Beantwoording vragen van het lid Van der Staaij over cocateelt en- productie in Colombia

Graag bied ik u hierbij, mede namens de ministers van Justitie en Volksgezondheid, Welzijn en Sport, de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Van der Staaij over cocateelt en –productie in Colombia. Deze vragen werden ingezonden op 9 december 2008 met kenmerk 2080907400.

De Minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen

Antwoorden van de heer Verhagen, minister van Buitenlandse Zaken, mede namens de ministers Hirsch Ballin van Justitie en Klink van Volksgezondheid, Welzijn en Sport op vragen van het lid Van der Staaij (SGP) over Cocateelt en -productie in Colombia.

Vraag 1
Deelt u de mening dat het door het ministerie van Buitenlandse Zaken gesteunde project “Gedeelde verantwoordelijkheid” een waardevolle eerste stap is gebleken om meer bewustwording te krijgen over de enorme ecologische schade van cocateelt en -productie?

Antwoord
Ja, ik deel deze mening. Een reizende fototentoonstelling als deze is een uitstekend instrument om een boodschap over te brengen. Volgens de Gemeente Den Haag hebben zo’n 5.500 mensen de Colombiaanse tentoonstelling ‘’Gedeelde verantwoordelijkheid’’ in het atrium van het gemeentehuis bekeken. De Colombiaanse ambassade in Den Haag onderzoekt nu of middelbare scholen in Nederland belangstelling hebben de tentoonstelling tijdelijk te plaatsen.

Vraag 2
Deelt u de analyse dat de cocaïneproductie een onvoorstelbaar grote schade heeft toegebracht aan het tropisch regenwoud, met alle gevolgen van dien voor onder andere het klimaat?

Antwoord
Ja, ik deel ook deze mening. De Colombiaanse vice-president heeft in een presentatie in het gemeentehuis van Den Haag laten zien dat een gebied zo groot als de helft van Nederland inmiddels onherstelbaar is vernield als gevolg van de cocateelt en -productie in zijn land. Voor iedere gram cocaïne die op de markt wordt gebracht verdwijnt vier vierkante meter tropisch regenwoud. Dit heeft verregaande gevolgen. Niet alleen voor het milieu en klimaat in Colombia (na Brazilië het meest biodiverse land in de wereld), maar ook voor die daarbuiten.

Vraag 3
Bent u bereid te bevorderen, dat ook deze bij veel mensen onbekende negatieve gevolgen van cocaïneproductie, via bijvoorbeeld het onderwijs of in publiekscampagnes, meer onder de aandacht worden gebracht, om zodoende ook bij te dragen aan preventie van het gebruik van deze drugs? Zo ja, hoe wilt u daaraan concreet vorm gaan geven?

Antwoord
De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) staat positief tegenover initiatieven die de negatieve gevolgen van de cocaïneproductie voor het voetlicht brengen. Het is bekend dat de afgelopen jaren op dit vlak enkele kleinschalige initiatieven zijn ondernomen. De minister van VWS zal onderzoeken of het zinvol en mogelijk is om in de door hem gefinancierde preventieprojecten aandacht te besteden aan dit thema.

Vraag 4
Welke mogelijkheden ziet u om in samenwerking met onder meer Colombia de strijd tegen de productie en consumptie van cocaïne te versterken?

Antwoord
Nederland doet op dit gebied reeds zeer veel.

De illegale cocateelt in Colombia bemoeilijkt de oplossing van het interne conflict en daarmee de voortgang op het gebied van vredesopbouw en mensenrechten. De Nederlandse assistentie aan Colombia als partnerland richt zich vooral op deze aspecten, met daarnaast nog aandacht voor goed bestuur, humanitaire hulp en milieu. Met name in de Colombiaanse context kunnen al deze thema’s niet los van elkaar worden gezien. De totale begroting voor het bilaterale OS-programma in Colombia bedraagt € 18 miljoen.

Een belangrijke component van het milieuprogramma is de versterking van het lokale bestuur in rurale gebieden die te kampen hebben met gewapende groeperingen, verbouw van coca en de illegale extractie van delfstoffen. Nederland verleent assistentie aan de plattelandsbevolking in coca-gebieden onder meer gericht op alternatieven voor de coca-teelt.

Daarnaast werkt Nederland waar mogelijk in de bestrijding van drugssmokkel op operationeel gebied samen met Colombia. Betrokken diensten zijn onder andere de Nationale Recherche, de Kon. Marechaussee, het Recherchesamenwerkingsteam (RST) op de Nederlandse Antillen en Aruba, de Kustwacht voor de Nederlandse Antillen en Aruba en de politiekorpsen van de Nederlandse Antillen en Aruba.