Reactie op motie uItbetaling kinder- en ouderentoeslag
De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA ‘S-GRAVENHAGE
Ons kenmerk: AFP 2006-00646
Geachte voorzitter,
De motie van het lid Crone c.s. verzoekt de regering uw Kamer te informeren over de uitbetaling van kinder- en ouderenkortingen (kamerstukken II 2005/6, 30306, nr. 50). Mede namens de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de minister en staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid kan ik u als volgt berichten.
Het kabinet wil per 1 januari 2008 de kinderkorting omzetten in een kindertoeslag, waardoor de verzilveringsproblemen van de belastingplichtigen die recht hebben op de kinderkorting tot het verleden behoren. Voor een verantwoorde uitvoering door de Belastingdienst van een nieuwe toeslag geldt als regel een tijdstraject van anderhalf jaar. Uitvoering per 1 juli 2007 is daarom niet mogelijk. Om invoering van een kindertoeslag op de kortst mogelijke termijn, dit wil zeggen per 1 januari 2008, mogelijk te maken is een wetsvoorstel terzake naar de Raad van State gestuurd. De Belastingdienst / Toeslagen kan daardoor tijdig beginnen met het treffen van voorbereidingen van de invoering.
De omzetting van de kinderkorting in een kindertoeslag betekent dat de faciliteit van het fiscale domein verhuist naar het domein van de sociale zekerheid met de daarbij geldende sociale-zekerheidsverdragen en verordeningen, waar ook de kinderbijslag onder valt. Dit heeft tot gevolg dat de kindertoeslag zal worden geëxporteerd naar landen waarmee een verdragsrelatie bestaat, en dat binnen de EU het coördinatieregime ten aanzien van gezinsbijslagen van Verordening (EEG) nr. 1408/71 van toepassing zal zijn.
Verder wil het kabinet met ingang van 1 januari 2009 de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten (WTOS) voor kinderen tot 18 jaar integreren in de Wet op de kindertoeslag, vanwege de administratieve lastenverlichting. De burger kan dan bij één loket terecht. Bovendien leidt deze integratie tot eff iciencyvoordelen. Deze integratie zal te zijner tijd bij separaat wetsvoorstel plaatsvinden.
Het kabinet heeft, conform gevraagd in de motie Crone, overwogen om eveneens de ouderenkortingen om te vormen tot toeslagen. Om de volgende redenen ziet het kabinet af van deze maatregel:
• Ouderen met uitsluitend AOW worden niet geconfronteerd met de verzilveringsproblematiek.
• Voor ouderen met aftrek van buitengewone uitgaven wordt het eventueel optredende verzilveringsprobleem gecompenseerd via de Tegemoetkomingsregeling buitengewone uitgaven (Tbu).
• Ouderen met een onvolledig AOW-pensioen en weinig of geen aanvullend pensioen kunnen een beroep op de wet werk en bijstand doen. Hierdoor worden ze de facto gecompenseerd voor een optredend verzilveringsprobleem.
• Voor ouderen die gedurende het jaar 65 jaar worden, kan weliswaar in dat jaar een verzilveringsprobleem ontstaan maar dat is slechts tijdelijk van aard.
Samenwerking SVB en Belastingdienst/Toeslagen
Door het omzetten van de kinderkorting in een kindertoeslag wordt de fiscale regelgeving verlaten en wordt de Nederlandse en de Europese sociale zekerheidregelgeving van toepassing. Dit betekent dat diverse bilaterale verdragen en de Verordening (EEG) nr. 1408/71 van toepassing zijn op de kindertoeslag. Hierdoor wordt de doelgroep voor de kindertoeslag een andere dan de kinderkorting. Het meest in het oog springende verschil is dat bij de kinderkorting een dubbele eis mag worden gesteld: het kind moet bij de ouder inwonen én de ouder moet het kind in belangrijke mate onderhouden. Doordat de kindertoeslag onder de sociale-zekerheidregelgeving komt te vallen, mag deze dubbele eis niet meer worden gesteld. In dat geval heeft iemand recht op de kindertoeslag als het kind bij de ouder inwoont óf de ouder het kind in belangrijke mate onderhoudt.
De bovengenoemde bilaterale verdragen en de Verordening gelden ook voor de Algemene Kinderbijslag Wet (AKW), die door de Sociale Verzekeringsbank (SVB) wordt uitgevoerd. Teneinde de eenduidigheid van de begrippen te verhogen, zullen de begrippen en definities die de AKW hanteert met betrekking tot de begrippen ‘kind’ en ‘gerechtigde’, ook voor de kindertoeslag worden gehanteerd.
Door deze harmonisatieslag wordt het ook logisch dat SVB en de Belastingdienst/Toeslagen langs de denklijnen van het project Andere Overheid intensief gaan samenwerken, zoals dat ook al het geval is tussen UWV en de Belastingdienst. Daarmee wordt het gemak van de burger nog verder vergroot.
De Belastingdienst/Toeslagen zal uitgaan van de gegevens die SVB verkrijgt voor de vaststelling van het recht op kinderbijslag. Daartoe zal de registratie van kindgegevens bij de SVB zodanig moeten worden omgevormd dat alle gegevens met betrekking tot ouder en kind zonder verdere controle door de Belastingdienst kunnen worden gebruikt.
Deze samenwerking zal worden neergelegd in een samenwerkingsconvenant.
Hoogachtend,
de minister van Financiën,
G. Zalm