Nederlands-Britse samenwerking in strijd voor schoon drinkwater
Nederland en het Verenigd Koninkrijk hebben verregaande afspraken gemaakt om miljoenen mensen in Afrika en Azie van schoon drinkwater en sanitatie te voorzien. Op een speciale bijeenkomst over water en sanitatie in New York, tijdens de VN-top voor Millennium Ontwikkelingsdoelen (MDG-top), heeft minister-president Balkenende gezegd dat Nederland investeert om in 2015 vijftig miljoen mensen toegang te geven tot deze basisvoorzieningen.
De bijeenkomst werd voorgezeten door Prins Willem-Alexander.
Uit een VN-rapport over de Millennium Ontwikkelingsdoelen, dat eerder deze maand uitkwam, blijkt dat er de komende zeven jaar nog 1,6 miljard mensen moeten worden voorzien van schoon drinkwater en sanitatie. “Er wordt weliswaar grote vooruitgang geboekt op dit terrein, maar we moeten onze inspanningen verdubbelen om de doelstelling in 2015 te halen,” aldus minister Koenders (Ontwikkelingssamenwerking). Het Nederlandse-Britse initiatief is erop gericht ook andere landen in de Europese Unie tot een grotere inspanning te bewegen om millenniumdoel 7 (MDG 7) te halen. Tweeëneenhalf miljard mensen in Afrika en Azie hebben momenteel geen toegang tot schoon drinkwater en sanitatie.
De overeenkomst richt zich in eerste instantie op een twintigtal landen waar de achterstand met betrekking tot MDG 7 het grootst is. “Schoon drinkwater en sanitatie moeten hoger op de politieke agenda worden gezet, ook in ontwikkelingslanden,” aldus Koenders. Nederland zal daarom het voortouw nemen in landen als Mozambique, Senegal en Jemen. Het doel van het Nederlands-Britse actieplan is ook om de samenwerking met het bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties op het gebied van water en sanitatie te intensiveren. Zoals in Nederland onder het “Schokland-akkoord” de regering met drinkwaterbedrijven Vitens en de Waterleidingmaatschappij Drenthe samenwerkt. Hierdoor hebben twee miljoen mensen in Mozambique, Jemen en Indonesie toegang gekregen tot schoon drinkwater. Nederland en het Verenigd Koninkrijk hebben elk vijftig miljoen euro extra ter beschikking gesteld voor de uitvoering van het akkoord.