Soepelheid voor DGA’s na uitspraak Europees Hof
De Belastingdienst versoepelt de gevolgen van de uitspraak van het Europese Hof van Justitie waarin wordt gesteld dat directeur-grootaandeelhouders (DGA’s) niet langer voor de BTW als ondernemer worden gezien.
Als de goederen waarover nu BTW afdracht moet plaatsvinden in de onderneming worden ingebracht, blijven de normale regels voor privégebruik van toepassing. Voorwaarde is wel dat de DGA de goederen vóór 1 april 2008 aan zijn vennootschap levert. Als de DGA goederen in privé houdt, zoals onroerende zaken, moet in beginsel BTW worden betaald over de actuele waarde van die goederen. De staatssecretaris heeft echter bepaald dat mag worden afgerekend op basis van de afschrijvingssystematiek, die bij de BTW-heffing gebruikelijk is (5 jaar voor roerende goederen en 10 jaar voor onroerende goederen). Daarmee worden de gevolgen voor de BTW-heffing beperkt.
Voor bestelauto's blijft het lage MRB-tarief gehandhaafd en is er ook in de toekomst geen MRB verschuldigd, mits de bestelauto voor een bepaalde datum wordt geleverd aan de vennootschap van de DGA of aan een andere BTW-ondernemer.