Van Middelkoop bezoekt troepen in Bosnië-Herzegovina

Minister Eimert van Middelkoop heeft vandaag een bezoek gebracht aan de Nederlandse militairen in Bosnië-Herzegovina. Ook sprak hij met mevrouw Marina Pendes, de plaatsvervanger van zijn Bosnische ambtgenoot, en generaal-majoor Bernhard Bair, commandant van de Europese Unie-missie Althea.

“Nederland levert een belangrijke bijdrage aan deze missie en de stabiliteit van het land; ik vind het belangrijk ook hier persoonlijk poolshoogte te blijven nemen”, gaf de minister aan. “De Nederlandse militairen zijn goed in dit werk en dat blijkt. De bevolking heeft veel waardering en ook de commandant van de missie sprak lovende woorden over onze militairen.”

In Travnik ontmoette Van Middelkoop de militairen van het Liaison Observation Team (LOT). Na een korte briefing sprak hij uitgebreid en in een informele sfeer met de militairen, die hem vervolgens de stad waarin zij werken leerden kennen. In Sarajevo werd de minister op Camp Butmir ontvangen door de commandant van de EUFOR-missie, generaal-majoor Bair, die hem bijpraatte over de laatste ontwikkelingen in de missie. In maart moet een beslissing volgen over de toekomst van Althea. Van Middelkoop: “Ik heb veel informatie verzameld die zeker meegewogen wordt in de beslissing.”

Op het Bosnische ministerie van Defensie werd Van Middelkoop ontvangen door een erewacht. Hij is de eerste Nederlandse minister die, sinds aanvang van de EUFOR-missie in 2004, een Bosnische ambtgenoot een bezoek bracht.

EUFOR Althea

Aan de EU-missie Althea nemen namens Nederland rond de 80 militairen deel. De missie richt zich op een veilige leefomgeving in Bosnië-Herzegovina. De Nederlandse militairen zijn verdeeld over 4 LOT-huizen (Drvar, Mrkonjic Grad, Livno en Travnik), de Integrated Police Unit en de hoofdkwartieren in Banja Luka en Sarajevo. De LOT-teams wonen en werken tussen de lokale bevolking. Met hun aanwezigheid moeten ze inzicht krijgen in sociale, politieke, economische, militaire en veiligheidszaken. Ze fungeren als tussenpersoon tussen EUFOR en de internationale organisaties.