Speech van staatssecretaris Jetta Klijnsma van Sociale Zaken en Werkgelegenheid ter gelegenheid van de opening van de conferentie 24orMore op 5 november 2009 in Amsterdam

Dames en heren,


Toen ik kind was moesten in Nederland vrouwen die gingen trouwen stoppen met werken. Ze werden ontslagen. Gelukkig vinden wij dat nu raar. Jonge vrouwen die nú gaan samenwonen of trouwen blijven gewoon werken. Als ze kinderen krijgen gaan ze meestal in deeltijd werken. En vaak blijven zij dat doen als de kinderen groot zijn. Ook veel vrouwen die geen kinderen hebben werken in deeltijd. Hoe zullen de kinderen van nú dat later vinden? Zullen zij dat ook raar vinden? Net als wij het raar vinden dat onze moeders vroeger niet gewoon konden blijven werken?

Wij kunnen dat met elkaar beïnvloeden! Daarom ben ik heel blij dat u vandaag naar Amsterdam bent gekomen. Ik heet u van harte welkom! Ik heb u net in een paar zinnen laten zien hoe de arbeidsparticipatie van vrouwen in Nederland zich de afgelopen decennia heeft ontwikkeld. In Nederland werken veel vrouwen: meer dan 70%. Maar driekwart van hen werkt in een (kleinere) deeltijdbaan. In sommige opzichten zal dat overeenkomen met de situatie in uw eigen land. Maar in andere opzichten ook niet. Ik verwacht veel van de uitwisseling van kennis en ervaringen tijdens deze internationale conferentie. We kunnen veel van elkaar leren, ideeën opdoen en elkaar inspireren!

Dat is hard nodig. In Nederland bieden wij vrouwen veel faciliteiten. Er is kinderopvang. Er zijn diverse regelingen om langer verlof op te nemen. Deeltijdwerk wordt vrijwel overal geaccepteerd en mogelijk gemaakt. Dat klinkt goed! Maar de keerzijde van het Nederlandse systeem is dat veel vrouwen maar twee of drie dagen per week werken.

Nu kunnen we ons afvragen of dat zo erg is. Vrouwen kiezen er toch zelf voor? Als dat zo is, dan zijn we verder dan Sigmund Freud die zich de vraag stelde:”Was will das Weib?” En dan rest alleen de vraag: wat is er dan op tegen? Dat klinkt logisch. En toch is er veel dat ervoor pleit vrouwen aan te sporen meer te werken. Redenen die niet alleen in Nederland, maar net zo goed in andere landen gelden. Ik noem er een paar:

  • Vrouwen die niet meer dan drie dagen per week werken beperken hun eigen carrièremogelijkheden. Dat is jammer van het talent dat zo onbenut blijft. Voor de vrouwen zélf, maar ook voor hun werkgevers. Bovendien zijn veel vrouwen hierdoor niet economisch zelfstandig.
  • In de huidige economische crisis denken we misschien dat het niet zo nodig is dat vrouwen meer gaan werken. Dat is een bedrieglijke gedachte! Als de economie weer aantrekt hebben we al onze talenten nodig. En vanuit een meer persoonlijk standpunt: daar hoort de vrouw ook bij. Zeker met het oog op de vergrijzing in combinatie met toenemende internationalisering. Juist nú moeten we investeren in de ontwikkeling van vrouwen. Die investering verdienen we op de langere termijn méér dan terug.
  • Vrouwen houden nog steeds grotendeels het thuisfront draaiend. Dat is in elk geval in Nederland zo. Als vrouwen meer gaan werken, biedt dat mannen kansen om meer in huis of met hun kinderen te doen!
  • Ten slotte blijkt uit onderzoek dat het een misverstand is dat de meeste vrouwen niet meer willen werken. Veel vrouwen willen dat wél. Ziedaar het antwoord op de vraag van Freud. Maar vrouwen lopen daarbij nog tegen barrières aan. In Nederland is flexibiliteit van belang, in arbeidstijden, arbeidsvormen en thuiswerkmogelijkheden. Maar hoe brengen we dat in de praktijk? Daar zijn veel partijen voor nodig. En is flexibilisering de enige oplossing? Hoe beïnvloeden opvattingen en beelden over vrouwen in cultureel opzicht de arbeidsparticipatie van vrouwen?

Dát is nu precies waarvoor wij vandaag en morgen bij elkaar zijn. Hoe nemen we barrières weg? Wat werkt wél en wat werkt niet? Juist daarbij kunnen we internationaal veel van elkaar leren. Ik ben heel benieuwd hoe de ervaringen in verschillende landen zijn, welke wetenschappelijke kennis is ontwikkeld. Staat u mij toe het volgende beeld te schetsen: hier bevinden zich internationale 'top-koks', die gaan werken met vele exotische ingrediënten. Vanuit dat beeld ben ik reuze benieuwd naar de gerechten die u aan het eind van deze dagen opdient. Dat beeld brengt mij bij het volgende.

Gisteravond kregen we daar al een voorproefje van. Tijdens een diner spraken we met CEO’s van grote ondernemingen en wetenschappers over de vraag hoe we de arbeidsparticipatie van vrouwen kunnen vergroten. We deden dat verdeeld over vijf verschillende thema’s. Daar kwamen interessante ideeën uit naar voren, die we tijdens de conferentie vandaag en morgen verder kunnen uitwerken.

Dames en heren,

We zijn geen van allen tovenaars of tovenaarsleerlingen, wij beschikken niet over een boek met alle antwoorden. Dé oplossing waardoor vrouwen meer uren gaan werken is nog niet voorhanden. Ik denk wel dat die oplossing ligt in de richting van het bieden van meer flexibiliteit. In Nederland speelt de overheid daarop in door regelingen voor kinderopvang, verlof en flexibel werken. En door het instellen van de Taskforce Deeltijdplus, die deze conferentie organiseert. Een heel goed initiatief, dank daarvoor!

Maar de echte afweging of vrouwen meer gaan werken wordt op de werkvloer gemaakt, in organisaties en bedrijven en aan de keukentafel, thuis, tussen gelijkwaardige partners. In beide domeinen moet flexibiliteit worden geboden. En de cultuur veranderen. We vinden het vaak nog heel vanzelfsprekend dat vrouwen in deeltijd werken. En dat vrouwen die in deeltijd werken tóch geen verdere ambities in hun werk hebben. Het tegendeel blijkt vaak waar! Vrouwen hebben ambities en talent. Het is belangrijk dat we daar optimaal gebruik van maken. Nu én in de toekomst. In Nederland, in Europa en wereldwijd.

Daarom is het zo goed dat u daar vandaag en morgen tijdens deze internationale conferentie over van gedachten wisselt. Ik hoop van harte op concrete aanbevelingen waar we werkelijk verder mee komen. Ieder in ons eigen land en met onze eigen uitgangssituatie. Zodat de meisjes van nú en die van de toekomst het volkomen vanzelfsprekend vinden dat zij fulltime of in een grote deeltijdbaan zullen gaan werken! Ik wens u een vruchtbare en inspirerende conferentie toe!