Fact sheet Vergroening
Staatssecretaris De Jager zet met het Belastingplan 2008 een forse stap in de vergroening van het Nederlandse belastingstelsel. Met de voorgenomen maatregelen moeten de mate van milieuvervuiling en milieubevordering beter in de prijzen tot uitdrukking komen. Dit belastingplan markeert daarmee de start van de verschuiving van het belasten van arbeid en winst naar het zwaarder belasten van milieuvervuilend gedrag.
De ambitie van dit kabinet is om in 2020 in Nederland één van de meest duurzame en efficiënte energievoorzieningen van Europa te hebben. Deze doelstelling vraagt om een gedragsverandering, waarbij fiscale maatregelen kunnen helpen. Bijvoorbeeld door de milieudruk duidelijk in de prijs tot uitdrukking te laten komen. Aan de ene kant een heffing op milieuvervuilend gedrag, aan de andere kant belastingverlaging waar handelen leidt tot milieuverbetering.
De belangrijkste milieumaatregelen uit het Belastingplan 2008:
- Nieuwe belasting: de vliegbelasting;
- Nieuwe belasting: de verpakkingenbelasting;
- Schone en zuinige auto's worden goedkoper, vervuilende en onzuinige auto's duurder;
- Milieuonvriendelijke brandstoffen worden duurder.
Deze maatregelen worden hieronder toegelicht.
Nieuwe belasting: de vliegbelasting
Bij veel vormen van vervoer wordt mede met behulp van heffingen rekening gehouden met de milieueffecten. Bij vliegen is dit niet het geval, terwijl de schade voor het milieu door vliegverkeer fors is. De communautaire wetgeving en internationale verdragen verzetten zich tegen een accijnsheffing en omzetbelasting, maar niet tegen een belasting op passagiers. Zo'n vliegbelasting bestaat bijvoorbeeld al in het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk.
De op 1 juli 2008 in te voeren vliegbelasting wordt opgelegd per vertrekkende passagier. Transferpassagiers zijn van de heffing uitgezonderd. Er wordt gedifferentieerd naar bestemming. Het tarief wordt € 11,25 voor landen van de Europese Unie of afstanden tot 2500 kilometer. Voor langere afstanden is de belasting € 45. De belasting wordt opgelegd aan de exploitant van de luchthaven. Deze is namelijk eenvoudig in staat om aangifte te doen op basis van gegevens die luchtvaartmaatschappijen moeten verstrekken. De vliegbelasting levert op jaarbasis € 350 miljoen op. Voor 2008 is dat, door de invoering halverwege het jaar, ongeveer de helft.
Nieuwe belasting: de verpakkingenbelasting
Met ingang van 1 januari 2008 introduceert het kabinet een verpakkingenbelasting. Deze belasting draagt bij aan het verminderen van het aantal verpakkingen en aan een verschuiving naar verpakkingsmaterialen met een minder schadelijke invloed op het milieu. Zeven verpakkingsmaterialen worden onderscheiden: glas; aluminium; andere metalen; kunststof; papier en karton; hout en overige materiaalsoorten. Afhankelijk van de milieudruk is per materiaalsoort een eigen tarief vastgesteld. De belasting is zoveel mogelijk gebaseerd op een al bestaande heffing van het bedrijfsleven. Hierdoor blijven de administratieve lasten zo laag mogelijk. Deze bedrijfsheffing werd ingezet voor afvalscheiding en het terugdringen van zwerfafval en wordt in de nieuwe belasting geïncorporeerd. Tegelijkertijd krijgt het ministerie van VROM extra geld voor een afvalfonds dat wordt ingezet voor de doelen van afvalscheiding en het terugdringen van zwerfafval.
Om het aantal belastingplichtigen zo klein mogelijk te houden, zijn bedrijven die per jaar minder dan 15.000 kilo verpakkingsmateriaal op de markt brengen vrijgesteld van de belasting. Het aantal belastingplichtigen wordt hiermee met bijna 98 procent verminderd, terwijl nog steeds 95 procent van het verpakkingsmateriaal in de heffing wordt betrokken. De overige bedrijven betalen pas belasting vanaf 15.000 kilo.
De belasting is als hoofdregel verschuldigd op het moment dat producten in een verpakking voor de eerste maal in Nederland aan een ander ter beschikking worden gesteld. Daarnaast is de belasting ook verschuldigd op het moment dat een importeur de verpakking van ingevoerde producten verwijdert en afvoert. Er geldt een uitzondering voor zogenaamde lastminuteverpakkingen (bijvoorbeeld tasjes en patatbakjes). Deze zijn belast bij de producent van de (lege) verpakking. Belastingplichtige is de producent of importeur van de (producten in de) verpakking.
De opbrengst van deze belasting is in 2008 € 240 miljoen per jaar. Vanaf 20 09 zal de opbrengst € 365 miljoen bedragen. (In 2008 gelden eenmalig lagere tarieven om het effect op de inflatie te beperken.)
Schone en zuinige auto's worden goedkoper, vervuilende en onzuinige auto's duurder
Ook het autoverkeer belast het milieu. De milieuprestaties van auto's worden veel meer dan nu bepalend voor de belastingen op auto's, zodat auto's zuiniger worden (CO2-uitstoot) en ook schoner (uitstoot van fijn stof en NOx). De aanschaf van vervuilende, onzuinige auto's wordt duurder. Schone en (zeer) zuinige auto's worden goedkoper in aanschaf (en gebruik). Dit gebeurt op de volgende manieren:
Maatregelen voor (on)zuinige auto's
In de BPM (aanschafbelasting) bestaan nu al energielabels voor personenauto's. Deze regeling wordt geïntensiveerd, zowel korting (bonus) als toeslag (malus) worden verhoogd. De bonus voor zeer energiezuinige auto's (label A) gaat omhoog van € 1.000 naar € 1.400. De malus van zeer onzuinige auto's (label G) wordt verhoogd van € 540 naar € 1.600. Het verschil tussen de maximale bonus en de maximale malus wordt zo verhoogd van € 1.540 naar € 3.000.
Voor zeer onzuinige auto's wordt een CO2-toeslag ingevoerd. De toeslag bedraagt € 110 per gram CO2-uitstoot boven een bepaalde grens. Voor benzineauto's is de grens 240 gram per kilometer, voor dieselauto's 200 gram per kilometer. Bestelauto's zijn uitgezonderd van deze maatregel.
Niet alleen de aanschaf, maar ook het gebruik van zeer zuinige auto's wordt gestimuleerd. De MRB wordt gehalveerd voor benzineauto's met een uitstoot van maximaal 110 gram per kilometer en dieselauto's met een uitstoot van maximaal 95 gram per kilometer. De maatregel gaat in op 1 februari 2008.
Maatregelen voor (niet) schone auto's
Voor dieselpersonenauto's wordt een differentiatie naar uitstoot van fijn stof ingevoerd. Zo wil het kabinet de aanschaf van schone dieselauto's bevorderen. Een dieselauto met een uitstoot van 0 mg/km krijgt een BPM-korting van € 1.000. Met elke mg/km meer zal de korting met € 200 afnemen. Vanaf 6 mg/km betekent dit een toeslag van € 200. De maximale toeslag op de aanschaf is € 4.000.
De maatregel gaat in op 1 februari 2008.
Veranderingen in de bijtelling van de auto van de zaak
Voor zeer zuinige auto's van de zaak wordt de bijtelling fors verlaagd. De bijtelling gaat omlaag naar 14 procent van de waarde van de auto. Voorwaarde is dat de uitstoot voor een dieselauto niet hoger is dan 95 gram per kilometer, voor een auto op benzine niet hoger dan 110 gram per kilometer.
Voor andere lease-auto's die privé gebruikt worden gaat de bijtelling omhoog van 22 naar 25 procent.
Deze twee maatregelen gaan in op 1 januari 2008.
Milieuonvriendelijke brandstoffen worden duurder
Verhoging dieselaccijns
Diesel heeft ten opzichte van benzine een grotere uitstoot van fijn stof en stikstofoxide, terwijl de accijns op diesel lager is dan die op benzine. Mede daarom wil het kabinet de accijns op diesel verhogen met 3 cent per liter op 1 juli 2008 en met 1 cent per liter op 1 januari 2009. Het gaat zowel om 'gewone' blanke als om rode diesel (voor andere doelen dan wegverkeer).
Verhoging LPG-accijns
Personenauto's op LPG zijn schoner dan dieselauto's, maar gemiddeld vervuilender dan benzineauto's. Het milieuvoordeel ten opzichte van dieselauto' s neemt steeds verder af, terwijl de accijns op LPG sinds de invoering in 1994 nauwelijks is verhoogd. Mede daarom verhoogt het kabinet de accijns op LPG met 1,5 cent per liter op 1 juli 2008 en met 1 cent per liter op 1 januari 2009.