Verhagen: OVSE moet ook rechten nieuwe minderheden monitoren
Minister Verhagen vindt dat de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) moet toezien op de rechten van nieuwe minderheden in Europa.
Dat zei Verhagen (Buitenlandse Zaken) dinsdagavond in zijn toespraak bij de uitreiking van de tweejaarlijkse Max van der Stoelprijs. Volgens hem is het belangrijk dat de OVSE ook aandacht heeft voor spanningen in West-Europa die voortkomen uit de aanwezigheid van nieuwe minderheden. "Ik ben van mening dat de Hoge Commissaris voor Nationale Minderheden van de OVSE bij de uitvoering van zijn mandaat ook dient op te treden wanneer de rechten van nieuwe minderheden onder druk staan", aldus de minister.
Verhagen hield zijn speech voorafgaand aan de tweejaarlijkse uitreiking van de Max van der Stoelprijs. De prijs van 50.000 € ging deze keer naar het European Roma Rights Centre in Boedapest. Dit centrum zet zich in voor de mensenrechten van Roma.
Bescherming van minderheden is een belangrijk onderdeel van het Nederlandse mensenrechtenbeleid, stelde Verhagen. "Mensenrechten gelden voor iedereen, overal en altijd. Of het nu de Roma zijn in Moldavië, een boeddhistische monnik in Birma, een slachtoffer van het conflict in Darfur, een journalist in Iran of een boer in Zimbabwe - iedereen moet op dezelfde manier door het internationale mensenrechtensysteem worden beschermd."
De Max van der Stoelprijs werd dinsdag voor de derde keer uitgereikt in Den Haag. Het ministerie van Buitenlandse Zaken stelde de prijs in 2001 in ter ere van Max van der Stoel, minister van Staat en destijds Hoge Commissaris inzake Nationale Minderheden voor de OVSE. De OVSE zet zich in voor het bevorderen van onder andere mensenrechten, democratisering en conflictpreventie in 56 staten, van Vancouver tot Wladiwostok.