Kabinet stimuleert verdergaande samenwerking zeehavens

Het kabinet meent dat verdere commerciële samenwerking tussen de Nederlandse zeehavens van belang is voor een sterkere economische positie van deze zeehavens. Verzelfstandiging van de havens kan bijdragen aan commerciële samenwerking. De kabinetsvisie op de samenwerking tussen zeehavens en de rol van de overheid hebben minister Eurlings en staatssecretaris Huizinga van Verkeer en Waterstaat vandaag naar de Tweede Kamer gestuurd.

De zeehavens leveren een grote bijdrage aan de Nederlandse economie. Het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid heeft onderzocht wat de bijdrage van de samenwerking tussen zeehavens aan de maatschappelijke welvaart kan zijn. Het KiM concludeert dat de samenwerking van zeehavenbeheerders voordelen biedt op het gebied van duurzaamheid en de economische positie van zeehavenbeheerders. Het kabinet ondersteunt deze conclusie.

Havensamenwerking kan bestaan uit gezamenlijke promotie van zeehavens in het buitenland, het afstemmen van ladingstromen en exploitatie van het achterlandvervoer. Hierdoor ontstaat er versterkte positie van de zeehavens ten opzichte van de groeiende markt van klanten en concurrentie uit Zuid-Europa en het Midden-Oosten. Samenwerking en betere afstemming van goederenstromen en ruimtegebruik bieden verder extra mogelijkheden voor specialisatie van havens en voor een betere belading en benutting. Ook kan verdere samenwerking tot een beter rendement van publieke investeringen in de infrastructuur leiden.

Het kabinet ondersteunt al langer samenwerking tussen zeehavens op het gebied van publieke taken (afvalinzameling, douanetaken en milieuzorg). Om de concurrentiepositie van de Nederlandse zeehavens verder te versterken stimuleert het kabinet nu ook commerciële samenwerking. Een goed voorbeeld daarvan is
de Havenalliantie, het samenwerkingsverband van de zeehavens van Amsterdam en Rotterdam met de ministeries van Verkeer en Waterstaat, Economische Zaken en VROM. In de havenalliantie wordt gewerkt aan samenwerking van een aantal zeehavenbeheerders, bijvoorbeeld via gezamenlijke onderzoeken naar ladingstromen en specialisatie van havens.

Belangrijk voor het kabinet is wel dat de zeehavens bij hun commerciële samenwerking binnen de kaders van nationale en Europese mededinging blijft en dat er vrije keuze van verlader en vervoerder blijft.