RFV: Uitzonderingspositie G4 in het gemeentefonds is niet transparant

De uitkeringen die de vier grote steden uit het gemeentefonds ontvangen, moeten opnieuw tegen het licht worden gehouden. Anders dan de andere gemeenten ontvangen de vier steden sinds 1997 een vast bedrag bovenop de ‘gewone’ uitkering uit het gemeentefonds. De argumenten daarvoor waren destijds valide, maar zijn inmiddels achterhaald. Dat concludeert de Raad voor de financiële verhoudingen (Rfv) in zijn advies aan het kabinet 'Naar een transparante financiële verhouding tussen het Rijk en de vier grote steden'.

Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht ontvangen sinds 1997 een vast bedrag uit het gemeentefonds in aanvulling op de gewone algemene uitkering uit het gemeentefonds. In 2009 was dit voor Amsterdam 299 miljoen euro, op een totaal van 1.391 miljoen euro. Voor Rotterdam 168 miljoen euro (totaal 1.011 miljoen euro), voor Den Haag 128 miljoen euro (totaal 761 miljoen euro) en voor Utrecht 71 miljoen euro (totaal 392 miljoen euro). De Rfv constateert dat midden jaren negentig terecht tot deze uitkering is besloten.

Achterhaald

De Rfv constateert echter ook dat de argumenten uit de jaren negentig om grote extra bedragen aan de G4 toe te kennen, zijn achterhaald. Via het gemeentefonds kan inmiddels op andere, meer transparante en objectieve wijze rekening worden gehouden met de bijzondere kosten van de G4. Dat kan ook zijn doorwerking hebben naar andere grote gemeenten. Nader onderzoek is daarvoor wel nodig. Op drie terreinen doet de Raad daar voorstellen voor.

Periodiek onderzoek

Meer inzicht in de kosten van de G4 en in de factoren die die kosten bepalen, is nodig. Dit kan door in het zogenoemde Periodiek Onderhoudsrapport van het ministerie van BZK voortaan ook aandacht aan de G4 te besteden. Dit maakt het bovendien mogelijk de G4, de G27 en de overige gemeenten met elkaar te vergelijken.

Wegen, Kunst en Volkshuisvesting

De G4 geven meer uit aan Wegen en water en aan Kunst en ontspanning dan wat het gemeentefonds uitkeert. Ze geven echter minder uit aan Volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en stedelijke vernieuwing. Dat geldt overigens ook voor andere grote gemeenten. Nader onderzoek moet volgens de Rfv uitwijzen waardoor dit komt en of de verdeling moet worden aangepast.

Nog steeds bijzonder

Het gemeentefonds houdt volgens de Rfv mogelijk onvoldoende rekening met de volgende factoren waar de G4 mee te maken hebben:

-De cumulatie van problemen van sommige inwoners van de vier grote steden: verslaving, psychische problemen en armoede/zwerven.

-De centrumfunctie. Het gemeentefonds kent nu alleen een regionale centrumfunctie van de steden. Maar de grote vier hebben ook een nationale en zelfs een internationale centrumfunctie.

-De steden kennen een hogere in- en uitstroom van inwoners. Wie instroomt, heeft vaak een laag inkomen, wie uitstroomt een hoger inkomen. De steden vervullen op die manier een emancipatiefunctie, die om voortdurende investeringen vraagt. En de sociale cohesie staat door de vele verhuisbewegingen onder druk.

-De verdeelmaatstaf ‘minderheden’ is achterhaald. Een nieuwe maatstaf 'niet-westerse allochtonen' benadert de werkelijkheid beter.

Transparantie

De Rfv vindt samengevat dat een nader onderzoek recht kan doen aan zowel de financiële positie van de G4 in het gemeentefonds als aan die van de andere (grotere) gemeenten. Transparantie is daarbij voorwaarde.