Toespraak minister Ter Horst bij 15-jarig bestaan van Nbbe (Nederlands bureau brandweerexamens)

Dames en heren,

Alweer bijna een jaar geleden stortte hier vlakbij een Turkse Boeing 737 neer. Nederland werd geconfronteerd met een groot ongeval. Alle leerstof, alle oefeningen, moesten direct worden omgezet in vakbekwame handelingen. De Poldercrash heeft aangetoond dat de regio zo’n groot ongeval aan kan. Het ongeval heeft aangetoond dat de kwaliteit van de hulpverlening op een hoog peil staat en dat er niets mis is met de vakbekwaamheid van het personeel.

Dat is niet vanzelfsprekend. U weet dat we zo’n drie jaar geleden met een inhaalslag zijn begonnen om de kwaliteit van de rampenbestrijding en crisisbeheersing op een hoger peil te brengen. Er is veel geïnvesteerd om de slagkracht te vergroten met de opzet van de veiligheidsregio’s.

Een cruciale rol in die verbeterslag is weggelegd voor het Nbbe. Het Nbbe is als examenbureau de kwaliteitsbewaker van de brandweer.
Als ergens de vakbekwaamheid niet ter discussie mag staan dan is het wel bij de brandweer. Uw kennis en vaardigheden kunnen mensenlevens redden. Niet alleen de levens van burgers, maar ook die van brandweermensen zelf. U neemt risico’s voor een veilige samenleving, maar niemand vraagt aan u of dat ten koste van uw eigen veiligheid gebeurt. Op een veilige manier werken aan veiligheid is een wezenlijk aspect van vakbekwaamheid en het Nbbe speelt hier een belangrijke rol bij.

Ik hecht zeer aan een gezaghebbend examenbureau met een stevige en logische positie binnen de rampenbestrijding en crisisbeheersing. Vijftien jaar geleden werd een belangrijke stap gezet naar die positie.
Op 1 april 1994 verliet het Nbbe het ouderlijk huis. Als zelfstandige organisatie werd ze verantwoordelijk voor de organisatie en uitvoering van de brandweerexamens. Een taak die tot dan werd uitgevoerd door het bureau Brandweerexamens van het ministerie van Binnenlandse Zaken.

Bij de overgang kreeg het Nbbe een cadeau mee van het ministerie. Een plaquette met rode bretels. Ze drukte uit dat het Nbbe voortaan haar eigen broek omhoog moest houden. Je kunt ook iets anders uit die bretels aflezen. Misschien was het ministerie wel bezorgd dat het Nbbe een te grote broek had aangetrokken.

De conclusie na vijftien jaar is dat het Nbbe op een goede en meer natuurlijke plek terecht is gekomen. Meer op afstand van het ministerie, en dichter op de praktijk. Dat is wat mij betreft ook de plek die het bureau moet innemen. Het ministerie is van de kaders en niet van de gevolgen van bluswater op chemische stoffen. Anders gezegd: laat de uitvoering over aan de professionals.

De productie van het Nbbe is hoog. Jaarlijks worden er veertig tot vijftig duizend examens afgelegd. Iedere brandweerman en –vrouw kent het Nbbe. De deskundigheid van het bureau wordt meer en meer erkend en het heeft zich tot een gezaghebbend bureau ontwikkeld.

Die positie heeft het Nbbe niet cadeau gekregen. Zeker in de beginperiode was er kritiek op het bureau dat het te ver van het brandweerveld af stond. Als die kritiek gaat domineren, tast het de geloofwaardigheid en het gezag aan, en dat is funest voor een examenbureau. Positief is daarom dat het Nbbe die kritiek heeft opgepakt. Door regelmatig in gesprek te gaan met de beroepsgroepen – de “kritische vrienden” zoals de heer Elzenga al zei. Door zichzelf te vernieuwen en een beweging in gang te zetten van traditionele examens tot competentiegerichte toetsen die tegenwoordig ook online kunnen worden afgenomen.

Het Nbbe zal die gezaghebbende positie steeds weer moeten waarmaken. Uit ieder ongeval kunnen steeds weer lessen worden getrokken.

Hoe kijk ik tegen de toekomst van het Nbbe aan? Allereerst blijft het uitgangspunt dat het Nbbe een zo logisch mogelijke positie heeft: van en voor de brandweer. In de toekomst gaat het Nbbe deel uitmaken van de Organisatie Fysieke Veiligheid waarin we alle taken samenbrengen die gezamenlijk door de Veiligheidsregio’s worden gedaan. Denk aan ICT, inkoop, opleidingen, maar ook aan het examineren. Niet alleen voor de brandweer, maar ook voor de Ghor.

Deze centrale organisatie valt onder de verantwoordelijkheid van het Veiligheidsberaad. Er is dan een directe relatie met de werkgevers en ervaringsdeskundigen die zicht hebben op de praktijk en de kwaliteitsnormen moeten handhaven.

Ten tweede heeft het Nbbe een rol in het aantrekkelijker maken van het vak van brandweer. Met de nieuwe inhoudelijke koers voor examineren maakt het NBBe meer maatwerk, keuzevrijheid en aansluiting met bijscholen en oefenen mogelijk. Voor brandweervrijwilligers die beperkt zijn in hun tijd is dit een vooruitgang. Daarnaast is en blijft het Nbbe het centrale punt waar de brandweerman en vrouw doorlopend kan werken aan zijn of haar vakbekwaamheid. Want één keer je examen halen; dat is niet voldoende. Een leven lang leren; dat is de basishouding voor de brandweer en de Ghor.

Tot slot. Vijftien jaar geleden werd de weg ingeslagen naar een eigenstandig professioneel examenbureau. Het werk van de brandweer is sindsdien veranderd. Niet alleen technisch inhoudelijk, maar ook in de omstandigheden waarin de brandweermensen op straat hun werk moeten doen. Gezag en respect voor de hulpverlener zijn niet vanzelfsprekend, dat hebben we met Oud en Nieuw weer kunnen constateren.

Ik heb veel waardering voor de manier waarop de brandweer in die vaak lastige omstandigheden haar werk doet en het blijft een van mijn prioriteiten om ervoor te zorgen dat iedereen met z’n handen afblijft van onze brandweermensen. Eén ding is daarbij cruciaal en dat is de vakbekwaamheid van het personeel. Eén van de voorwaarden van het terugwinnen van gezag op straat is dat onze brandweermensen zorgvuldig en met kennis van zaken optreden.

Dat is allereerst een verantwoordelijkheid van de vakmensen zelf. Maar het stimuleren en toetsen daarvan, dát is en blijft de belangrijkste taak van het Nbbe. Ik heb er vertrouwen in dat dit in de toekomst bij u – bij de medewerkers van het Nbbe dus - in goede handen is.
Ik wens u daarmee veel succes!