Kamerbrief inzake beantwoording vragen over de vermeende Amerikaanse helikopteraanval in Somalië

Graag bieden wij u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Irrgang over de vermeende Amerikaanse helikopteraanval in Somalië. Deze vragen werden ingezonden op 24 september 2009 met kenmerk 2009Z17172.


De minister van Buitenlandse Zaken,

Drs. M.J.M. Verhagen

De minister voor Ontwikkelingssamenwerking,

Drs. A.G. Koenders

De minister van Defensie,

E. van Middelkoop

Antwoorden van de heer Verhagen, Minister van Buitenlandse Zaken, de heer Middelkoop, Minister van Defensie en de heer Koenders, Minister voor Ontwikkelingssamenwerking op vragen van het lid Irrgang (SP) over de vermeende Amerikaanse helikopteraanval in Somalië.

Vraag 1

Wat is uw reactie op het bericht “Somalië vreest wraakacties na aanval door helikopters VS”? 1)

Antwoord

Wij hebben kennis genomen van het bericht en de Amerikaanse autoriteiten om nadere inlichtingen gevraagd.

Vraag 2

Kunt u bevestigen dan wel ontkennen dat het inderdaad om een aanval van Amerikaanse helikopters ging?

Vraag 3

Bent u van mening dat met deze buitenlandse aanval sprake is van schending van het internationaal recht en/of het oorlogsrecht? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat is uw oordeel hierover?

Antwoord

Details omtrent de aanval ontbreken. Desgevraagd bevestigen noch ontkennen de Amerikaanse autoriteiten enige betrokkenheid.

Vraag 4

Deelt u de mening - mede gezien de gevolgen van buitenlandse aanvallen in het verleden - dat deze militaire actie de toegang en mogelijkheden van hulporganisaties in Somalië verder zal verslechteren? Vindt u dit wenselijk?

Vraag 5

Deelt u de mening - mede gezien de gevolgen van buitenlandse aanvallen in het verleden - dat deze militaire actie de humanitaire crisis in Somalië nog verder zal verslechteren en politieke stabiliteit niet dichterbij zal brengen? Vindt u dit wenselijk?

Antwoord

Zie het antwoord op vraag 2 en 3. In algemene zin kan echter gesteld worden dat militaire activiteit zowel positieve als negatieve invloed kan hebben op de toegang en mogelijkheden van hulporganisaties en op de politieke stabiliteit in een land.