Reactie op motie huurtoeslag
Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
Uw brief (Kenmerk) 30 800 XI, nr. 51
DGB 2007-00317 M
Geachte voorzitter,
Tijdens de behandeling van de begroting van VROM in december 2006 zijn vragen gesteld over de uitvoering van de huurtoeslag door de Belastingdienst. Het kamerlid Jansen c.s. heeft bij die gelegenheid een motie ingediend met als doel de uitvoering van de huurtoeslag te verbeteren. De minister van VROM heeft in reactie daarop een brief over de uitvoering van de huurtoeslag toegezegd.
In de motie vragen de indieners om verkorting van de afdoeningstermijnen voor aanvragen en bezwaarschriften tot vier respectievelijk zes weken, financiële compensatie bij overschrijding van deze termijnen, persoonlijk contact met de aanvrager bij incomplete aanvragen en een goed bereikbaar loket voor professionele partijen die namens aanvragers contact opnemen met de Belastingdienst.
1. Uitbetaling huurtoeslag
Allereerst merk ik op dat ik mij, evenals de indieners van de motie, er zeer van bewust ben dat veel huurders voor de maandelijkse huurbetaling afhankelijk zijn van huurtoeslag. Gezien dit belang is er voor gekozen om bij de toeslagen de prioriteit te leggen bij een zo spoedig mogelijke uitbetaling aan potentiële rechthebbenden.
Mocht door onvoorziene omstandigheden uitbetaling toch langer op zich laten wachten en ontstaan hierdoor voor de huurder problemen, dan bestaat desgevraagd de mogelijkheid tot spoedbetalingen - en bij acute financiële problemen - superspoedbetalingen. Aanvragers kunnen hierdoor binnen vijf werkdagen over hun toeslag beschikken. Er zijn in 2006 in totaal ongeveer 17.000 spoedbetalingen en 28.500 superspoedbetalingen verricht. Met deze betalingen kunnen huurders met financiële problemen adequaat en op maat worden geholpen.
2. Toeslagenproces 2007
Voor het eerste toeslagjaar (2006) werden op basis van aanvragen van rechthebbenden ongeveer 5,7 miljoen huur- / zorgtoeslagen toegekend. De Belastingdienst moest deze aanvragen verwerken, beschikkingen opmaken en deze aan rechthebbenden verstrekken en voor maandelijkse uitbetaling zorgdragen. Een aanvraagproces als zodanig is kwetsbaar omdat het veel vraagt van de burger en van de uitvoeringsorganisatie, zeker bij een grootschalig uitvoeringsproces zoals toeslagen. Een gering percentage aan niet goed verwerkbare aanvragen en op zichzelf kleine verstoringen in de werkprocessen en de ondersteunende automatiseringssystemen kunnen in zo’n grootschalig proces verregaande gevolgen hebben. Hierover is uw Kamer in 2006 met regelmaat geïnformeerd.
Voor 2007 is een ander verwerkingsproces gehanteerd, namelijk die van het zogeheten automatisch continueren. Deze werkwijze houdt in dat de toeslagen 2007 zonder tussenkomst van de rechthebbenden zijn toegekend op basis van de aanvraaggegevens over 2006. De problemen zoals deze zich hebben voorgedaan bij het massale aanvraagproces 2006 zijn hierdoor vermeden. De eerste resultaten van deze werkwijze stemmen hoopvol. Ruim 6 miljoen rechthebbenden hebben eind 2006 hun beschikking 2007 en eerste toeslagbetaling ontvangen. Binnenkort zal ik in een afzonderlijke brief meer in detail ingaan op de stand rond de toeslagen 2007.
3. Verkorting afdoeningstermijnen
Door het automatisch continueren speelt het probleem van tijdige afdoening met ingang van toeslagjaar 2007 niet langer voor de massale toekenning. Daarmee speelt de behandeltermijn van aanvragen (wettelijk acht weken) alleen nog voor nieuwe, eerste aanvragen. Los daarvan impliceert de motie dat de wettelijke afdoeningstermijnen voor aanvragen en bezwaren te lang zijn.
Ik acht het van belang dat de uitvoeringsorganisatie een redelijke termijn wordt geboden om aanvragen te kunnen verwerken en bezwaren te kunnen behandelen. Het hanteren van kortere dan de huidige wettelijke termijnen betekent dat het verwerkingsproces onder nog grotere druk komt te staan, met negatieve gevolgen voor de kwaliteit en een hoger foutrisico.
Rekening houdend met de mogelijkheid van spoedbetalingen in urgente situaties zit naar mijn mening het probleem vooral in het niet in alle gevallen halen van de bestaande wettelijke termijnen. Voor de zorg hiervoor, die uit de motie spreekt, heb ik begrip. Om aan deze zorg tegemoet te komen zal ik de gerealiseerde afdoeningtermijnen de komende periode monitoren en waar mogelijk aanvullende maatregelen treffen. Indien daartoe aanleiding is, zal ik tevens uw Kamer informeren.
4. Persoonlijk contact bij incomplete aanvragen
De Belastingdienst streeft ernaar om uit het oogpunt van dienstverlening bij incomplete aanvragen de ontbrekende gegevens zoveel mogelijk zelf aan te vullen. In de praktijk blijkt dat dit in ca. 95% van de gevallen mogelijk is. In de overige gevallen wordt contact gezocht met de aanvrager zelf.
5. Loket professionele partijen
Voor professionele partijen heeft de Belastingdienst nu al een voorziening ingesteld. Ik heb geen signalen ontvangen dat de hulp aan professionele partijen ontoereikend is en aanvullende maatregelen noodzakelijk zouden zijn.
Hoogachtend,
G. Zalm