Kamerbrief inzake beantwoording vragen van de leden De Roon en Brinkman over het Franse voornemen om vijf veelzijdige aanvalsschepen aan Rusland te verkopen.

Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan, mede namens de Minister van Defensie, op de schriftelijke vragen gesteld door de leden De Roon en Brinkman over het Franse voornemen om vijf veelzijdige aanvalsschepen aan Rusland te verkopen. Deze vragen werden ingezonden op 27 november 2009 met kenmerk 2009Z22800.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Drs. M.J.M. Verhagen

Antwoorden van de heer Verhagen, Minister van Buitenlandse Zaken, mede namens de heer van Middelkoop, de Minister van Defensie, op vragen van de leden De Roon en Brinkman over het Franse voornemen om vijf veelzijdige aanvalsschepen aan Rusland te verkopen.

Vraag 1

Kent u het bericht “ La vente d'un navire de guerre français à la Russie inquiète ? 1)

Antwoord

Ja.

Vraag 2

Hoe beoordeelt u het Franse voornemen om maar liefst vijf helikoptercarriers, geschikt voor amfibische aanvallen, met commandocapaciteit te leveren aan Rusland?

Antwoord

Frankrijk heeft, net als alle andere EU lidstaten, de mogelijkheid om, binnen de kaders van het EU Gemeenschappelijk Standpunt voor wapenexport, militaire goederen aan Rusland te leveren.

Vraag 3

Bent u op de hoogte van de grote onrust die dit voornemen heeft veroorzaakt in de landen aan de Oostzee (waaronder Navo-bondgenoten) en de Zwarte Zee?

Antwoord

Ik ben op de hoogte van de zorgen die landen aan de Oostzee en de Zwarte Zee hebben over het Franse voornemen. Van grote onrust bij hen is mij echter niets gebleken.

Vraag 4

Hoe apprecieert u de Franse visie “dat men geen stabiliteit op het Europees continent kan scheppen en tegelijkertijd kan weigeren om wapens aan Rusland te verkopen”?

Vraag 5

Deelt u de mening dat, als deze verkoop doorgaat, daardoor de veiligheid en stabiliteit in Europa ernstig wordt verstoord? Zo nee, waarom niet?

Vraag 7

Gaat u stappen zetten om Frankrijk ervan te weerhouden deze levensgevaarlijke wapenverkoop door te zetten? Zo ja, wat gaat u doen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord op vraag 4, 5 en 7

Het EU Gemeenschappelijk Standpunt voor wapenexport stelt acht criteria waaraan dergelijke transacties getoetst worden. De afweging op regionale stabiliteit en de nationale veiligheid van EU lidstaten wordt vanzelfsprekend daarbij in ogenschouw genomen. Wij vertrouwen erop dat onze EU partners deze toetsing in alle gevallen zorgvuldig uitvoeren. In dit specifieke geval hebben contacten met de Franse autoriteiten dit ook bewezen. Overigens wordt de in het artikel aangehaalde bron (“une source proche du dossier”) niet als “de Franse visie” beschouwd.

Vraag 6

Deelt u de mening dat Frankrijk hiermee laat zien dat dat land het zogenaamde Europees Buitenlands- en Veiligheidsbeleid gewoon in de prullenbak gooit en dat dit aantoont dat Europa helemaal niet geschikt en in staat is om zo’n gezamenlijk beleid te voeren? Zo nee, waarom niet?

Antwoord

Het Gemeenschappelijk Veiligheids- en Defensiebeleid (GVDB) heeft zich in de laatste tien jaar sterk ontwikkeld. Met de uitrol van militaire en civiele missies is succes geboekt. Verschillende EU voorzitterschappen, onder andere het Franse in de tweede helft van 2008, hebben een impuls aan het GVDB gegeven. Onder het Verdrag van Lissabon zal het GVDB zich verder kunnen ontwikkelen. De laatste jaren is er binnen het GVDB meer samengewerkt met derde landen, waaronder ook met Rusland. Ook blijft er voor de EU-lidstaten de mogelijkheid van bilaterale samenwerking bestaan, onder meer op het gebied van materieel. Dat doet geen afbreuk aan wat er reeds op GVDB terrein is bereikt.

1) Le Figaro, 25 november 2009

http://www.lefigaro.fr/international/2009/11/26/01003-20091126ARTFIG00014-la-vente-d-un-navire-de-guerre-francais-a-la-russie-inquiete-.php