Beantwoording vragen van het lid Thieme over de wrede slachting van varkens in Egypte

Graag bieden wij u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Thieme over de wrede slachting van varkens in Egypte. Deze vragen werden ingezonden op 25 mei 2009 met kenmerk 2009Z09588.

De Minister voor Ontwikkelingssamenwerking,
Drs. A.G. Koenders

De Minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen

De Minister van landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
Mevrouw G. Verburg

Antwoorden van mevrouw Verburg, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, de heer Koenders, Minister voor Ontwikkelingssamenwerking en de heer Verhagen, Minister van Buitenlandse Zaken op vragen van het lid Thieme(PvdD) over de wrede slachting van varkens in Egypte.

Vraag 1
Kent u het bericht “Egyptische varkens wacht wrede dood”?1

Antwoord
Ja.

Vraag 2
Hebt u kennisgenomen van de zeer wrede wijze waarop in Egypte varkens worden 'geruimd'? Zo ja, wat is daarover uw mening?

Antwoord
Hiervoor wordt verwezen naar de antwoorden op de vragen, gesteld door de leden Graus en Wilders (PVV) over ditzelfde onderwerp (kenmerk 2009Z09304).

Vraag 3
Is het waar dat Nederland een ontwikkelingsrelatie onderhoudt met Egypte? Zo ja, welk bedrag wordt door Nederland aan/in Egypte gegeven in het kader daarvan?

Antwoord
Ja, Nederland onderhoudt een ontwikkelingsrelatie met Egypte. Egypte ontving in 2008 rond 12,5 miljoen euro van Nederland. De komende jaren zal dit bedrag dalen tot 10 miljoen euro. De landbouwsector behoort niet tot de prioriteitssectoren van het Ontwikkelingssamenwerkingsprogramma in Egypte, maar in een beperkt aantal projecten wordt wel aandacht besteed aan de bevordering van dierenwelzijn.

Vraag 4
Deelt u de mening dat het onwenselijk is dat Nederland een ontwikkelingsrelatie onderhoudt met een land dat elementaire beginselen van een fatsoenlijke omgang met dieren met voeten treedt? Zo nee, waarom niet?

Antwoord
Nee, ik deel deze mening niet. Ontwikkelingssamenwerking kan bijdragen aan een grotere bewustwording op het gebied van dierenwelzijn. Daarom steunt Nederland ook in EU-verband projecten die hier aandacht aan geven of is actief betrokken in de uitvoering. Zo is Nederland bijvoorbeeld hoofdtrekker van een Europees Twinningproject dat tot doel heeft de veterinaire dienst in Egypte te versterken. Hierbij komt ook dierenwelzijn aan de orde.

Vraag 5
Bent u bereid de ontwikkelingsrelatie met Egypte te heroverwegen wanneer de barbaarse ruimingen van varkens doorgang blijven vinden ondanks de internationale bezwaren daartegen? Zo ja, op welke termijn en wijze? Zo nee, waarom niet?

Antwoord
Egypte behoort voor wat betreft de Nederlandse ontwikkelingsrelatie tot de groep ‘categorie 3-landen’. Dit betekent dat de relatie met Egypte zal worden verbreed en het zwaartepunt zal liggen bij terreinen aanpalend aan ontwikkelingssamenwerking, waaronder economische en politieke betrekkingen. In dit kader, maar ook in het kader van het EU Nabuurschapsbeleid zetten Nederland en de EU sterk in op een intensieve dialoog met de Egyptische regering; ondermeer over landbouw en visserij. De discussie over het ruimen van de varkens vormt hier onderdeel van. Wij zijn van mening dat de weg van dialoog en engagement constructief werkt. Met het dreigen met sancties zal de discussie verharden en zal Nederland zichzelf uiteindelijk buiten de discussie plaatsen.

Vraag 6
Kent u de antisemitische connectie die door Egyptische religieuze leiders gelegd wordt en bent u bereid daarvan krachtig afstand te nemen? Zo ja, op welke wijze? Zo nee, waarom niet?

Antwoord
Deze connectie is ons bekend en wij verwerpen deze ten zeerste. De Egyptische onderminister van Religieuze Zaken heeft de uitlatingen van de Egyptische moslimleider Othman in krachtige bewoordingen afgekeurd en heeft een onderzoek naar de uitlatingen ingesteld.

1: Trouw, 18 mei 2009