Persconferentie na ministerraad van 6 november 2009

Minister-president Balkenende ging in de wekelijkse persconferentie na de ministerraad in op het Verdrag van Lissabon, de uitbreiding van Almere en de benoeming van de nieuwe Deltacommissaris. Verder keek hij vooruit naar de herdenking van de val van de Berlijnse Muur op 9 november.

Minister-president Balkenende:

Dames en heren, goedemiddag. We hebben vandaag een lange ministerraad gehad. Dat wil zeggen: we hadden een hele hoop dingen te doen. Vanochtend eerst een zeshoek, toen de Rijksministerraad, toen de ministerraad en tussendoor ook nog andere besprekingen, dus we hadden heel wat zaken op de agenda staan. Laat ik vier zaken noemen.

Te beginnen met het Verdrag van Lissabon. Deze week was belangrijk, en dat wist u natuurlijk vorige week ook al, omdat het constitutioneel hof in Tsjechië een uitspraak zou gaan doen. Dat heeft geleid tot een finale uitspraak. Het was natuurlijk toch wel spannend wat voor uitspraak er zou komen, want dat is van grote betekenis: kun je nu een eind maken aan die juridische discussie? Dat is gebeurd. Een belangrijke uitspraak van het Hof.

Toen was natuurlijk de tweede vraag: hoe zal president Klaus nu zich gaan opstellen? U weet dat we bij de Europese Raad een oplossing hadden gevonden en hij heeft ook diezelfde dag getekend, waardoor er toen wel tempo kwam in het hele proces van de bekrachtiging en ratificatie van het Verdrag van Lissabon.

Dat is een feit van grote betekenis omdat het Verdrag van Lissabon Europa democratischer, slagvaardiger en besluitvaardiger maakt. Dat hebben we ook nodig in deze tijd. We praten niet meer over een unie van de 15. We hebben een unie van de 27 en dat veronderstelt dat je op een andere manier omgaat met processen van besluitvorming. Wat dat betreft een buitengewoon belangrijke dag.

Daarna heeft dat natuurlijk weer zijn eigen dynamiek opgeleverd, omdat ook nu het voorzitterschap van de Europese Raad verder zal gaan met de consultaties. U weet tegelijkertijd dat de heer Reinfeldt in de VS is geweest. Hij zit inmiddels in India.

Hij zal nu binnenkort met zijn consultaties gaan beginnen wat betreft de functies. Dan moeten we ook horen wanneer er sprake zal zijn van een extra Europese Raad. Er is het op het ogenblik nog geen duidelijkheid over wanneer het zou kunnen plaatsvinden. Dat zal natuurlijk ongetwijfeld samenhangen met de consultaties die nog moeten gaan plaatsvinden.

Dat wat betreft het Verdrag van Lissabon. In ieder geval buitengewoon belangrijk dat we deze week die discussie hebben kunnen afronden en dat we nu verder kunnen met de implementatie van het een en ander.

Het tweede punt dat ik zou willen noemen betreft komende maandag, 9 november. Dan herdenken we het feit dat de Berlijnse Muur, het IJzeren Gordijn, toen is gevallen. Dat heb ik gisteren gedaan in mijn Europalezing.

Ik zal zelf ook naar Berlijn gaan samen met andere regeringsleiders om stil te staan bij een buitengewoon belangrijke gebeurtenis in de Europese geschiedenis, omdat het einde van de Berlijnse Muur natuurlijk markeert dat de scheiding die bestond na de Tweede Wereldoorlog werd opgeheven.

In die zin is het een buitengewoon belangrijk moment geweest. Juist ook om stil te staan bij de vraag: hoe is het in het verleden geweest en wat betekent dat verleden juist voor de toekomst van Europa. De opheffing van de deling was een feit van grote historische betekenis.

Het heeft de weg vrij gemaakt voor nieuwe ontwikkelingen in Europa. Het heeft geleid tot een uitbreiding van de EU. Landen die erbij zijn gekomen. En dat heeft Europa een nieuw gezicht gegeven. Een buitengewoon belangrijke gebeurtenis en het is ook terecht dat komende maandag daar dan aandacht aan zal worden besteed.

Een derde punt dat vandaag in de ministerraad aan de orde kwam, dat was Almere. U weet dat Almere een buitengewoon belangrijke gemeente is, ook wat betreft de verdere uitbreiding. Wat betreft de ruimtelijke ordening zeggen we: laten we nu voorkomen dat wij het Groene Hart gaan aantasten. Dat betekent dat je moet zoeken naar bouwlocaties elders.

Het idee is om Almere te laten uitbreiden in westelijke richting. Dat is ook het idee van de gemeente zelf en wij gaan daarin de gemeente ook ondersteunen. Dat betekent dat ook wij onze bijdrage zullen leveren op het gebied van bereikbaarheid, onderwijs - een hogeschool, buitengewoon belangrijk voor Almere.

Ik merk ook als ik contact heb met de bestuurders hoezeer men uitkijkt naar de komst van een hogeschool. Dat begrijp ik heel goed. Ook evenzeer wat gedaan kan worden op het gebied van recreatie en natuur. Laat ik er verder nu niet meer over zeggen. Straks zal er een aparte persconferentie zijn van minister Eurlings en minister Cramer, dat zal in Nieuwspoort plaatsvinden.

Dan een laatste punt wat ik zou willen noemen dat is de benoeming van de nieuwe Deltacommissaris. Een nieuwe functie. U weet dat we na de plannen van de commissie-Veerman hebben gesproken over een Deltawet, over een Deltaprogramma, en we krijgen nu een Deltacommissaris.

En dat zal worden de heer Wim Kuijken, de oud-secretaris-generaal van mijn ministerie van Algemene Zaken, nu de SG van Verkeer en Waterstaat. Ik denk dat we met hem een uitstekende functionaris krijgen. Iemand die zijn sporen heeft verdiend in het verleden, die bestuurlijk Nederland goed kent, die het Deltaprogramma handen en voeten zal gaan geven in samenspel met waterschappen, provincies en gemeenten.

Op deze plaats wens ik hem van harte geluk met deze functie en wens ik hem natuurlijk alle succes bij dit belangrijke werk, want het heeft wel te maken met de toekomst van Nederland en hoe wij omgaan met water. In die zin zal hij ook in de toekomst een belangrijke rol spelen. Dus: gelukgewenst met deze benoeming.