Kunst in cijfers

Deze uitgave van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap presenteert algemene gegevens over culturele instellingen die het ministerie subsidieert.

Kunst in cijfers presenteert het aantal voorstellingen van toneelgezelschappen en hun bezoekers, maar ook de eigen inkomsten van instellingen en de samenwerking tussen musea en scholen. Kunst in cijfers brengt die gegevens voor ongeveer 120 instellingen in beeld. Of het nu gaat om musea of toneelgezelschappen, festivals of orkesten. Eigenlijk gaat het om alle instellingen die kunst maken.

Je ziet dan naast overeenkomsten ook opmerkelijke verschillen. Niet alleen tussen verschillende kunstvormen, maar ook tussen instellingen in één discipline onderling. Instellingen kunnen hun eigen situatie zo spiegelen aan die van anderen. Waar staat de instelling in verhouding tot de eigen sector? En hoe staat de sector ervoor in vergelijking met andere sectoren? Wat kun je van elkaar leren?

Daarnaast gaat de uitgave in op twee thema’s: cultuureducatie en kunstvakonderwijs. Bij cultuureducatie is ook het gebruik van de Cultuurkaart onderzocht: een culturele creditcard waarmee middelbare scholieren terecht kunnen bij bijvoorbeeld theaters en musea. 89% van de 930.000 leerlingen gebruiken de Cultuurkaart. En uit de gegevens over het kunstvakonderwijs blijkt dat het kunstvakonderwijs, als het gaat om studierendement, hoger eindigt dan de gemiddelde hbo-opleiding.

Het doel van Kunst in Cijfers is een helder en realistisch beeld te geven van instellingen die het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Onderwijs subsidieert. De uitgave heeft niet de pretentie een volledig en exclusief beeld te schetsen. Het vormt een aanvulling op bestaande jaarlijkse uitgave van het ministerie, zoals Kerncijfers en Bestel in Beeld. De eerste uitgave is gericht op beleidsverantwoording richting de Tweede Kamer, de tweede uitgave brengt algemene ontwikkelingen en trends op het gebied van onderwijs, cultuur en wetenschap in beeld.