Beantwoording vragen van het lid Van Bommel over het dwarsbomen van een consumentencampagne door de Israëlische ambassade in Den Haag

Graag bied ik u hierbij, mede namens de Staatssecretaris van Economische Zaken, de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Van Bommel over het dwarsbomen van een consumentencampagne door de Israëlische ambassade in Den Haag. Deze vragen werden ingezonden op 14 april 2009 met kenmerk 2009Z06970.

De Minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen

Antwoorden van de heer Verhagen, Minister van Buitenlandse Zaken, mede namens de heer Heemskerk, Staatssecretaris van Economische Zaken, op vragen van het lid Van Bommel (SP) over het dwarsbomen van een consumentencampagne door de Israëlische ambassade in Den Haag.

Vraag 1
Hebt u kennisgenomen van de verklaring van de consumentenorganisatie PEACE dat de Israëlische ambassade in Den Haag uitgeverij Wegener onder druk zou hebben gezet om te bewerkstelligen dat een folder van PEACE niet huis aan huis zou worden verspreid? 1) Kunt u bevestigen dat de Israëlische ambassade deze druk daadwerkelijk heeft uitgeoefend op Wegener? Indien nee, wat zijn dan naar uw indruk de feiten?

Antwoord
Ja, wij hebben kennisgenomen van de verklaring van PEACE. Uit navraag bij Wegener en de Israëlische ambassade is niet gebleken van enige druk op Wegener door de Israëlische ambassade.

Vraag 2
Deelt u de opvatting dat, indien de feiten kloppen, dit een ongewenste inmenging is van de Israëlische ambassade in binnenlandse aangelegenheden, omdat de campagne valt binnen de vrijheid van meningsuiting? Zo ja, bent u bereid dit de ambassadeur te kennen te geven? Indien nee, waarom niet?

Antwoord
Gebleken is dat de feiten, zoals door PEACE in het persbericht gesteld, niet kloppen. Er is geen sprake van ‘ongewenste inmenging van de Israëlische ambassade in binnenlandse aangelegenheden’. Derhalve zien wij geen enkele reden deze kwestie op te nemen met de Israëlische ambassadeur in Den Haag in de zin die de vraag suggereert.

Vraag 3
Herinnert u zich uw antwoord op Kamervragen 2) waarin u stelt dat “de Voedsel en Warenautoriteiten (…) tot op heden geen signalen ontvangen dat consumenten problemen ondervinden of misleid worden door “Made in Israël etiketten“? Beschouwt u deze consumentencampagne het signaal om de Voedsel en Waren Autoriteit en de douane attent te maken op naleving van de Warenwet en relevante Europese verordeningen? Indien nee, waarom niet? Zo ja, op welke wijze gaat u dat uitvoeren?

Antwoord
Ja, wij herinneren ons het antwoord. Toezicht op naleving van Europese verplichtingen inzake oorsprongsaanduidingen op producten is een van de taken van de Voedsel- en Waren Autoriteit en Douane. Zoals wij u eerder informeerden kunnen consumenten bij de Voedsel- en Waren Autoriteit terecht voor klachten over specifieke producten. Indien daartoe aanleiding bestaat zal nader onderzoek worden verricht.