Fiscale nieuwsflits 8 oktober 2009

Deze fiscale nieuwsflits bevat twee berichten over Wijziging Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990.

Inv: Wijziging Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990

De kwijtscheldingsbepalingen van de Uitv reg Inv wet 1990 zijn zodanig gewijzigd dat de verhoging per 1 januari 2009 van het bedrag van de AOW-tegemoetkoming niet langer invloed heeft op de berekening van de betalingscapaciteit.

Ingevolge art. 26 Inv wet 1990 kan kwijtschelding worden verleend aan belastingschuldigen die niet in staat zijn anders dan met buitengewoon bezwaar de belastingaanslag te betalen. Sinds 1 januari 2005 is de zogenaamde "tegemoetkoming AOW-gerechtigden" van kracht, welke is bedoeld om koopkracht van ouderen op peil te houden. Met ingang van 2009 is die fors verhoogd in verband met de wijzigingen in de fiscale aftrekbaarheid van buitengewone uitgaven in de sfeer van ziektekosten. Daardoor is de situatie ontstaan dat AOW-gerechtigden die eerder wel kwijtschelding kregen, als gevolg van de AOW-tegemoetkoming daarvoor niet langer in aanmerking komen.

Dit effect van de verhoging is onwenselijk. De kwijtscheldingsbepalingen zijn zodanig gewijzigd dat de verhoging per 1 januari 2009 van het bedrag van de AOW-tegemoetkoming niet langer invloed heeft op de berekening van de betalingscapaciteit. Dit door in art. 16, lid 2, onderdelen a en b, van de Uitv reg Inv wet 1990 de in aanmerking te nemen bedragen voor de kosten van bestaan te vermeerderen met het bedrag waarmee de AOW-tegemoetkoming per 1 januari 2009 is verhoogd.

Omdat de wijziging terugwerkende kracht heeft tot en met 1 januari 2009 kunnen belastingschuldigen van wie het kwijtscheldingsverzoek in 2009 eerder is afgewezen vanwege de AOW-tegemoetkoming, opnieuw een kwijtscheldingsverzoek indienen.

De regeling treedt in werking met ingang van de dag na datum van uitgifte van de Staatscourant (2009, 15141).

Besluit van 30 september 2009, DB2009/520M, Inv wet 1990 26 en Uitv reg Inv wet 1990 16

Inv: Wijziging Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990

Dit besluit wijzigt de Uitvoeringsregeling Invorderinswet 1990. Er is een nieuw hoofdstuk ingevoegd dat ziet op de "Overheidsvordering".

De onderhavige ministeriële regeling wijzigt de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990. De wijziging is gebaseerd op art. 19, lid 10 Invorderingswet 1990 (IW 1990). Op grond van dit artikel wordt in de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 een nieuw hoofdstuk ingevoegd dat ziet op de “overheidsvordering”.
De overheidsvordering is ingevolge de wet van 27 september 2007, houdende wijziging van Algemene wet inzake rijksbelastingen en van enige andere wetten, in het kader van het versterken van de fiscale rechtshandhaving en het verkorten van beslistermijnen (Versterking fiscale rechtshandhaving) (Stb. 2007, 376 en gewijzigd bij Stb. 2007, 563) opgenomen in artikel 19, lid 4, IW 1990.

De overheidsvordering wordt in de wetsgeschiedenis aangeduid als “bankvordering”. De benaming is aangepast om tot uitdrukking te brengen dat het geen vordering van de bank betreft maar een vordering van de overheid.

Deze regeling treedt in werking op de datum waarop artikel VI, onderdeel Abis, van de wet van 27 september 2007 tot wijziging van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en van enige andere wetten, in het kader van het versterken van de fiscale rechtshandhaving en het verkorten van beslistermijnen (Versterking fiscale rechtshandhaving) (Stb. 2007, 376 en gewijzigd bij Stb. 2007, 563), in werking is getreden.

De regeling wordt met toelichting in de Staatscourant (2009, 15128) geplaatst.

Besluit van 30 september 2009, DB2009/565, Inv wet 1990 19 en Uitv reg Inv wet 1990