Beantwoording vragen van de leden Van Haersma Buma, Haverkamp, Halsema en Pechtold over het bericht dat de regering van het Verenigd Koninkrijk de toegang aan Geert Wilders heeft geweigerd

Graag bieden wij u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door de leden Van Haersma Buma, Haverkamp, Halsema en Pechtold over het bericht dat de regering van het Verenigd Koninkrijk de toegang aan Geert Wilders heeft geweigerd.

Deze vragen werden ingezonden op 11 februari 2009 met de volgende kenmerken: 2009Z02328/2080913000 en 2009Z02426/2080913090.

De Minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen

De Staatssecretaris van Justitie,
Mr. N. Albayrak

Antwoorden van de heer Verhagen, de Minister van Buitenlandse Zaken en mevrouw Albayrak, de Staatssecretaris van Justitie op vragen van de leden Van Haersma Buma, Haverkamp (beiden CDA), Halsema (GroenLinks) en Pechtold (D66) over het bericht dat de regering van het Verenigd Koninkrijk de toegang aan Geert Wilders heeft geweigerd.
(vraagnummers 2009Z02328 / 2080913000 en 2009Z02426 / 2080913090)

Vraag 1
Hebt u kennisgenomen van het bericht dat de regering van het Verenigd Koninkrijk de toegang aan Geert Wilders heeft geweigerd? (Van Haersma Buma, Haverkamp (CDA))

Is het waar dat de Britse regering weigert een Nederlandse parlementariër (PVV fractievoorzitter Geert Wilders) in Engeland toe te laten? (Halsema (GroenLinks) en Pechtold (D66)).

Antwoord
Ja.

Vraag 2
Acht u het acceptabel dat het Verenigd Koninkrijk Nederlandse parlementariërs de toegang ontzegt? (Van Haersma Buma, Haverkamp (CDA))

Antwoord
Nederland betreurt het besluit van de Britse regering ten zeerste.

Vraag 3
Wat gaat u ondernemen om uw ongenoegen over deze gang van zaken aan de Britse regering kenbaar te maken? (Van Haersma Buma, Haverkamp (CDA)).

Antwoord
In diverse telefoongesprekken van de minister-president, de minister van Buitenlandse Zaken en de minister van Justitie met hun respectieve ambtgenoten, alsook via diplomatieke kanalen is het regeringsstandpunt kenbaar gemaakt aan de Britse regering.

Vraag 4
Bent u bereid in Europees verband te bevorderen dat lidstaten van de Europese Unie elkaars democratisch gekozen parlementariërs toelaten? (Van Haersma Buma, Haverkamp (CDA))

Antwoord
De regering is er voorstander van, en dat is algemeen bekend, dat burgers en zeker ook parlementariërs binnen de Europese Unie vrij kunnen reizen en deelnemen aan het publieke debat, zulks niettegenstaande beperkingen die democratisch zijn vastgesteld (zoals ten aanzien van openbare orde en veiligheid) en die ook Nederland hanteert.

Vraag 5
Wat zijn de exacte gronden waarop de Britse regering haar weigering baseert? Heeft het met beveiligingsredenen te maken, met uitlatingen van de betrokkene of is betrokkene met redenen omkleed tot ongewenst persoon verklaard? (Halsema (GroenLinks) en Pechtold (D66)).

Antwoord
De brief van de Britse grensbewakingsdienst van 10 februari jl. aan de heer Wilders, waarvan mij een kopie is gegeven, spreekt van ‘een bedreiging (…) voor de harmonie in de samenleving en derhalve voor de openbare veiligheid in het Verenigd Koninkrijk’. Volgens deze brief vormt de aanwezigheid van de heer Wilders een actuele en voldoende ernstige bedreiging van een fundamenteel belang van de Britse samenleving. Met deze motivering is de heer Wilders de toegang tot het Verenigd Koninkrijk ontzegd op basis van bepalingen 19 en 21 van de Britse Immigration (European Economic Area) Regulation uit 2006.

De Britse immigratieregels vormen de implementatie van de Europese richtlijn vrij verkeer (2004/38). Het Verenigd Koninkrijk kan het recht op vrij verkeer van de heer Wilders beperken om redenen van onder andere de openbare veiligheid (artikel 27 van de richtlijn). Deze beslissing moet voldoen aan de Europese eisen, waaronder de eis van een afdoende motivering.

De beslissing moet volgens de richtlijn uitsluitend gebaseerd zijn op het gedrag van de heer Wilders. Motiveringen die los staan van het individuele geval of die verband houden met algemene preventieve redenen mogen niet worden aangevoerd. De verwijzing in de brief van 10 februari jl. naar het gedrag van de heer Wilders betreft zijn uitspraken over moslims en hun geloof.

Vraag 6
Is het waar dat de minister van Buitenlandse Zaken aan zijn Britse ambtsgenoot heeft laten weten dat de weigering “zeer betreurenswaardig” is? (Halsema (GroenLinks) en Pechtold (D66)).

Antwoord
Zie antwoord op vraag 3.

Vraag 7
Waarom is voor deze term gekozen en is door de minister niet gesteld dat het onaanvaardbaar is dat een EU-lidstaat een parlementariër van een andere lidstaat de toegang tot haar grondgebied ontzegt? (Halsema (GroenLinks) en Pechtold (D66)).

Antwoord
Het is niet onaanvaardbaar dat een EU-lidstaat gebruik maakt van wettelijk geregelde bevoegdheden. Niettemin heb ik in duidelijke bewoordingen te kennen gegeven de beslissing in hoge mate te betreuren, deze verkeerd te achten en heb er derhalve tegen geprotesteerd.

Vraag 8

Is het waar dat de minister van Justitie de zaak nog verder met zijn Britse ambtgenoot zal bespreken? (Halsema (GroenLinks) en Pechtold (D66)).

Antwoord
De minister van Justitie heeft reeds op maandag 9 februari en woensdag

11 februari jl. de zaak in een telefoongesprek met de Britse minister van Binnenlandse Zaken, mevrouw Smith, besproken.

Vraag 9
Wat is de inzet van de minister van Justitie voor dit gesprek, welke kwalificatie zal hij gebruiken en welke eisen is hij van plan te stellen? (Halsema (GroenLinks) en Pechtold (D66)).

Antwoord
De minister van Justitie heeft zich bij deze gelegenheid in gelijke zin uitgelaten als de minister van Buitenlandse Zaken. Hij heeft aangegeven dat het kabinet het belangrijk vindt dat parlementariërs vrij hun opvattingen kunnen verkondigen, ook in het buitenland.

Vraag 10
Overweegt u om eventueel de minister-president te vragen om zijn ambtgenoot te laten weten dat Nederland het niet aanvaardbaar vindt dat Nederlandse parlementariërs de toegang tot het Verenigd Koninkrijk wordt ontzegd? (Halsema (GroenLinks) en Pechtold (D66)).

Antwoord
De minister-president heeft op 13 februari jl. met zijn Britse ambtgenoot Brown gebeld om te spreken over de weigering van Groot-Brittannië om de heer Wilders toe te laten. Hij heeft in dit gesprek uiteengezet wat de positie is van de Nederlandse regering. Premier Brown heeft hiervan kennis genomen en geantwoord achter het besluit te staan van de verantwoordelijke instantie (Home Office).

Vraag 11
Bent u bereid deze vragen vóór dinsdag 17 februari 2009 te beantwoorden? (Halsema (GroenLinks) en Pechtold (D66)).

Antwoord
Ja.