Nederland informeert NAVO ministers over Uruzgan
Nederland wil nog tweeenhalf jaar de leiding houden over de stabilisatiemacht in Uruzgan.
Zijn er daarna nog steeds buitenlandse troepen nodig, is het aan de NAVO om een opvolger te vinden. Dat heeft minister van Buitenlandse Zaken Verhagen vrijdag tegen zijn collega's gezegd op een bijeenkomst van de Noord-Atlantische Raad in Brussel.
Verhagen stak op het NAVO-hoofdkwartier niet onder stoelen of banken dat de solidariteit binnen het bondgenootschap is tegengevallen. 'Tegelijkertijd is Nederland blij dat Tsjechië, Hongarije, Slowakije en Frankrijk hebben aangeboden onze troepen te vervangen en versterken,' aldus de bewindsman.
De NAVO-ministers spraken af de komende tijd door te gaan met het betrekken van de Afghanen bij de veiligheid en de opbouw van het land. Nederland heeft in Uruzgan al veel ervaring opgedaan met deze aanpak. Vooral de training van het Afghaanse leger en de politie door de NAVO-stabilisatiemacht zal veel aandacht krijgen.
Het jaar 2010, wanneer de Nederlandse militairen uit Uruzgan vertrekken, wordt een belangrijk jaar. Dan sluiten de Afghaanse autoriteiten een nieuwe overeenkomst met de internationale gemeenschap over het voortzetten van de hulp. Verhagen benadrukte dat het belangrijk is dat de NAVO alle overeengekomen afspraken heeft uitgevoerd.
'Daarom zullen de internationale organisaties in Afghanistan - de NAVO, de Verenigde Naties en de Europese Unie - nauwer gaan samenwerken,' kondigde de minister aan. Nederland wil dat voooral de VN voortvarender aan de slag gaat in het zuiden.