Opening van het Centrum voor Energievraagstukken (UvA)

Spreekpunten mw. M.J.A. van der Hoeven, minister van Economische Zaken, bij de opening van het Centrum voor Energievraagstukken (UvA) in Amsterdam, 27 januari 2010

Dames en heren,

  • Allereerst felicitaties en dank aan iedereen die heeft bijgedragen aan de opbouw van het Centrum voor Energievraagstukken. Ik ondersteun uw initiatief van harte en weet dat hier inmiddels al veel werk is verzet! De Universiteit van Amsterdam is een mooi onderzoeksinstituut rijker en ik ben blij dat hier vandaag met u te vieren.
  • Ik ben ook blij dat u heeft gekozen voor de term "vraagstukken" in de naam van uw instituut. Want dat is precies waar we op het terrein van energie mee te maken hebben: vraag-stukken. Enorme kluiten van kwesties. Ingewikkelde problemen van wereldwijde omvang, waarbij ieder pasklaar antwoord bijna per definitie tekort schiet.
  • Die imponerende vraagstukken rondom leveringszekerheid, duurzaamheid en betaalbaarheid dwingen ons steeds op zoek te gaan een balans, tussen belangen van de een en van de ander, tussen korte en lange termijn, en tussen regulering en vrije marktwerking.
  • Vandaag spreken we over de positie van de consument.
  • Die consument, een man of vrouw met vele gezichten, zien we in al onze afwegingen terug.
  • Sterker nog: de energiemarkt is van en voor de consument. Dat willen we nog wel eens uit het oog verliezen.
  • Pas in de late jaren negentig zijn we op energieterrein gaan denken in termen van vraag en aanbod.

  • Je ziet dat de afgelopen tien jaar de focus langzaamaan is gaan schuiven.
    Van de techniek aan de aanbodzijde
  1. (hoe creëer je een goed functionerende vrije markt?) via de infrastructuur
  2. (hoe waarborg je de onafhankelijke rol van de netbeheerder?)
  3. naar de behoeften aan de vraagzijde
  4. (hoe kan de energiegebruiker een volwassen rol spelen en komen we tegemoet aan zijn wensen?).
  • Snappen wat de consument beweegt vraagt vooraleerst om analyse. Een heldere en scherpe blik. Kennis van het internationale speelveld. En een zekere distantie. Objectief kunnen kijken naar wat gaande is. Een wetenschap op zich.
  • Maar natuurlijk, u weet…en ik weet: dat is het theoretische verhaal. In de praktijk botsen we ook op tegen emoties.
    Want we hebben te maken met mensen.
  • Ja, wie zijn die consumenten eigenlijk?
  • Zoals ik al zei: de consument kent vele gezichten. Burgers, bedrijven, overheden: ze zijn allen afnemers van energie. En dus energieconsument.

  • Als minister van Economische Zaken zie ik drie belangrijke uitdagingen op het terrein van consument en energie.
  • Ten eerste zien we ons voor de uitdaging gesteld de energiemarkt zo in te richten dat de consument er wegwijs kan. En zich er ook veilig voelt. Transparantie, vertrouwen, invloed, fair play: dat zijn sleutelwoorden.
  • Toezicht op de energiemarkt is volop in beweging. Het is zaak onoorbare praktijken een halt toeroepen.
    Want ze schaden het vertrouwen en belemmeren dus de werking van de markt.
  • Die marktwerking ontstaat alleen bij een vrije toegang tot de markt. Helaas zien we dat er in de praktijk nog wel toetredingsdrempels bestaan om het spel echt mee te spelen. Dat is niet goed.
  • Een voorbeeld: ik ben een "profielklant". U, thuis, ook. Daarom telt ons feitelijke gedrag niet mee op de markt.
    Ook al staat het hele elektriciteitsysteem roodgloeiend, we zetten rustig de vaatwasser aan.
  • Dit toont voor mij aan dat de energiemarkt te belangrijk is om enkel en alleen aan de energiebedrijven over te laten.
    Naar mijn idee zouden consumenten (en dan denk ik niet alleen aan de industrie) een meer actieve rol moeten kunnen gaan spelen.
  • Op het moment zie ik in die hoek niet genoeg actie. Mijn voornemen is dit jaar eens goed te gaan bekijken welke toetredingsdrempels er zijn en hoe hoog deze daadwerkelijk zijn. Die wil ik dan opruimen. Ook als deze in de details van regelgeving of in andere kleine lettertjes staan!
  • Ten tweede: we willen de effectieve betrokkenheid van de consument bij het energiebeleid vergroten. Dat willen we niet alleen, nee, dat is een voorwaarde voor een goed functionerende markt. En ik zie het als een essentiële voorwaarde voor het laten slagen van de transitie naar een duurzaam energiesysteem.
  • Slimme meters, slimme markten, een efficiënter energiegebruik, thuis, op de werkplaats en op kantoor.
    Al dit streven, al deze vooruitging richting duurzaam, staat of valt met de bereidheid van de consument om mee te doen. Om zich als marktpartij te roeren.

  • Aan duurzame energie hangt een prijskaartje. Daarmee vertel ik niets nieuws. Hoe bewegen we de consument ertoe toch te kiezen voor groene alternatieven?
  • De consument, van klein tot groot, kan zelf investeren in duurzame elektriciteit of gas. De SDE voor zonnepanelen is een succes. Het zou mij niet verbazen als straks bij de openstelling van de SDE op 1 maart opnieuw de belangstelling groot is. Ook de 'toverketel' (de WKK voor op zolder), de warmtepomp en de zonneboiler kan bij de consument rekenen op enthousiasme. En dan de coöperatieve aanpak: een hele woonwijk die investeert in duurzame energie. Maar welke praktische problemen levert dat allemaal op? Liggen daar nog addertjes onder het gras?
  • En (meer in het algemeen gesproken) hoe lang moeten we doorgaan met de subsidiëring van de productie van duurzame energie? Energiepolitiek is tenslotte een vorm van industriepolitiek. Economisch gezien moet het uiteindelijk allemaal wel tot profits kunnen leiden. We kunnen niet eeuwig blijven subsidiëren. Dat lijkt me een gegeven.
  • Vragen en vraagstukken te over, u merkt het!
  • Maar terug naar onze energieconsument. We zien de 'ideale' energieconsument dus in de rol van voorvechter van een vrije energiemarkt en als iemand die bewust kan kiezen voor duurzame energie. Let wel: rationele afwegingen zullen steeds samengaan met emotie. Ik sprak al over vertrouwen. Dat is emotie. En als we het hebben over duurzaamheid gaat het ook over draagvlak. Geloof in de goede zaak. Ook dat is (deels) emotie.
  • Emotie is er ook volop op het derde terrein waar energie en consument samenkomen.
  • Ik denk dan aan de zogenoemde NIMBY-dossiers die op dit moment veel aandacht krijgen. Op het terrein van windenergie, gasopslag en CO2-opslag bijvoorbeeld. Ik noem u Urk, de Bergermeer en Barendrecht. Daar is veel weerstand onder de lokale bevolking. Ik heb daar op zich begrip voor. Tegelijkertijd is het voor een bewindspersoon moeilijk te accepteren dat weerstand op lokaal terrein belangrijke stappen naar een duurzame energiehuishouding dreigt onmogelijk te maken.

  • We zullen er rekening mee moeten houden dat de energieconsument zich weliswaar wil committeren aan een duurzaam energiebeleid, maar niet bereid is daarvoor veranderingen in zijn leefomgeving te accepteren. Daarbij zouden ook andere overheden wat mij betreft het algemeen belang wat verder mogen doortrekken dan tot de horizon van hun eigen gemeente.
  • Dames en heren, tot slot…
  • Graag onderstreep ik dat blij ben met de aandacht voor de energieconsumenten 'aan de andere kant' van de markt.
  • Laten we die aandacht vasthouden!
  • Aanbieders van energie en consumenten spelen gelijkwaardige rollen op hun markt. Dat evenwicht moet ook zichtbaar worden in alle afwegingen: technisch, beleidsmatig, politiek en emotioneel.
  • Wat nodig is, is dat we de positie van de energievrager bekijken in relatie tot het geheel van ambities op energiegebied, knelpunten in de markt en relaties tussen alle betrokken partijen.
  • Dit nieuwe onderzoekscentrum kan de partijen in een academische omgeving samenbrengen.
    Dat bevordert dialoog, in het onderzoek allereerst, maar dat heeft zeker ook zijn weerslag in de praktijk.
  • De onlangs overleden Franse antropoloog Claude Levi Strauss formuleerde het als volgt:
    o "Elke vooruitgang geeft nieuwe hoop, opgehangen aan de oplossing van een nieuw probleem. Het dossier wordt nooit gesloten."
    [oorspr. "Chaque progrès donne un nouvel espoir, suspendu à la solution d'une nouvelle difficulté. Le dossier n'est jamais clos."]
  • Dat geldt dubbel en dwars voor ons reusachtige energiedossier.
  • Ik schetste u een aantal vragen die binnenkort een antwoord gaan vragen. Zaken om over na te denken. Zaken die nieuwe wetenschappelijke inzichten verdienen.
  • Door bij te dragen aan de oplossing van nieuwe problemen, houdt u hoop levende. Hoop op een duurzame, betrouwbare en betaalbare energietoekomst. Een mooiere opdracht kan ik u niet meegeven.

  • Ik wens u veel succes met het vinden van uw positie in de wetenschappelijke markt. En ik hoop van uw lessen te leren.
  • Dank u wel.