100205Toespraak minister Hirsch Ballin bij overdracht PI Tilburg

Een bijzonder hartelijk welkom, hier in Tilburg. Met name natuurlijk aan onze buitenlandse gasten en in het bijzonder mijn Belgische collega Stefaan de Clerck.

Vandaag stellen wij de PI Tilburg officieel tijdelijk ter beschikking aan de Belgische autoriteiten, ter uitvoering van vrijheidsstraffen. Sinds afgelopen dinsdag verblijven hier al de eerste Belgische gedetineerden. Het gaat hier om een unieke gebeurtenis, deze verregaande samenwerking op het gebied van uitvoering van vrijheidsstraffen. En die verdient het om in historisch kader geplaatst te worden. Zoals u allen weet zijn er al heel lang nauwe banden tussen Nederland en België.

In de eerste plaats natuurlijk omdat zij naast elkaar gelegen zijn. Er zijn – uiteraard - landsgrenzen maar die vormen hier een kunstmatige scheiding die vanuit de ruimte niet te zien is. Er is veel waarin de bewoners van beide landen overeenkomen, zeker in deze regio. Aan weerszijden van de “meet” (= grens) heet het hier Brabant.

Daarnaast hebben beide landen ook veel samengewerkt in het verleden en maakten geregeld deel uit van hetzelfde rijk. Heel vroeger het Romeinse Rijk en later dat van Karel de Grote. In de Late Middeleeuwen kwamen beide streken onder de invloed van de Bourgondiërs.

Na de Tachtigjarige oorlog met Spanje werden ze weer gescheiden, De Noordelijke Nederlanden werden een Republiek en de Zuidelijke Nederlanden bleven onder de Spaanse en later de Oostenrijkse kroon.

Ze vormden van 1815 tot 1830 zelfs één land onder Willem I, het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden. In dit gebouw kan ik er niet omheen om ook te wijzen op zijn zoon Willem II die graag in Tilburg verbleef en van hieruit zuidwaarts trok in de Tiendaagse Veldtocht. Nu staan noord en zuid weer op het veld maar niet tegenover elkaar: in de selectie van Willem II - de voetbalclub - spelen Belgen.

Na de afscheiding van België gingen beide landen hun eigen weg. Toch bleek de onderlinge band op den duur sterk, doordat beide landen telkens weer voordelen zagen van economische en andere samenwerking. Dit resulteerde na de Tweede Wereldoorlog onder meer in de oprichting van de Benelux en het wederzijds openen van de grenzen. Daarmee gaven wij met Luxemburg het startsein voor een Europa zonder grenzen. Met België wordt op verschillende terreinen samengewerkt, zoals – mede in kader van JBZ - politie, justitie, immigratie- en visumaangelegenheden. Verder wisselen we best practices uit rond de bestrijding van huiselijk geweld, drugs in gevangenissen en mensenhandel. Ook het onlangs totstandgekomen Stockholm programma biedt een mooi voorbeeld: in een gezamenlijke Benelux-memorandum hebben we onze ideeën voor het toekomstig beleid vastgelegd.

Afsluiting

Vandaag is een historische dag. Staatssecretaris Albayrak en ik stellen de PI Tilburg tijdelijk ter beschikking aan collega Stefaan De Clerck. Een primeur, maar wellicht ook wel weer een voorbeeld voor andere Europese landen, wanneer elders zich dezelfde omstandigheden voordoen.

De Nederlands/Belgische samenwerking is al op veel fronten succesvol geweest. Ik refereerde al aan de Benelux, maar denk ook aan de gezamenlijke organisatie van het EK voetbal in 2000, dat een succes was. En dat misschien wordt gevolgd door een WK in 2018.

Ook de overdracht van vandaag is goed nieuws voor Nederland én voor België. Door deze overeenkomst kan het huidige cellentekort in België tijdelijk worden opgevangen. Voor Nederland heeft dat positieve gevolgen voor ontwikkelingen binnen het gevangeniswezen. Staatssecretaris Nebahat Albayrak zal daar straks meer over zeggen. Kortom, voor beide landen is dit positief en in het bijzonder voor Brabant - aan beide zijden van de grens.