Grensoverschrijdende samenwerking

Euregionale manifestatie voor ondernemers en overheden Vrijdag 24 augustus 2007 in Varsselder (Gelderland)

Heel veel dank om vandaag hier aanwezig te mogen zijn hier in het mooie Varsselder bij deze Euregionale Manifestatie voor ondernemers en overheden. Varsselder is vanavond echt een ‘place to be’. Want behalve deze manifestatie is het grootse muziekfestival Huntenpop natuurlijk niet te missen hier. Fantastisch, al die regionale bands en met een bezoekersrecord van bijna tienduizend bezoekers uit Nederland én Duitsland, zo heb ik begrepen. Vanavond aan euregionale eenheid hier dus geen gebrek.

Dit is al weer de tweede Euregionale manifestatie. Vorig jaar was het een daverend succes en als ik vanavond de sfeer hier zo proef, dan komt dat ook met déze manifestatie helemaal goed. Er wordt volop genetwerkt en ik ben ervan overtuigd dat er vanavond ook goede zaken worden gedaan. Er worden ervaringen uitgewisseld en informatie gedeeld. Ik wil de Nederlands-Duitse businessclubs Huntenkringen en Kleve, die het initiatief hebben genomen voor deze manifestatie een compliment maken. Zoveel ondernemers en vertegenwoordigers van de provincies en gemeenten uit Nederland en Duitsland die bij elkaar zijn gekomen. Omdat ze letterlijk elke dag meemaken dat het leven niet stopt bij de grens.

U woont en werkt in een grensregio. Ik weet zelf vanuit Limburg- waar ik vandaan kom - een beetje hoe dat is. Voor uw dagelijks bestaan is het nodig om over die grens heen te kijken. Of het nu gaat om uw bedrijf, de school van uw kind, om de arbeidsmarkt, om verkeers-en vervoersproblemen, om toerisme of om uw afvalverwerking: u hebt elkaar nodig en u ziet nut en noodzaak van samenwerking over de grens. Want je hebt gemeenschappelijke belangen en problemen als je zo dicht bij elkaar leeft en je kunt maar beter voordeel van elkaar hebben.

De Achterhoek ligt wat dat betreft heel strategisch tussen de twee EUregio’s: Enschede-Gronau en Rijn-Waal.

Het resultaat: Nederlandse en Duitse bedrijven bundelen hier hun krachten op het gebied van innovatie en strategische kennis en stáan er op de internationale markt. De steeds groeiende economische potentie van de Achterhoek is natuurlijk iets om trots op te zijn. De brugfunctie die de regio vervult tussen de Randstad en Duitsland maakt dat het voor ondernemers hier een prima plek is. U hebt grote voordelen van elkaar.

Overheden wisselen geografische gegevens uit. Deze gegevens leveren aan beide zijden van de grens belangrijke informatie op voor de ruimtelijke ordening en verkeersplanning, voor de rampenbestrijding en voor toerisme.

Nederlandse en Duitse ziekenhuizen zoals het Radboudziekenhuis in Nijmegen en het Wilhelm Anton hospitaal in Goch zorgen door sámen te werken voor een betere gezondheidszorg in de regio.

En niet te vergeten de Nederlands-Duitse politiesamenwerking. In Dinxperlo. Concreter kan internationale samenwerking bijna niet zijn. Een win-win situatie, zo’n samenwerking. Want criminiliteit stopt niet bij de grens, dat weet u als geen ander.

Den Haag en Europa zien potentie in die Euregionale samenwerking. De EU-bijdrage voor de periode 2007-2013 voor het programma Nederland-Duitsland bedraagt € 138,7 mln. De totale omvang van het programma bedraagt meer dan € 277 mln. Het gaat om projecten op het gebied van economische, ruimtelijke en sociaal-culturele ontwikkeling. De nadruk zal de komende periode liggen op innovatie en ondernemerschap. Zodat deze regio zich nog beter kan manifesteren als een concurrerende Europese topregio.

Overheden, maatschappelijke organisaties, kennisinstellingen en het bedrijfsleven die in het programmagebied liggen komen daarbij in aanmerking voor subsidie. De eis is wel dat er altijd een partner van de andere kant van de grens mee moet doen. Maar dat is na vanavond natuurlijk geen probleem meer.

Deze manifestatie, waar u als bewoners van een grensregio te gast bent, laat eigenlijk heel goed zien dat internationale samenwerking voor u geen-ver-mijn-bed-show is maar dagelijkse praktijk.

Overheden werken dus nauw samen, en ook het bedrijfsleven. Zo zie ik het graag: grensoverschrijdende samenwerking vanuit de gedachte dat die samenwerking het leven béter maakt.

Daarom vind ik het als minister van Buitenlandse Zaken ontzettend belangrijk om niet alleen in Brussel en in andere landen aan het werk te zijn maar ook in ons eigen land. Ik hoor graag van mensen hoe het buitenlands beleid hen raakt en wat ik als minister voor hen kan betekenen. Want ik wil graag een buitenlands beleid voeren dat in het belang is van Nederland en van de Nederlandse burgers. Daarom ben ik hier vanavond.

Want de praktijk leert dat grensoverschrijdende samenwerking behalve lusten ook lasten kent. Hoewel de Europese binnengrenzen langzaam vervagen, zitten bestuurlijke, juridische, financiële en fiscale grenzen soms nog behoorlijk in de weg. Verschillen in regelgeving tussen de lidstaten belemmeren het vrije verkeer van goederen, diensten, kapitaal en werknemers binnen de EU. Met alle gevolgen van dien. U loopt hier in uw euregio ook tegenaan.

Bijvoorbeeld dat je als loodgieter heel omslachtige procedures moet doorlopen voordat je aan de slag kunt aan de andere kant van de grens. Of dat je als ondernemer tegen een muur van bureaucratie opbotst als je drie kilometer verderop over de grens een opdracht aanneemt. Of taalproblemen. Of fiscale en juridische obstakels. Ik heb me laten vertellen dat het hier meer dan eens is voorkomt dat een in Nederland gevestigd bedrijf door de Duitse fiscus werd aangemerkt als een in Duitsland gevestigde instelling - met dubbele belastingheffingen als gevolg.

Nationale overheden staan vaak nog veel te veel met de rug naar elkaar toe. Dat kunnen allemaal net te grote barrières zijn om de mogelijkheden van de grensregio’s daadwerkelijk te gebruiken. Dan hebben we het over gemiste kansen. Terwijl we juist kansen moeten pakken!

Ik pleit daarbij voor een praktische benadering van onderop. Laten lokale en provinciale bestuurders en ondernemers zoals u, op grond van ervaringen uit de praktijk, aangeven waar zich problemen voordoen. U kunt als ervaringsdeskundigen het beste beoordelen waar de knelpunten liggen. Dan is er een concrete aanleiding om, waar nodig, te komen tot gesprekken met de buurlanden of eenzijdige aanpassingen op rijksnivaeu. Per geval kan dan worden bekeken of integrale herziening nodig is van de Nederlandse of Duitse regels, of dat kan worden volstaan met wederzijdse erkenning van elkaars voorschriften, zoals in EU-verband al vaak gebeurt.

Kansen pakken betekent dus samenwerken met elkaar, als grensregio’s en als Europese lidstaten. Want in een geglobaliseerde wereld zijn wij voor onze economische groei, voor onze banen, voor ons milieu en onze veiligheid van elkaar afhankelijk. Dat hoef ik in een regio als deze niet uit te leggen. Maar er zijn nog steeds veel mensen- en politieke partijen- die daar anders over denken, dat hebben we bij de laatste verkiezingen wel kunnen zien. Zij denken meer zekerheid te krijgen als je je achter de dijken verschuilt. Maar het tegendeel is waar.

Want de wereld draait wel door. We moeten zorgen dat we erbij blijven. De economische concurrentie van andere landen en continenten is keihard. Criminaliteit, terrorisme, het milieu: daar hebben we gewoon mee te maken. Europese samenwerking is geen luxe, maar is noodzaak. Nederland wil dus verder met Europa.

Daarom ben ik ook heel blij met het nieuwe Verdrag waarover we als Europese collega’s in juni in Brussel overeenstemming hebben bereikt. Want met dat Verdrag in de hand kunnen we de uitdagingen van de globalisering aan.

Het nieuwe Verdrag zal Europa besluitvaardiger maken op die terreinen waar ze besluitvaardig moet zijn, namelijk bij problemen die ons allemáal aangaan.

De taakverdeling tussen Brussel en de lidstaten zal veel duidelijker worden, zodat Europa zich niet meer bemoeit met zaken die de Lidstaten prima zelf kunnen regelen.

En door het nieuwe verdrag zullen de nationale parlementen meer invloed krijgen, Nederland heeft daar met succes haar best voor gedaan in Brussel. De parlementen en de mensen die zij vertegenwoordigen krijgen een grotere rol bij de Europese besluitvorming.

Dat is ook goed nieuws voor de regio’s. In de toekomst kunt u, via het nationale parlement, aan de bel trekken als voorgestelde Europese wetgeving negatief dreigt uit te pakken voor deze regio. Worden uw bezwaren door voldoende nationale parlementen in Europa gedeeld, dan is Brussel verplicht deze wetgeving op nieuw te bekijken. Op deze manier kunt u Brussel bij de les houden, een mogelijkheid waarvan ik u zou willen aanmoedigen gebruik te maken. De lobby bij het parlement wordt dus nog belangrijker! De kamerleden zitten er voor u dus maak er gebruik van!

Nog even voor alle duidelijkheid: we krijgen dus geen Europese grondwet. Heel veel mensen zagen dat niet zitten. Het Verdrag dat er nu komt, zal er qua naam, omvang en inhoud anders uitzien dan de grondwet die in 2005 door de Nederlandse bevolking werd verworpen.

En de lidstaten blijven zelf verantwoordelijk voor hun publieke voorzieningen. Dat betekent dat wij op terreinen als onze hypotheekrenteaftrek, onze pensioenen, onze gezondheidszorg en volkshuisvesting in Nederland zelf blijven bepalen hoe wij de zaken regelen.

Dit nieuwe verdrag is goed voor Nederland èn voor de Nederlandse burgers.

Ik geloof in een Europese Unie die zich richt op de grensoverschrijdende vraagstukken waar zij een meerwaarde heeft. Het nieuwe Verdrag kan zo’n Europese Unie bieden. En ik geloof in Europese samenwerking die door burgers gedragen wordt. Als dat ergens het geval is, dan is het wel hier in deze euregio. Hier leeft Europa en voelen burgers zich betrokken bij Europa omdat zij het belang ervan inzien. En alleen op die manier blijft er draagvlak voor de Europese gedachte. De initiatieven in uw euregio inspireren mij als minister om verder te werken aan een beter Europa.

Ik ben ervan overtuigd dat u vandaag veel nieuwe en vruchtbare contacten hebt kunnen leggen en wens u veel succes toe in uw toekomstige samenwerking.