Loonheffingen. Stamrechten; aanwijzing buitenlandse verzekeraars
Loonheffingen. Stamrechten; aanwijzing buitenlandse verzekeraars
Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling, Sector brieven & beleidsbesluiten
Besluit van 7 januari 2008, nr. CPP2007/2826M, Stcrt. nr. 10
De staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.
Dit besluit opent de mogelijkheid voor buitenlandse lichamen om zich aan te laten wijzen als verzekeraar van een stamrecht als bedoeld in artikel 11, eerste lid, onderdeel g, van de Wet op de loonbelasting 1964. Dit besluit loopt daarmee vooruit op een wetswijziging.
De Wet op de loonbelasting 1964 (Wet LB) sluit wat de toegelaten verzekeraars van stamrechten betreft grotendeels aan bij de toegelaten verzekeraars van pensioenen. Zie artikel 11, eerste lid, onderdeel g, onder 2º, van de Wet LB, dat verwijst naar de pensioenverzekeraars van artikel 19a, eerste lid, onderdelen a, b of d, van de Wet LB. Artikel 11 verwijst evenwel niet naar de buitenlandse lichamen die op grond van een aanwijzing van de minister kunnen optreden als pensioenverzekeraar. Zie artikel 19a, eerste lid, onderdeel f, van de Wet LB. Ik acht dit verschil tussen verzekeraars van pensioenen en stamrechten niet wenselijk. Vooruitlopend op wijziging van de wetgeving keur ik daarom het volgende goed.
Goedkeuring
Ik keur goed dat in artikel 11, eerste lid, onderdeel g, onder 2º, van de Wet LB de zinsnede “artikel 19a, eerste lid, onderdelen a, b of d” wordt gelezen als “artikel 19a, eerste lid, onderdelen a, b, d of f”. Artikel 10d van het Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965 is hierbij van overeenkomstige toepassing.
Inwerkingtreding
Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.
Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.
Den Haag, 7 januari 2008.
De staatssecretaris van Financiën,
namens deze:
de directeur-generaal Belastingdienst,
mr. J. Thunnissen.