Discussie over verhoging AOW-leeftijd:`Langer doorwerken? Je moet het maar kunnnen`

‘Weten de vakbonden eigenlijk wel dat er een geleidelijke overgang komt naar een hogere pensioenleeftijd? Als ze dat weten dan zijn de reacties volgens mij veel minder heftig’, zegt één van de vijfentwintig deelnemers aan een discussie met minister Donner en staatssecretaris Klijnsma over het besluit van kabinet om de AOW-leeftijd te verhogen van 65 naar 67 jaar. Leidraad voor de discussie woensdag in het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is de AOW-notitie die het kabinet naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.


Minister Donner bevestigt dat de vakbonden op de hoogte zijn van de geleidelijke invoering van de hogere pensioenleeftijd: in de AOW-notitie zijn verschillende vormen van invoering opgenomen, maar allemaal verlopen ze via de weg van de geleidelijkheid. ‘Het kabinet heeft over de manier waarop de pensioenleeftijd wordt verhoogd nog niets besloten op één punt na: niemand zal van de ene op de andere dag twee jaar langer moeten doorwerken. Het kabinet zou er voor kunnen kiezen de pensioengerechtigde leeftijd met onmiddellijke ingang te verhogen met twee jaar gekoppeld aan een overgangsregeling voor ouderen. Deze vorm van invoering heeft het voordeel dat mensen die door willen werken na de huidige pensioenleeftijd dat ook onmiddellijk kunnen doen’.


Doorwerken na haar 65-ste, dat had één van de aanwezigen graag gewild, maar haar cao stak daar een stokje voor. ‘Ik wil graag door, ik vind het dubbelzuur dat ik moet stoppen’. Andere aanwezigen vallen haar bij: ‘Onmiddellijk afschaffen die verplichting om met 65 met pensioen te gaan’. Staatssecretaris Klijnsma wijst er op dat doorwerken na 65 jaar straks mogelijk wordt als het Parlement instemt met een voorstel waarin wordt geregeld dat mensen die dat willen langer door kunnen werken en daardoor hun pensioen uitstellen.

‘Langer doorwerken? Dat is ook afhankelijk van de vraag of je een goed pensioen hebt. Mensen die geen goed pensioen hebben, moeten wel langer door’, zo reageert een andere deelnemer aan de discussie. ‘Langer doorwerken? Je moet het maar kunnen’, voegt de ruwbouwtimmerman (bekisting voor beton bijvoorbeeld) daar aan toe.

‘Ik heb een zwaar beroep, werk vaak op grote hoogte. Ik moet er niet aan denken langer door te moeten werken. Wij hebben nu een vroegpensioen van 62,5. Ik heb op mijn werk in de bouwkeet met mijn maten over het plan van het kabinet gepraat. Wij voelen toch wel het meest voor het plan van Groen Links dat het aantal gewerkte jaren telt voor het recht op pensioen. En als het om omscholing gaat naar minder zwaar werk, lang niet iedereen is geschikt om in de schoolbanken te zitten’. Minister Donner vindt dat we er ons niet bij neer moeten leggen dat mensen versleten hun pensioen tegemoet gaan. ‘Werkgevers en werknemers moeten samen voorkomen dat dat gebeurt, bijvoorbeeld door een ander loopbaanbeleid te voeren’. En omdat niemand zich op dit punt op de hogere pensioenleeftijd heeft kunnen voorbereiden, denkt het kabinet na over een overgangsregeling voor mensen die jarenlang zwaar werk hebben gedaan en die hun pensioen in zicht hebben.

Van zwaar werk naar levensverwachting is voor sommige aanwezigen een kleine stap. De gestegen levensverwachting – we leven gemiddeld langer – dwingt tot nadenken over de toekomst van de AOW. Maar ook scholingsbudgetten die niet langer beschikbaar zijn als je als werknemer de 45 bent gepasseerd, de toekomstige arbeidsmarkt en de zwaarte van een baan als machinist of conducteur bij NS. Alle deelnemers aan de discussie krijgen vroeg of laat te maken met de gevolgen van de ontgroening en de vergrijzing. Voor de twee studentes in de zaal staat het gewoon vast: zij werken in ieder geval door tot 67.

De discussiebijeenkomst in Den Haag is de eerste gelegenheid die Donner en Klijnsma na de publicatie van de AOW-notitie aangrijpen om de ‘temperatuur van de samenleving’ op te nemen. De komende tijd zullen er meer van dergelijke bijeenkomsten zijn.

AOW-notitie en samenvatting

Foto: F. Lukombo
Foto: F. Lukombo