Rijk schrapt in toezicht op provincies en gemeenten

De ministerraad heeft er op voorstel van minister Ter Horst van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties mee ingestemd om het toezicht op provincies en gemeenten vanaf 2011 te verminderen en tegelijk te verbeteren. Zeventig wettelijke bepalingen voor specifiek bestuurlijk toezicht, bijvoorbeeld op het gebied van ruimtelijke ordening, milieubeheer en werk en bijstand, worden gesaneerd. Het toezicht wordt beperkt tot twee effectieve instrumenten en maximaal één toezichthouder per beleidsdomein. Zo worden de provincies op het gebied van omgevingsvraagstukken en huisvesting de enige toezichthouder op gemeenten. De rijksinspecties treden terug.

In de bestuursakkoorden die het rijk met gemeenten (2007) en provincies (2008) heeft gesloten, zijn afspraken gemaakt over het terugdringen van het toezicht tussen overheden onderling. Het kabinet gaat uit van vertrouwen in de eigen verantwoordelijkheid van de decentrale overheden en de democratische controle die daar plaatsvindt. Toezicht door een hoger bestuursorgaan moet dus beperkt worden tot het strikt noodzakelijke en door maximaal één toezichthouder per beleidsdomein. Geen dubbel toezicht meer en geen toezicht op zaken die de wet niet voorschrijft aan een decentraal bestuursorgaan.

Het wetsvoorstel revitaliseren generiek toezicht dankt zijn naam aan het streven om de generieke bepalingen in de Provinciewet en Gemeentewet nieuw leven in te blazen en duidelijke afspraken te maken wie toezichthouder is. Daarbij gaat het om de instrumenten 'spontane vernietiging' en 'indeplaatsstelling'. Door spontane vernietiging kunnen besluiten van decentrale bestuursorganen ongedaan worden gemaakt. Met het instrument indeplaatsstelling kan bijvoorbeeld de provincie bij taakverwaarlozing door de gemeente in de plaats van die gemeente die taak uitvoeren.

De ministerraad heeft ermee ingestemd dat het wetsvoorstel voor advies aan de Raad van State zal worden gezonden. De tekst van het wetsvoorstel en van het advies van de Raad van State worden openbaar bij indiening bij de Tweede Kamer.