Voor vrijhandel en toch beschermen

'Opkomende markten moeten hun kwetsbare economieën kunnen beschermen. Nederland heeft belang bij het ontstaan van nieuwe afzetmarkten in ontwikkelingslanden. Het zorgt voor potentiële nieuwe klanten en partners, mogelijk voor Nederland een nieuwe afzetmarkt'. Dat zegt staatssecretaris Heemskerk in een ingezonden artikel in dagblad Trouw.

Afgelopen zaterdag ging Trouw - redacteur Han Koch ('Slecht begrepen eigenbelang') in op mijn debat dat ik vorige week had met econome Noreena Hertz. Deze bijeenkomst stond in het teken van de positie van opkomende en ontwikkelingslanden tijdens de economische crisis. Mijn boodschap was dat deze landen hun kwetsbare economieën moeten kunnen beschermen. Volgens Koch verwacht je van een staatssecretaris van economische zaken echter een pleidooi voor vrijhandel in plaats van begrip voor protectionisme.

Een staatssecretaris die zich uitspreekt tegen maatregelen voor de auto-industrie in Duitsland en Frankrijk. Ook mijn boodschap dat armere landen hun opkomende economieën moeten kunnen beschermen, is volgens vrijhandelaren de verkeerde richting. Wat zij willen is vrijhandel: daarmee is de Nederlandse economie groot geworden en daar ligt het belang van de Nederlandse bedrijven.

Internationale barrières

Inderdaad heeft Nederland veel voordeel bij het verdwijnen van de internationale barrières die internationale handel belemmeren. Als exportland verdienen wij er ons brood mee: de cijfers van het CPB van afgelopen dinsdag tonen aan dat Nederland zwaar geraakt is door de ineenstorting van de internationale handel.

Maar wat velen over het hoofd lijken te zien, is dat ons land belang heeft bij het ontstaan van nieuwe afzetmarkten in ontwikkelingslanden en bij goed vormgegeven nationale maatregelen tegen de crisis.

De positie van opkomende landen en ontwikkelingslanden is een belangrijk onderwerp in de wereldhandelsorganisatie WTO. Zij hebben vaak namelijk nog een fragiele economische infrastructuur. Ze hebben financieel en sociaal-economisch nog niet genoeg vet op de botten om mee te kunnen doen met de concurrentie van grote westerse bedrijven en financiële instellingen. Snelle liberalisering en dus honderd procent vrijmaking van hun economieën leidt ertoe dat er in die landen geen economie kan ontstaan die volledig op eigen benen kan staan. Vanuit menselijk oogpunt is het goed daar rekening mee te houden en tot op bepaalde hoogte bescherming van hun markt toe te staan. Zoals mijn voormalig collega-onderhandelaar bij de WTO, Kamal Nath, uit India het uitdrukte: het verschil in landbouwprijzen van één dollar betekent voor Indiase boeren het verschil tussen leven en dood, want daar leeft nog steeds tachtig procent van de bevolking onder de armoedegrens.

Voordelen

Naast de voordelen voor de allerarmsten, heeft de opbouw van sterkere economieën in opkomende en ontwikkelingslanden ook voor Nederlandse bedrijven op de langere termijn veel voordelen. Het zorgt voor potentiële nieuwe klanten en partners. De komst van een middenklasse biedt een extra afzetmarkt, het liefst voor Nederlandse producten en diensten natuurlijk.

Nationale maatregelen die de economische crisis aanpakken, zoals de Duitse en Franse ondersteuning van hun nationale auto-industrie, zijn ook in het belang van Nederlandse bedrijven. Ze bieden namelijk mogelijkheden voor de Nederlandse toeleveranciers van deze bedrijven. Het automotive cluster in Helmond bijvoorbeeld profiteert ervan.Wat écht relevant is, is dat die steun rekening houdt met het gelijke speelveld in Europa. Onder anderen Europees Commissaris Kroes let er p dat dit niet wordt verstoord en dat de steun geen protectionistische elementen kent. Europa geeft daar de kaders voor en speelt dus terecht een belangrijke rol.

Mijn boodschap over protectionisme en opkomende markten is een boodschap die naadloos past in datgene wat goed is voor de allerarmsten, maar zeker ook de internationale handel en de Nederlandse economie.

Economisch potentieel

Opkomende markten bieden op termijn nieuw economisch potentieel en het is goed daar tot op bepaalde hoogte rekening mee te houden.

Het doet ook geen afbreuk aan de noodzakelijkheid dat landen die economisch al volledig op eigen benen kunnen staan, het gelijke speelveld in de gaten moeten houden en verder alle protectionistische neigingen moeten onderdrukken. Daar hebben Nederlandse bedrijven uiteindelijk alle voordeel bij.

Het artikel van Han Koch is te lezen op www.trouw.nl/discussie