De conferentie van Unicef, NWP en Aqua for All in het kader van Wereldwaterdag

Alleen de uitgesproken tekst geldt.

Beste mensen,

Velen van u heb ik ook tijdens het Wereld Water Forum in Istanbul gezien. Degenen van u die er geweest zijn, zijn er misschien nog niet over uitgedacht: de boeiende bijeenkomsten, ontmoetingen met mensen met nieuwe, verassende ideeën. Wat mij opviel was het enthousiasme waarmee Nederlandse aanpak van de klimaatcrisis tijdens bijeenkomsten werd ontvangen.

Maar ik hoorde ook verontrustende signalen vanuit alle delen van de wereld. Signalen die duiden op een steeds groter wordende waterproblematiek.

Dit jaar zullen opnieuw ongeveer twee miljoen kinderen overlijden als gevolg van ziekten die met schoon water en hygiëne voorkomen hadden kunnen worden.

Miljoenen kinderen die overleven, krijgen door gebrek aan sanitatie geen eerlijke kansen. Hoe kunnen we verwachten dat kinderen leren lezen en schrijven als ze vaak te ziek zijn om naar school te gaan?

En het zijn vooral de allerarmsten die het slachtoffer zijn. In Afrika beneden de Sahara is de nood hoog. De helft van de hospitaalbedden in die regio wordt in beslag genomen door mensen die ziek zijn als gevolg van slechte sanitatie. Het zijn een nauwelijks te bevatten cijfers.

De onderlinge samenhang tussen gezondheid en waterbeheer werd vorig jaar onderstreept door het rapport van de World Health Organization ‘Safer water, better health’. De WHO concludeert in dit rapport dat een tiende van de gezondheidsproblemen in de wereld voorkomen kunnen worden door haalbare verbeteringen in ons waterbeheer.

Om die verbeteringen te bereiken is kennis van waterbeheer nodig. Kennis die schaars is, maar die wij in Nederland in huis hebben. Ik ben er daarom van overtuigd dat wij de mogelijkheid maar ook de verantwoordelijkheid hebben om andere landen met onze kennis en ervaring te helpen.

Tijdens het Wereld Water Forum werd ik mij hier eens te meer van bewust. Er was veel belangstelling voor de expertise van de Nederlandse delegaties, de betrokkenheid van onze kroonprins en voor mijn aanpak om honderd jaar vooruit te kijken. Nederland staat als waterland stevig op de kaart. Dat danken we ook aan het feit dat we zeer sterk op de toekomst gericht zijn.

Ver vooruit kijken is nodig om adequaat te reageren op klimaatverandering. We weten dat we in Nederland te maken krijgen met steeds meer verzilting, een steeds verder afnemende zoetwatervoorraad en een toenemend risico van overstromingen. Daarom bereiden we ons op dit moment voor op de veranderingen die ons de komende honderd jaar staan te wachten.

We bouwen hiermee verder op onze eeuwenlange ervaring met waterbeheer.
We weten wat het is om bedreigd te worden door het water. De wonden van de watersnood van 1953 zijn in Zuidwest Nederland nog steeds niet geheeld. We weten ook wat het is om samen de schouders eronder te zetten.

We gebruiken onze kennis en ervaring om ons eigen land voor te bereiden op de veranderingen die ons te wachten staan. Op de toenemende droogte, de overstromingsdreiging en de verzilting.

Maar het is niet goed om die kennis voor onszelf te houden, we delen het met andere landen. Mijn ministerie gaat duurzame samenwerkingsrelaties aan met deltagebieden in minder kapitaalkrachtige landen.

Indonesië is bijvoorbeeld een belangrijke partner. Begin dit jaar was ik in Indonesië, in de delta van Jakarta. Daar daalt de bodem op veel plaatsen met tien tot twintig centimeter of meer per jaar. Die bodemdaling wordt veroorzaakt door het oppompen van drinkwater uit de bodem. Tegelijkertijd stijgt heel langzaam de zeespiegel voor de Javaanse kust. Rivieren hebben de grootste moeite het regenwater af te voeren. Dat leidt jaarlijks tot grote overstromingen.

Uitdagingen op het gebied van waterbeheer, gezondheid, sanitatie, ontwikkeling en veiligheid komen hier samen.

En zo is het op veel plekken op de wereld. Daarom hebben we een aanpak nodig die samenhang aanbrengt.

Een land als Indonesië heeft niet genoeg aan bilaterale samenwerking met Nederland. Het is ook belangrijk dat de internationale gemeenschap verantwoordelijkheid neemt. Zeker nu klimaatverandering het waterbeheer opstuwt op de wereldwijde politieke agenda.

Het is belangrijk dat de internationale gemeenschap erkent dat we klimaatverandering niet meer kunnen tegenhouden, hoe hard we ook werken aan de terugdringing van onze CO2-uitstoot. We moeten erkennen dat naast terugdringen van klimaatverandering óók aanpassen aan ingezette verandering nodig is. Het zijn twéé kanten van dezelfde medaille. We zullen onze inspanningen over deze twee fronten moeten verdelen.
Dit was de boodschap van de Nederlandse delegatie tijdens het Wereld Water Forum, een oproep die we kort hebben samengevat met de woorden ‘Adapt now!’.

Hiermee zijn we goed voor het voetlicht gekomen. We gaan samen met een flink aantal andere landen, onder leiding van Nederland, een internationale kopgroep vormen. Deze kopgroep gaat zich inspannen om klimaatadaptatie – met als sleutelelement water - hoger op de internationale politieke agenda te krijgen. Onder anderen de Verenigde Staten hebben zich bij dit initiatief aangesloten.

Tijdens het Wereld Water Forum heb ik andere landen bovendien opgeroepen om – net als Nederland - het recht op water te erkennen. Jammer genoeg was daar geen meerderheid voor en wil de meerderheid slechts constateren dat schoon drinkwater een basisbehoefte is.

Toch zijn steeds meer landen het erover eens dat het recht op water internationaal erkend moet worden. Dat bleek tijdens een paneldiscussie over water en sanitatie, waar naast mij ministers van zeventien landen aan hebben deelgenomen. Deze landen zijn het erover eens dat het beschikbaar stellen van schoon water en sanitatie geen liefdadigheid moet zijn, maar een internationaal erkende plicht van overheden. De groep landen heeft elkaar toegezegd dat we ons blijven inspannen voor de internationale erkenning en naleving van het recht op water.

In Istanbul heeft Nederland zich ingezet om het internationale politieke klimaat mee te laten veranderen met het klimaat van onze aarde.

We gaan voor een aanpak die de grenzen tussen landen overstijgt. Zodat we de gevolgen van klimaatverandering in internationaal verband eensgezind kunnen opvangen.

Eensgezindheid in die zin dat landen met dezelfde problemen elkaar vinden, maar ook ontwikkelde en ontwikkelingslanden elkaar steunen.

Dat is de enige manier waarop wij een antwoord kunnen geven op de toenemende verzilting, de droogten en de overstromingen over de hele wereld met alle gevolgen van dien.

Het is de enige manier waarop wij een stem kunnen geven aan de generaties die nu opgroeien zonder toegang tot schoon water en zonder veiligheid. Wij zetten ons in voor de veiligheid, de duurzaamheid en de toekomst van onze planeet.