Antwoorden op vragen van de Kamerleden Van Gerven, Leijten en Irrgang (SP) over het inzetten van Indiase OK-assistenten

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

Antwoorden van minister Klink, mede namens minister Koenders van Ontwikkelingssamenwerking op de vragen van de Kamerleden Van Gerven, Leijten en Irrgang (SP) over het inzetten van Indiase OK-assistenten (2009Z14735).

Vraag 1

Wat is uw reactie op het bericht dat het UMC in Groningen (UMCG) OK-personeel uit India in Groningen in gaat zetten?

Antwoord 1

Wij betreuren het dat het UMCG zich inderdaad genoodzaakt zag om op actieve wijze 14 Indiase OK-assistenten te werven. De Minister van VWS heeft een brief richting het UMCG verstuurd waarin de voorzitter van de Raad van Bestuur werd verzocht het voornemen toe te lichten.

Vraag 2

Wat vindt u ervan dat een delegatie van drie personen van het UMCG is vertrokken om daar OK-personeel te vinden? Erkent u dat hier sprake is van actief werven? Zo ja, wat is dan uw oordeel hierover?

Antwoord 2

In zijn brief laat de voorzitter van het UMCG weten dat het UMCG is gestart met interne en lokale arbeidsmarktmaatregelen om het dreigende tekort aan OK-assistenten aan te vullen zodra het dreigende tekort in de OK-capaciteit zich voordeed. Vervolgens is er binnen Europa naar tijdelijke oplossingen gezocht en is er een onvoldoende aantal OK-assistenten geworven. Daarna is het besluit genomen om 14 OK-assistenten in India te gaan werven die al op zoek waren naar werkervaring in Europa.

Een dergelijke handelswijze is in overeenstemming met het uitgangspunt van het kabinet dat werving van buitenlands zorgpersoneel van buiten de EU hooguit een sluitpost van het arbeidsmarktbeleid dient te zijn. Pas als zorginstellingen al het andere uitvoerig hebben geprobeerd en dit niet toereikend blijkt te zijn, zou men over kunnen gaan tot het werven van zorgpersoneel buiten de EU.

Uit gegevens van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) blijkt dat er een tekort aan medisch personeel is in India. Het feit dat het UMCG er voor heeft gekozen in India te werven achten wij daarom ongewenst. Wel moet worden opgemerkt dat deze Indiase verpleegkundigen vallen onder de kennismigrantenregeling en na 3 jaar in het UMCG zullen terugkeren naar India en een certificaat krijgen van het UMCG. Dit kan dus worden beschouwd als een vorm van circulaire migratie, waarbij de expertise die zij hebben opgedaan in Nederland weer ten goede kan komen aan de Indiase maatschappij.

Vraag 3

Hoe strookt dit volgens u met de afspraak dat Nederland niet werft in landen, zoals India, die zelf een tekort aan zorgpersoneel hebben?

Vraag 4

Houdt u nog steeds vast aan uw uitspraak dat u vindt dat zorginstellingen niet mee moeten werken aan een medische braindrain uit ontwikkelingslanden? Zo ja, welke maatregelen gaat u nemen?

Vraag 5

Deelt u de mening van de zorgsector dat er geen behoefte is aan een zogenaamde Nederlandse Code of Conduct, onder andere omdat er reeds de Governance Code is, en een keurmerk voor bemiddelingsbureaus? Zo ja, waarom? Zo nee, bent u bereid samen met de zorgsector te komen tot een ethische gedragscode wat betreft het werven van personeel uit ontwikkelingslanden?

Vraag 6

Erkent u dat dit moreel niet kan, gezien het tekort aan verpleegkundig personeel in India? Zo ja, welke maatregelen gaat u nemen?

Antwoorden 3, 4, 5 en 6

3, 4, 5, 6
Wij maken onderscheid tussen arbeidsmigratie binnen de EU en uit derde landen. Ten aanzien van arbeidsmigratie van gezondheidszorgpersoneel uit derde landen die zelf met een tekort kampen zijn wij zeer terughoudend (TK 29 282, nr. 46). Er kleven ethische en praktische bezwaren aan een dergelijke arbeidsmigratie. Zo is er het gevaar van brain drain in het land van herkomst en zijn taal- en cultuurverschillen vaak lastige barrières.

Op verzoek van VWS hebben werkgevers een zorgbreed Keurmerk van intermediairs en wervingsbureaus ontwikkeld. Daarnaast bestaat er een Governance Code inzake verantwoord maatschappelijk ondernemen. Uit cijfers van de IND blijkt dat Nederland nauwelijks brain drain veroorzaakt op het vlak van de gezondheidszorg (TK 30573, nr. 34).

Hoewel deze cijfers uitwijzen dat het Keurmerk en de Governance Code effectief functioneren, zijn beide instrumenten niet expliciet over het werven in ontwikkelingslanden die zelf met een tekort aan zorgpersoneel kampen. De kwestie van het UMCG laat zien dat dit incidenteel tot ongewenste situaties kan leiden. Wij zullen daarom de behoefte aan een gedragscode voor het niet proactief werven van zorgpersoneel uit ontwikkelingslanden waar een tekort is aan zorgpersoneel nogmaals onder de aandacht van de zorgwerkgevers brengen.

Vanuit de overtuiging dat het arbeidsmarktbeleid voor gezondheidspersoneel op ethische wijze dient te worden vormgegeven zet Nederland zich ook in voor een intensivering van de lopende discussies in EU-verband gericht op het bereiken van heldere afspraken over de voorwaarden waaronder wordt geworven in ontwikkelingslanden. Daarnaast is Nederland actief betrokken bij pogingen om op het niveau van de World Health Organisation (WHO) tot een gedragscode te komen.

Vraag 7

Is het waar dat het UMCG OK-personeel moet werven omdat er in Nederland en Europa te weinig voldoende opgeleid OK-personeel is? Zo ja, staat u niet het schaamrood op de kaken dat een rijk land als Nederland blijkbaar afhankelijk is van de opleidingscapaciteit van verpleegkundigen van een land als India?

Vraag 8

Bent u van mening dat het UMCG en andere ziekenhuizen en de regering op dit moment voldoende doen om het tekort aan OK-personeel op te lossen? Zo ja, waarom? Zo nee, bent u bereid een opleidingsfonds in het leven te roepen voor gespecialiseerde verpleegkundigen?

Antwoord 7, 8

Wij betreuren het dat een Nederlands ziekenhuis zich genoodzaakt zag tot werving van Indiase OK-assistenten. In het licht van (dreigende) personeelstekorten in Nederland en ongewenste maatschappelijke gevolgen is de Minister van VWS momenteel in gesprek met de NFU, de NVZ en V&VN over een opleidingsfonds voor gespecialiseerde verpleegkundigen en ondersteunend personeel, waaronder OK-assistenten. De Minister van VWS heeft een concreet voorstel gedaan richting deze partijen om een dergelijk fonds in 2010 van start te laten gaan. Doel van dit fonds is instellingen te belonen die daadwerkelijk opleiden. Deze financiële stimulans dient er toe te leiden dat ziekenhuizen voldoende geprikkeld worden om voldoende beroepsbeoefenaren adequaat op te leiden.

Het is de bedoeling dat er een simpele regeling komt, met weinig administratieve lasten, die maximale flexibiliteit biedt en waarbij de ziekenhuizen na afloop van een jaar een bijdrage uit het fonds krijgen voor de door hen geleverde opleidingsprestaties. Qua procedure is het daarmee vergelijkbaar met het stagefonds.

Vraag 9

Is de rapportage van het Zorginnovatieplatform betreffende het aantrekken van personeel uit het buitenland voor de zorgsector al beschikbaar? Zo nee, op welke termijn kan de Kamer deze verwachten?

Antwoord 9

Het arbeidsmarktadvies van het Zorginnovatieplatform, welke onder andere ingaat op het werven van buitenlands zorgpersoneel, zal naar verwachting eind november aan de bewindslieden van VWS worden aangeboden en beschikbaar zijn voor de Kamer.