Verburg spreekt op Biovak

"Waar ik uiteindelijk naar toe wil, is een wereld waarin het woord 'duurzaamheid' in onbruik is geraakt. Omdat de groente, het vlees, de vis, die je bij de supermarkt koopt of op je bord krijgt in het restaurant vanzelfsprekend duurzaam is."

Toespraak door de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, mevrouw G. Verburg, bij de Biovak, 21 januari 2010, Zwolle.

Dames en heren,

In drie jaar tijd is de Biovak is een beurs geworden die je als ondernemer in biologische producten eigenlijk niet meer kunt missen. Sterker, geen enkele ondernemer in de land- en tuinbouw mag 'm missen. U laat hiermee zien dat u een open verbinding heeft met de samenleving. Complimenten daarvoor.

De biologische sector heeft al enige tijd een gezond imago. En als je aan gezondheid denkt, denk je aan biologisch. Maar is het voldoende? Kun je er je marktpositie mee behouden? Dat is een vraag die gesteld mag worden. De wereld rond voedsel is in beweging. Ook buiten de Biovak, die in zijn soort toch heel volledig is, ontstaan allerlei, bijzondere, gezonde en vooral eetbare initiatieven. Die initiatieven zijn misschien niet direct biologisch in de strikte zin van het woord, ze mikken wel op úw doelgroep.

Zo mocht ik vorige week de horecava openen. Druk bezocht door professionals. Ik zag veel creativiteit rond duurzaam en smakelijk eten. En wat een palet aan motieven. Ook de mensen daar willen graag producten bieden die gezond zijn. Niet alleen omdat een mens daar fit van blijft. Maar ook omdat je beter in je vel zit als je tijd, aandacht en rust kunt nemen voor wat je eet. En zeker ook omdat je zo een bijdrage kunt leveren aan een betere wereld. Eten gaat over het leven zelf, dat was de centrale gedachte.

Diezelfde maandag kreeg ik een mooie toezegging van de supermarkten, de cateraars en de vleessector. Zij weten net als u, ik wil toe naar een wereld waarin Nederland in de kopgroep zit van meest duurzaam producerende en consumerende landen. Daarom hadden we vorig jaar al met elkaar afgesproken dat er jaarlijks 15% meer duurzame (dierlijke) producten in het schap van de supermarkt moeten liggen. Duurzaam kalfs- en scharrelkippenvlees zijn nu al een stuk gemakkelijker verkrijgbaar, maar het scharrelvlees van het varken blijft wat achter. Gelukkig konden de genoemde partijen toezeggen dat zij over drie maanden met een plan komen om die producten in het schap te krijgen. Ik heb in datzelfde gesprek ook aandacht gevraagd voor het stunten met de prijzen. Door vlees tegen bodemprijzen aan te bieden, verleid je mensen te bezuinigen op het leven en de kwaliteit van het leven van het dier. Dat geeft geen pas, en het brengt ons gezamenlijk doel niet dichterbij. Dat doel is, mensen in staat stellen om bewuste, gezonde en lekkere keuzes te maken. Tegen de supermarkten heb ik gezegd: niet stunten met verse producten; ik heb liever dat jullie concurren op duurzaamheid.

Intussen weten we dat Albert Heijn met Vion en de Dierenbescherming heeft afgesproken alleen vlees aan te bieden van varkens die een beter leven hebben gehad. Dat mag terecht een doorbraak in duurzaamheid heten. Ik ben daar heel blij mee.

Nog één laatste opmerking over het duurzame karakter van vlees, en dan hou ik er over op want ik hoef u natuurlijk niet meer te overtuigen. Op internetfora wordt veel over vlees gesproken. Vlees is slecht voor het milieu. Er is sprake van fout vlees. Hoe waar is dat? Daar is juist vandaag een studie over gepubliceerd. Ik heb daar opdracht toe gegeven, want ik wil graag weten hoe we via de landbouw de broeikasgasuitstoot kunnen verminderen. En zo ook vanuit de land- en tuinbouw een bijdrage kunnen leveren aan duurzaamheid en een beter klimaat.

De onderzoekers hebben binnen en buiten Nederland gekeken naar gangbare en biologische varkenshouderijen. Kijk je alleen naar het voer, dan zie je dat het biologische voer het wint van het niet-biologische voer op het punt van duurzaamheid. Maar dieren die op biologische wijze worden gehouden hebben meer voer nodig. Langs die weg belast een gangbaar varken het klimaat juist weer minder dan een biologisch varken. Dat sluit aan bij het programma Schoon en Zuinig.

Nog dit jaar kom ik met een subsidieregeling voor mestopslag met minder (of geen) methaanuitstoot. Ook wil ik geld vrij maken voor kennisnetwerken rond klimaatvrije veehouderij of akkerbouw. Ik nodig ook nadrukkelijk de biologische sector uit om hier naar te kijken. Bovendien hebben we kort geleden, via een alliantie van 19 landen, afgesproken dat er een beter kennisnetwerk komt voor duurzame landbouw. Niet het probleem staat centraal, maar het zoeken naar de oplossing. Kennis is dus cruciaal en ik steek er veel geld en energie in. U kent allemaal BioConnect en BioKennis. We hebben op kennisgebied ook goede contacten met Vlaanderen. En we willen in projecten samen optrekken.

U kent misschien ook het nieuwe platform dat ik vorig jaar heb opgericht: het Platform Verduurzaming Voedsel. Ook daar bundelen we kennis en delen we ervaring in de totale keten. En we zijn inmiddels het gesprek gestart over een eenduidig systeem waarmee de consument kan zien hoe duurzaam zijn eten is. Het moet een systeem worden waarmee mensen straks snelle, weloverwogen duurzaamheidskeuzes kunnen maken rond milieu, dierenwelzijn, eerlijke handel of watergebruik.

Ondernemers die zich op de Nederlandse markt richten, dames en heren, sorteren steeds meer voor op duurzaam. Net als u dat vaak al jaren doet. En als het aan mij ligt, gaan ze dat nog meer doen. Ik vond en vind, dat dat van uw en mijn kant om een nieuwe benadering vraagt. De oude, smalle benadering, waarbij we voedsel verschillend labelden voldoet niet meer. Er is wat mij betreft maar één categorie, de categorie duurzaam.

Tien partijen, die allemaal ook bij het derde Convenant Marktontwikkeling Biologische Landbouw zijn betrokken, tekenden vorige week een intentieverklaring. Daar staat in dat er een nieuwe ketenorganisatie komt, een soort opvolger van de Task Force. Want wie de komende jaren een blijvende markt voor gezond, eerlijk en duurzaam eten wil creëren, ontkomt niet aan al die anderen, die zich ook op de markt begeven. En wil je zo'n ketenorganisatie goed laten functioneren, dan kun je je ook niet meer alleen op je imago en je public relations richten. Je zult je ook moeten buigen over de regels, de kennis die nodig is en de toepassing daarvan. Dat zijn de intenties. Een forse uitdaging voor de Task Force Marktontwikkeling Biologische Landbouw. En het past ook goed bij de nieuwe positionering van Biologica.

Waar ik uiteindelijk naar toe wil, dames en heren, dat is niet naar een platform of een taskforce. Ik wil toe naar een wereld waarin het woord 'duurzaamheid' in onbruik is geraakt. Omdat de groente, het fruit, het vlees, de vis, die je bij de supermarkt of op de markt koopt of op je bord krijgt in het restaurant vanzelfsprekend duurzaam ís. Omdat je er van uit mag gaan dat de ketens, de betrokken partijen èn de overheid op dit punt samenwerken. In de tussentijd zal ik u nog vaak opzoeken. Wij zullen binnen het Platform Verduurzaming Voedsel nog regelmatig over duurzaamheid spreken en concrete stappen maken. Er kan en moet kruisbestuiving plaatsvinden tussen biologische en andere verduurzamingstrajecten. We kunnen en moeten van elkaar leren en we kunnen en moeten elkaar scherp houden. Competitie in verduurzaming. Het klinkt mij als muziek in de oren.

En het mag gezegd: de weg timmert niet alleen aan u, u timmert zelf ook aan de weg.

Ik ben op verschillende plekken geweest. Onder andere bij het Zaadplein. Bij wat je de basis en de toekomst van de landbouw zou kunnen noemen. Heel belangrijk dat zich goede rassen kunnen ontwikkelen, vooral rassen die het milieu niet belasten en waarmee de landbouw ook kan inspelen op klimaatverandering. Ik besteed daar zelf deze vier jaar één miljoen per jaar aan, via het innovatieprogramma Groene Veredeling.

Ik heb ook op het Klimaatplein rondgekeken. Prachtig om te horen dat een biologische boer helemaal zelfvoorzienend is op het gebied van energie. Prachtig ook dat er ook biologische bedrijven zijn die klimaatneutraal opereren.

Dames en heren,

Ik zie kwaliteit om mij heen. Ik zie heel veel innovatie en ik zie goede samenwerking. Plus goede ondernemers die met passie vooruit denken over een duurzame toekomst. Dat ga ik volgende maand, als ik de Biofach bezoek, ook uitdragen. Ik hoop u daar ook weer te zien. Samen kunnen we een stevige en betere markt creëren voor hoogwaardig voedsel en consumenten die rekening houden met het milieu, het klimaat. Een markt die erop is gericht mensen met plezier en genoegen gezond en lekker te laten eten.

Dank u wel.