30-plussers mogen goedkoop studeren

Het wordt voor 30-plussers mogelijk om een opleiding in het hoger onderwijs te gaan volgen tegen het wettelijk - lage - tarief voor collegegeld. De Eerste Kamer heeft vandaag ingestemd met het wetsvoorstel Versterking Besturing van minister Plasterk dat dit regelt.

Tegelijkertijd betekent de nieuwe wet dat instellingen mensen die een tweede studie volgen na al een studie in het hoger onderwijs te hebben afgerond, het instellingscollegegeld kunnen gaan vragen.

Nu is het nog zo dat studenten die 30 worden het zogeheten instellingscollegegeld gevraagd kan worden. Dit is een bedrag dat de instellingen zelf kunnen bepalen.
Met de nieuwe wet komen de 30-plussers voor hun eerste studie in het zogeheten wettelijk collegegeld te vallen - het lage tarief dat rond de 1600 euro ligt.

De instellingen hoeven dit hogere tarief niet in rekening te brengen. De koepels van instellingen in het hoger onderwijs - de HBO-raad en de VSNU - hebben inmiddels met de studentenbonden afgesproken dat studenten die een tweede studie zijn begonnen terwijl ze nog bezig waren met hun eerste studie, die tweede studie voor het lage collegegeld mogen doen. Deze afspraak geldt in elk geval voor drie jaar. Minister Plasterk zal erop toezien dat deze afspraak wordt nageleefd. Na drie jaar wordt de afspraak geëvalueerd.

Oogmerk van het wetsvoorstel, dat niets extra kost en evenmin een bezuiniging is, is de brede maatschappelijke wens dat meer Nederlanders hoogopgeleid raken. Met het wetsvoorstel garandeert minister Plasterk dat iedereen met de juiste vooropleiding een studie in het hoger onderwijs kan volgen tegen het (lage) wettelijk collegegeld, met de mogelijkheid van een Leven Lang Leren. Het kan gaan om mensen die eerst tien jaar werken en dan gaan studeren of die gaan studeren nadat ze kinderen hebben gekregen.

In het wetsvoorstel wordt verder de medezeggenschap van studenten en personeel verbeterd, en wordt het bestuur en het toezicht gescheiden. Ook krijgt de internationalisering een forse impuls. Voor de student betekent dit dat hij in het buitenland een Nederlandse opleiding kan volgen en aan meerdere instellingen (in binnen- en buitenland) kan afstuderen.