Nieuwjaarsbijeenkomst Stichting Lezen en Schrijven

Toespraak staatssecretaris Frank Heemskerk van Economische Zaken, 4 februari 2010, 16.15u Nieuwjaarsbijeenkomst Stichting Lezen en Schrijven.

  • Het is iets wat je niet dagelijks realiseert: dat anderhalf miljoen mensen moeite hebben met lezen en schrijven. Die, zoals we dat noemen, laaggeletterd zijn.
  • En waar je ook niet bij stilstaat, is bij de enorme hoeveelheid tekst die je dagelijks onbewust en bewust te lezen krijgt:
  • In de auto de borden langs de weg. De dienstregeling op het station. Aanbiedingen in de supermarkt. De gebruiksaanwijzing van je TV, instructies op een blikje soep, de bijsluiter van medicijnen. En ga zo maar door.
  • Wat we ons ook nauwelijks realiseren is de impact die het niet of nauwelijks kunnen lezen of schrijven op iemands persoonlijke leven heeft.

  • U bent allen op een of andere manier bij het onderwerp laaggeletterdheid betrokken. U kent die impact wél. Als taalcursist of docent. Werkgever of werknemer. Als beleidsmaker of werkend bij een maatschappelijke organisatie. Als prinses of bankvoorzitter.
  • U kent de gevolgen: Variërend van werkloosheid, gezondheidsklachten. Gemiste carrièrekansen. Zelfs criminaliteit. Maar ook eenzaamheid en schaamte.
  • Volgens Amerikaans onderzoek zouden laaggeletterden zelfs zeven tot tien jaar korter leven!
  • Achter dat anderhalf miljoen gaan allerlei mensen schuil. Oud en jong. Velen hebben geen werk of zijn arbeidsongeschikt.
  • Je schrikt van de cijfers: van alle mensen in de WAO is een kwart laaggeletterd. Velen leven van een inkomen op minimumniveau.
  • Een ander cijfer waarvan ik schrok is dat 7 procent van de jongeren tussen 16 en 24 jaar onvoldoende heeft leren lezen en schrijven. Het is toch onaanvaardbaar dat er zoveel kinderen zijn die de middelbare school verlaten zonder het Nederlands onder de knie te hebben.
  • Onze samenleving stelt steeds meer eisen aan haar mensen. Zowel op economisch als op sociaal/maatschappelijk vlak. En terecht. Onze welvaart is tenslotte voor een groot deel afhankelijk van onze productiviteit en creativiteit.

  • Kennis en vaardigheden zijn daarbij nou eenmaal essentieel. Om mee te kunnen doen moet je op z'n minst kunnen lezen en schrijven.
  • Dat is belangrijk voor jezelf. Belangrijk voor de Nederlandse economie.
  • Niet mee kunnen doen zet mensen meteen op heel veel terreinen op achterstand. Op de arbeidsmarkt, want werk zoeken en vinden wordt moeilijk. Financieel heeft het gevolgen. Maar ook mis je allerlei informatie en communicatiemogelijkheden. En zoals ik al zei, het is slecht voor je gezondheid. Kortom in sociaal en economische opzicht is de impact enorm.
  • Ook kost het de samenleving geld. Er is uitgerekend dat het uitbannen van laaggeletterdheid een besparing van maar liefst 537 miljoen euro per jaar oplevert. Oftewel het bruto binnenlands product (BBP) zou met 10 tot 22 procent toenemen.
  • Werk aan de winkel dus.
  • Nu gebeurt er gelukkig al een hoop. Er is een convenant van werkgevers, werknemers en overheid waarin is afgesproken het aantal laaggeletterden in 2015 met 60 procent terug te brengen naar 600.000. Met de nadruk op onderwijs en scholing. Daar zetten uiteraard mijn collegae van OCW fors op in.

  • Maar ook op de werkvloer is actie nodig. Het kabinet is vorig jaar met sociale partners een wederzijdse scholingsplicht overeengekomen. Aandacht voor lezen en schrijven op de werkvloer maakt daarvan onderdeel uit. Met actieve hulp van de werkgever. Die heeft daar tenslotte ook baat bij.
  • Een aantal van die werkgevers zit in de zaal. Ik noem er enkele, sorry voor wie ik oversla: De HEMA die samen met FlairTalen de laaggeletterdheid onder het personeel aanpakt. Maar ook de KLM heeft een programma. Net als het sociaal werkbedrijf Sallcon dat samen met de gemeente Deventer, ROC en bibliotheek in de stad het probleem van laaggeletterdheid aanpakt. Zo volgden in 2009 120 mensen met succes een cursus.
  • Er zijn dus vele, goede initiatieven.
  • Op steeds meer plaatsen is de aanval op laaggeletterdheid ingezet. Een van de motto's van het kabinet is een levenlang leren. Omdat het voor iedereen van groot belang is flexibel inzetbaar te zijn en te blijven in een snel veranderende samenleving.
  • Ik noemde net al onderwijs en werkvloer, maar ook andere terreinen wordt actie ondernomen: Het ministerie van WWI dat bij de inburgeringprogramma's de nadruk op lezen en schrijven in het Nederlands legt. De collega's op Financiën met programma's ter verbetering van financiële vaardigheden, ook heel belangrijk.
  • VWS met projecten in de gezondheidszorg. Van mensen wordt immers steeds meer eigen verantwoordelijkheid voor keuzes in de zorg verwacht. SZW dat samen met gemeenten en UWV Werkbedrijf op de Werkpleinen actief de strijd tegen laaggeletterdheid heeft opgepakt. Zo werkt het Centrum voor Werk en Inkomen met een interactieve computercursus waarmee CWI-medewerkers laaggeletterdheid bij hun cliënten kunnen signaleren en hen vervolgens een cursus aanbieden.
  • Zo zijn er vele voorbeelden. Samen als ministeries en apart.

  • Zo is mijn ministerie, dat van Economische Zaken, al vanaf het eerste uur betrokken bij het Interdepartementaal Vaardigheden Overleg. Het idee hierachter is dat de diverse programmaraden en programma's, verspreid over verschillende ministeries, meer geïntegreerd moeten worden. Of in ieder geval erkennen dat zij zich vaak allemaal op dezelfde (of grotendeels overlappende) doelgroep richten.
  • En we doen meer bij EZ: Mensen die problemen hebben met lezen en schrijven hebben vaak ook financiële problemen, problemen met hun gezondheid, met computer en internet.
  • Om deze mensen te helpen hebben we twee concrete programma's ontwikkeld:
  1. Programma Digivaardig & Digibewust. Met als doel: het aantal mensen dat nauwelijks digitale vaardigheden heeft en dat zijn vaak laaggeletterden, terug te brengen.
  2. aandacht voor laaggeletterden via het digitale informatieloket ConsuWijzer.

  • Zoals ik al zei: Mensen die moeite hebben met lezen en schrijven zijn vaak ook digibeet. Terwijl we juist een steeds groter beroep doen op de vaardigheden van mensen, o.a. door elektronische dienstverlening.
  • Echter, zonder taalvaardigheid kan je nooit het maximale uit de ICT-ontwikkelingen halen. Het programma Digivaardig & Digibewust helpt daarbij met concrete acties, onder meer gericht op jongeren en mensen met een uitkering.
  • Zoals het Internet Boot Camp dat mensen helpt die regelmatig verdwalen bij een zoektocht op internet.
  • Ook wijzen we er op dat het beschikken over basale digitale vaardigheden een digibeet al gauw een koopkrachtvoordeel van zo'n 90 euro oplevert. En dat werknemers er zelfs zo'n 250 euro per jaar in loon op vooruitgaan als ze die basis computervaardigheden aanleren.
  • En het levert ons als maatschappij ook nog eens zo'n 250 miljoen euro aan productiviteitsverbetering op. Da's ook mooi meegenomen.

  • Met de website ConsuWijzer geven we praktische tips en advies over rechten van de consument. Voor laaggeletterden zijn teksten op de website op eenvoudiger taalniveau gebracht, waarmee ze in ieder geval voor 95% van de Nederlandse bevolking goed te begrijpen zijn.
  • Ook is de website toegankelijk voor de BrowseAloud software die de teksten voorleest en met kleur aangeeft welk woord wordt voorgelezen. Mensen die moeite hebben met lezen kunnen door de combinatie van lezen en luisteren de tekst beter begrijpen. Een functionaliteit die steeds meer websites bieden. Zo heeft bijvoorbeeld ook de Rabobank zijn website met een voorleesfunctie uitgerust.

  • Ik heb, een tijdje terug al weer, lesgegeven aan een groep volwassen inwoners van Den Haag die terug naar school gingen om hun lezen en schrijven te verbeteren. Dat was in het kader van de week van de Alfabetisering. Behalve het onder de aandacht brengen van ConsuWijzer hebben we het vooral gehad over hoe je een mondige consument word en hoe belangrijk het is je goed verbaal en schriftelijk te kunnen uitdrukken.
  • Dames en heren. Taal en het begrip van woorden en hun context blijft hèt communicatiemiddel, zeker in een digitale omgeving. Steeds vaker worden informatie en diensten digitaal aangeboden. Dit wordt van nog groter belang wanneer er geen menselijke interactie meer aan te pas komt.
  • Zonder taalvaardigheid is dus nooit het maximale uit de ICT-ontwikkelingen halen.
  • Dus moeten we scholen, scholen en nog eens scholen. De tijd van vrijblijvendheid is echt voorbij. We zullen er samen alles aan moeten doen mensen fit te houden voor de toekomst. Met het oog op vergrijzing en een arbeidsmarkt die steeds meer eisen stelt, hebben we goed opgeleide werknemers nodig om nieuwe uitdagingen aan te kunnen.
  • We mogen nooit accepteren dat er een grote groep is die om welke reden dan ook niet meekomt. Een tweedeling tussen actieven en inactieven leidt immers onherroepelijk tot het uit de rails lopen van de verzorgingsstaat.
  • Daarom moeten we nu voorkomen dat mensen buiten de boot vallen en daardoor niet meer aan de slag komen. Iedereen is nu en ook straks hard nodig. Dus moet de inzetbaarheid van onze beroepsbevolking beter. Moet iedereen kunnen lezen en schrijven.
  • Innovatie, informatie en kennis krijgen pas waarde als deze kunnen worden toegepast. Voorwaarde is dan wel dat de kennis ook aankomt bij hen die die kennis moeten toepassen.
  • Ik wens u veel succes.