Aangiften inkomstenbelasting 2007

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag

Ons kenmerk: DGB 2008-01114 M

Geachte voorzitter,

Bij de verwerking van aangiften inkomstenbelasting 2007 die tot en met 22 februari 2008 met behulp van het internetprogramma van de Belastingdienst zijn ingediend zijn problemen opgetreden. Op vrijdag 22 februari 2008 is een fout vastgesteld in de programmatuur die de aangiften bij binnenkomst verwerkt.

Daardoor zijn bepaalde velden in de aangiften onbruikbaar geraakt. Als gevolg hiervan waren de aangiften niet volledig en konden zij niet door de Belastingdienst worden verwerkt. Dit heeft plaatsgevonden bij ca. 730.000 aangiften die in de periode 1 januari 2008 tot en met 22 februari 2008 digitaal zijn verzonden. Deze burgers die via hun sofinummer bekend zijn bij de Belastingdienst zullen opnieuw aangifte moeten doen. Zij zullen volgende week een excuusbrief van de directeur-generaal van de Belastingdienst ontvangen. In de brief zal hen worden verzocht de reeds ingediende aangifte nogmaals te verzenden. De bestaande garantieregeling dat een eventuele belastingteruggave vóór 1 juli 2008 wordt betaald, blijft intact.

Op 23 februari 2008 is het probleem verholpen, zodat de aangiften die vanaf dat moment zijn binnengekomen kunnen worden verwerkt. Daarnaast worden de ontvangen aangiften inkomstenbelasting voortaan in een apart archiefbestand opgeslagen voordat er een bewerking plaatsvindt. Het probleem heeft zich overigens niet voorgedaan bij aangiften door hulpverlenende instanties als de hulp-bij-aangifte-campagne, vakbonden en maatschappelijke intermediairs, omdat deze via een andere voorziening worden verwerkt.

De oorzaak van de fout kwam aan het licht bij een ketentest die medio februari 2008 door de Belastingdienst is uitgevoerd. In een dergelijke ketentest wordt de werking van het aangifteprogramma in de totale aangifteketen (opstellen, verzenden, ontvangen en behandelen van aangiften) beoordeeld. Het feit dat een ketentest medio februari wordt uitgevoerd is historisch zo gegroeid. Voordat de digitale aangifte bestond, werden de papieren aangiften medio februari van het jaar aan de burgers gezonden. Hierdoor was er nog zes weken de tijd om de aangiftebehandelingssystemen gereed te hebben voor verwerking van de formulieren. Deze uitloop was noodzakelijk om andere systeemaanpassingen voor bijvoorbeeld de loonbelasting of de omzetbelasting te kunnen realiseren.

Na de introductie van de digitale aangifte in 1996 is deze werkwijze niet veranderd. Wel is het uit overwegingen van dienstverlening mogelijk gemaakt dat burgers hun digitale aangifte al vanaf 1 januari inzenden. Deze werkwijze is tot de aangifte 2007 goed gelopen.

Om de kans op nieuwe fouten bij de verwerking van aangiften te minimaliseren heb ik besloten om de nodige organisatorische maatregelen in de Belastingdienst te treffen. Daartoe grijp ik in in de organisatie van de ICT-functie van de Belastingdienst:

  • Binnen het ministerie van Financiën wordt onder de ambtelijke en bestuurlijke leiding een afdeling ICT-regie en -architectuur ingesteld die voor een sterke centrale sturing op ICT-processen moet zorgen.
  • Er komt een totale herziening van het test- en implementatietraject van ICT-systemen.
  • In iedere fase van het verwerkingsproces van aangiften worden extra voorzieningen voor transactiebeveiliging en gegevensopslag gerealiseerd; daarbij wordt ook gegevensredundantie gerealiseerd.

Ik verwacht dat met het uitvoeren van deze maatregelen de problemen zoals hierboven beschreven tot het verleden zullen behoren.

Tenslotte merk ik op dat ik grote waardering heb voor de energie en de toewijding die de medewerkers in alle onderdelen van de Belastingdienst in hun dagelijkse werk ten toon spreiden. Hun inzet ten behoeve van de verbetering van dienstverlening aan burgers en bedrijven, alsmede ten behoeve van de vereenvoudiging van processen en systemen omwille van het robuust vormgeven van de processen bij de Belastingdienst verdient alle lof. Dit neemt niet weg dat maatregelen in de organisatie van de Belastingdienst nodig zijn.

Hoogachtend,

de staatssecretaris van Financiën,

mr.drs. J.C. de Jager