Geen risico’s voor proefpersonen

De Centrale Commissie Mensgebonden Onderzoek heeft als taak er op toe te zien dat mensen die als proefpersoon dienen geen risico’s lopen. De CCMO vierde onlangs haar tien jarig bestaan. Staatssecretaris Bussemaker sprak haar bewondering over de commissie uit tijdens een speciaal symposium.

Dames en heren,

Ik mag tot slot van deze lange, maar ongetwijfeld voor u interessante dag, het woord tot u richten. Ik weet dat u er geen genoeg van kunt krijgen, maar toch zal ik geen doorwrocht, wetenschappelijk betoog houden over één van de onderwerpen waar de CCMO zich mee bezighoudt. Ook zal ik niet ingaan op de ethische kanten van het werk van de commissie, hoewel ik dat graag een andere keer wil doen.

Nee, ik ben gevraagd mijn toespraak luchtig te houden en er een feestelijk tintje aan te geven. De Centrale Commissie Mensgebonden Onderzoek is immers jarig en dan mogen felicitaties niet ontbreken.
Ik wil daar graag gehoor aangeven.

Nou is dat in het geval van de CCMO ook volledig terecht. De tienjarige heeft het afgelopen decennium zoveel voor elkaar gekregen, dat oprechte felicitaties volledig op hun plaats zijn.

Ik zal een korte greep doen uit de behaalde resultaten van de commissie.
Wat meteen opvalt, is dat de CCMO in tien jaar tijd is uitgegroeid van een klein bureautje met een paar medewerkers, tot een stevige organisatie met bijna twintig werknemers en veel aanzien.
De CCMO is - als het gaat om wetenschappelijk onderzoek met mensen – in Nederland hét aanspreekpunt voor onderzoekers, beleidsambtenaren van VWS en het buitenland. De reden hiervoor is simpel: de commissie heeft in de afgelopen jaren zoveel expertise opgebouwd dat ze een vraagbaak voor iedereen is geworden die werkzaam is in dit gevoelige onderzoeksgebied.

Gelijktijdig met de groei van het kleine bureau tot wat het nu is, is door toedoen van de CCMO het aantal Medisch Ethische Toetsingscommissies in Nederland teruggebracht van 80 naar 29. Daardoor is niet alleen het werk voor de overgebleven toetsingscommissies toegenomen, maar is ook de kwaliteit en de professionaliteit vooruitgegaan. Want een commissie die vaak toetst, werkt continu aan de verbetering en verbreding van de eigen expertise.
Een commissie die weinig toetst is daartoe echter niet in staat en marginaliseert zichzelf uiteindelijk. Het werkterrein van de toetsingscommissies staat dit niet toe. Elk onderzoeksprotocol moet optimaal onderzocht zijn en mag geen enkele ruimte laten voor twijfel. Het gaat tenslotte om menselijke proefpersonen.

Toezicht houden op de Medische Ethische Toetsingscommissies en daardoor ervoor zorgen dat het kwalitatief goed functionerende commissies zijn, is één deel van het werk van de CCMO.
Een ander deel is, zoals u weet, zélf protocollen toetsen. We hebben het dan over zeer gevoelige onderzoeksvoorstellen waar kinderen of embryo’s bij betrokken zijn. De onderzoeksprotocollen waar volwassenen bij betrokken zijn moeten al volledig waterdicht zijn, de protocollen die de CCMO zelf behandelt, dienen bij wijze van spreken waterafstotend te zijn.

De wet is het strengst als het gaat om onderzoek met kinderen. Als de kinderen die aan het onderzoek deelnemen er zelf geen baat bij kunnen hebben, mogen de mogelijke risico’s voor het kind niet meer dan verwaarloosbaar zijn. Is dat niet het geval, dan moet het onderzoek worden afgewezen. De wet laat daar geen onduidelijkheid over bestaan. De commissie houdt zich daar volledig aan en heeft inmiddels zeer nauwgezet enkele honderden onderzoeksprotocollen getoetst. En sommige zijn op gefundeerde gronden naar de prullenbak verwezen omdat ze niet aan de wettelijke eisen voldoen

Zoals u weet bekijkt de Commissie Doek momenteel of de wet zou moeten veranderen, zodat het onderzoek met kinderen iets meer ruimte krijgt. Het is goed dat de commissie dit nagaat. Nu kan onderzoek dat van belang is voor de ontwikkeling van de kindergeneeskunde soms niet worden uitgevoerd. Ik ben dan ook benieuwd naar het advies.

Een bijkomend effect van de nauw luisterende onderzoeksprotocollen is dat ze bestaan uit bergen papier. Vergaderingen waarbij elke deelnemer binnenkomt met een koffer met 2 kilo papier erin zijn geen uitzondering.
Om een eind te maken aan deze papierverslindende bijeenkomsten is de CCMO als een van de eerste overheidsinstanties overgestapt op de laptopvergadering. Ik heb begrepen dat deze digitale revolutie een groot succes is en dat alle commissieleden vol enthousiasme op deze manier vergaderen.
Ik kan me voorstellen dat dit niet alleen prettig is voor de commissieleden en de mensen die de vergaderingen voorbereiden, maar dat ook het milieu er baat bij heeft, evenals de archivarissen.
De CCMO is hiermee een voorloper in de digitalisering en daardoor niet alleen een voorbeeld voor de lokale medisch-ethische toetsingscommissies, maar ook voor de overheid.

Het succes van de CCMO blijkt ook nog uit iets anders: het takenpakket begint op een aantal punten te wringen. De werkdruk is de laatste jaren behoorlijk toegenomen. Dit betekent dat soms de wettelijk bepaalde termijnen niet gehaald worden. En ook het toezicht op de Medisch Ethische Toetsingscommissies kan niet meer optimaal worden uitgevoerd. Ik begrijp dat De Toekomstvisie, die ik zojuist heb ontvangen, uitgebreid op deze zaken ingaat.
Al deze signalen baren mij zorgen. De afgelopen jaren heeft VWS met financiële steun getracht de werkdruk van de CCMO enigszins te verlichten. Zo is het secretariaat tijdelijk uitgebreid en is de eerder genoemde digitalisering financieel gesteund. Met de CCMO zal ik nu van gedachten wisselen over hoe op de langere termijn aan haar taken invulling kan worden gegeven. De Toekomstvisie vormt daar ongetwijfeld een goede basis voor.


Dames en heren,
Zoals ik al zei, de CCMO verdient uitgebreide felicitaties. En natuurlijk gelden die voor iedereen die bij de commissie is betrokken.
Maar mij is ook duidelijk gemaakt dat er in die tien jaar één persoon is geweest die de constante factor en de continue motor is geweest. Dat is de algemeen secretaris van de CCMO, Marcel Kenter.
Een van zijn medewerkers zei: ‘Hij is een vechter. De CCMO kan zich geen enthousiastere pleitbezorger wensen. Hij staat voor de CCMO en ís de CCMO. Hij wil overal de beste in zijn. Middelmaat is niet aan hem besteed.’

Ik wil me graag bij deze mooie woorden aansluiten, maar ze tegelijkertijd ook toepassen op alle medewerkers van de commissie. Want al het werk dat zij in tien jaar hebben verricht, is alleen mogelijk als iedereen boven de middelmaat uitstijgt.