim melden via het digitale verzuimloket. Dit loket maakt het voor scholen makkelijker en sneller om verzuim elektronisch te melden. De landelijke uitrol verloopt voorspoedig. Ook voor leerlingen in het niet-bekostigd onderwijs wordt gestreefd naar aansluiting op het digitale verzuimloket.

    Effecten kwalificatieplicht
    Ter voorkoming van voortijdig schooluitval heeft Van Bijsterveldt in augustus 2007 de kwalificatieplicht ingevoerd. Vanaf dat moment geldt dat jongeren moeten doorleren tot hun 18e of tot een diploma op minimaal mbo niveau 2 is gehaald. Jongeren staan sterker mét een startkwalificatie. Mét startkwalificatie hebben zij twee keer meer kans op een baan, minder kans op ontslag en vijf keer minder kans om in de politie registers terecht te komen. Uit de eerste tussenevaluatie, die vandaag bekend wordt gemaakt, blijkt dat de kwalificatieplicht zijn eerste vruchten afwerpt. In het huidige schooljaar 2008-2009 is de onderwijsdeelname van 17 jarigen gestegen van 87,9% naar 90,3% ten opzichte van het vorige schooljaar. Hiervan is het overgrote deel toe te schrijven aan de kwalificatieplicht. Als gevolg van verbeteringen in de uitvoering van de kwalificatieplicht en de betere samenwerking tussen gemeenten en scholen op lokaal niveau zal de komende tijd nog een stijging van het aantal onderwijsdeelnemers van 90,3% naar 95% gerealiseerd worden.