Fiscale nieuwsflits 13 oktober 2006

OB: Ingangsdatum fiscale eenheid

Dit besluit is een samenvoeging van twee besluiten die zijn verschenen op het gebied van de heffing van omzetbelasting bij werkzaamheden van commissarissen. Er zijn geen inhoudelijke wijzigingen beoogd.

Commissarissen hebben als lid van de raad van commissarissen, een orgaan van een NV of een BV, een toezichthoudende taak. Als de commissaris voor zijn werkzaamheden als belastingplichtige wordt aangemerkt, moet hij omzetbelasting in rekening brengen over de vergoeding. Hierbij worden twee situaties onderscheiden te weten de vervulling van een commissariaat als nevenwerkzaamheid en de vervulling van een aantal commissariaten als zelfstandige uitoefening van een beroep.

In het eerste geval zijn de werkzaamheden nauw verbonden met of liggen in het verlengde van de overige in het bedrijf of beroep plaatsvindende activiteiten. te denken valt aan commissariaten die worden vervuld door bijvoorbeeld advocaten en belastingadviseurs. Als deze personen hun beroep in een maatschap uitoefenen is de maatschap in beginsel omzetbelasting verschuldigd. Op praktische gronden is goedgekeurd dat het betreffende maatschapslid de factuur uitreikt. Voorwaarde daarbij is dat de maatschap deze factuur opneemt in de administratie.

Van de tweede situatie is sprake indien het voor de uitoefening van de werkzaamheden vereiste vakmanschap aanwezig is en de werkzaamheden een duurzaam karakter dragen. Om zekerheid te geven over de belastingplicht in deze situatie is goedgekeurd dat de heffing van omzetbelasting achterwege blijft bij het vervullen van niet meer dan 4 commissariaten. Commissariaten binnen één concern tellen in dit verband als één commissariaat als de commissaris daarvoor één vergoeding ontvangt.

Dit besluit werkt terug tot en met 5 oktober 2006 en is geplaatst in Staatscourant nr. 198.

Besluit van 5 oktober 2006, CPP2006/2138M, OB 1968 7