Dividendbelasting; frequentie verzoeken om teruggaaf
Dividendbelasting; frequentie verzoeken om teruggaaf
Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling, Aspectgebied Internationaal Belastingrecht
Besluit van 30 oktober 2007, nr. CPP2007/2622M, Stcrt. nr. 216
De staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.
In dit besluit wordt goedgekeurd dat de frequentie van het aantal verzoeken om een eerdere teruggaaf van dividendbelasting wordt verhoogd van 2 naar 4 maal in een jaar.
1. Inleiding
In het besluit van 16 maart 2007, nr. CPP 2006/1783M, Stcrt. nr. 60, is in punt 3 goedgekeurd dat vooruitlopend op de teruggaaf op de voet van artikel 10, eerste, tweede en vierde lid van de Wet op de dividendbelasting 1965 ten hoogste tweemaal in het lopende jaar op verzoek een tussentijdse teruggaaf wordt verleend. Ik heb aanleiding gevonden deze goedkeuring te verruimen.
2. Frequentie teruggaven
Tijdens de parlementaire behandeling van het wetsvoorstel Werken aan winst is toegezegd te bezien of de frequentie van het aantal verzoeken om teruggaaf kan worden verhoogd (EK 2006/07, 30 572, C, en brief van 21-11-2006, EK 2006/07, 30 572, E).
Gebleken is dat het verhogen van de frequentie van het aantal verzoeken om tussentijdse teruggaaf niet tot bezwaren in de uitvoering zal leiden. Ik keur daarom goed dat vooruitlopend op de teruggaaf van artikel 10 eerste, tweede en vierde lid van de Wet op de dividendbelasting 1965 ten hoogste vier maal in het lopende jaar een verzoek tot tussentijdse teruggaaf kan worden ingediend. Dit houdt in dat voor het lopende (boek)jaar 2007 (/2008) het aantal verzoeken nog tot en met het vierde verzoek kan worden volgemaakt.
3. Inwerkingtreding
Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.
Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.
Den Haag, 30 oktober 2007.
De staatssecretaris van Financiën,
namens deze:
de directeur-generaal Belastingdienst,
mr. J. Thunnissen.