Meer Nederlandse investeringen in Ghana door belastingverdrag
Zekerheid over fiscale behandeling van inkomsten en vermogen door de Ghanese overheid voor Nederlandse investeerders. Dat is het belangrijkste gevolg van een belastingverdrag dat afgelopen maandag in Accra is ondertekend door staatssecretaris Jan Kees de Jager en zijn Ghanese collega Dr. Anthony Akoto Osei.
Het verdrag levert een positieve bijdrage aan de groei van de Ghanese economie omdat het voor Nederlandse bedrijven aantrekkelijker wordt in Ghana te investeren. Het verdrag moet nog ter parlementaire goedkeuring worden voorgelegd.
Het verdrag met Ghana is gebaseerd op het OESO modelverdrag. Omdat Ghana een ontwikkelingsland is zijn er ook elementen uit het VN modelverdrag terug te vinden. In vergelijking met belastingverdragen met ontwikkelde landen wijst dit verdrag het recht om belasting te heffen vaker toe aan het land waar belastbare inkomsten vandaan komen (de bronstaat). Dit betekent in de praktijk dat belastinginkomsten bij grensoverschrijdende activiteiten terecht komen in het ontwikkelingsland.
In het verdrag zijn de heffingsrechten zowel ten aanzien van het inkomen van natuurlijke personen als ten aanzien van ondernemingswinsten vastgelegd. Het is voor Ghana belangrijk om het heffingsrecht te behouden over een deel van het rendement op de Nederlandse investeringen in Ghana, wanneer dat rendement weer terugvloeit naar Nederland. Vandaar dat in het verdrag de volgende bronbelastingen op dividend, interest en royalty's zijn overeengekomen: Voor dividenden geldt een bronheffing van 5% bij een aandelenbelang van ten minste 10%. In andere gevallen bedraagt de bronheffing 10%. Voor interest geldt een bronheffing van 8% waarvan verschillende soorten interestbetalingen zijn vrijgesteld zoals bijvoorbeeld de interest betaald aan banken, verzekeringsmaatschappijen en andere financiële instellingen. Voor royalty's en vergoedingen voor technische diensten geldt een tarief van 8%.
Ghana heeft het heffingsrecht bij de uitvoering van een bouwwerk, bij constructie- of montage werkzaamheden of bij toezichthoudende activiteiten indien deze meer dan 9 maanden duren. Dit geldt ook voor toezichthoudende activiteiten die geen verband houden met de uitvoering van een bouwwerk, een constructie- of montageproject, als deze activiteiten meer dan 9 maanden duren.
De Nederlandse handel met Ghana neemt gestaag toe. In 2006 groeide de Nederlandse export naar Ghana met ruim 12% tot 185,7 miljoen euro. De Nederlandse import (cacao en aluminium producten) overtreft de export en bedroeg 242 miljoen euro. Al sinds 2000 is Nederland voor Ghana een van de belangrijkste afzetmarkten; goed voor een afzet van 11% van de Ghanese export. Sinds 2003 is er een gezamenlijke Nederlands-Ghanese kamer van koophandel en cultuur (GHANECC).