Kamerbrief inzake beantwoording vragen van de leden Ten broeke en De Krom over het werkbezoek van de burgemeester van Rotterdam aan Marokko

Graag bied ik u hierbij, mede namens de de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door de leden Ten Broeke en De Krom over over het werkbezoek van de burgemeester van Rotterdam aan Marokko. Deze vragen werden ingezonden op 3 juli 2009 met kenmerk 2009Z13497.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Drs. M.J.M Verhagen

Antwoorden van de heer Verhagen, Minister van Buitenlandse Zaken op vragen van de leden Ten Broeke en De Krom (VVD) over het werkbezoek van de burgemeester van Rotterdam aan Marokko.

Vraag 1

Kent u het bericht “Verhagen woedend over Marokko-reis Aboutaleb”? 1)

Antwoord

Ja

Vraag 2
Is dit bericht waar? Kunt u precies aangeven waarom de regering dit bezoek “ongepast en onverstandig” vindt? Waaruit heeft u afgeleid dat de burgermeester van Rotterdam de suggestie heeft gewekt dat een ontmoeting met de Marokkaanse minister niet zou plaatsvinden? Wat heeft de regering de burgemeester omtrent zo’n ontmoeting geadviseerd en waarom? Is dat gebruikelijk? Hoe beoordeelt u het feit dat uw oud-collega uw dringende advies naast zich heeft neergelegd?

Antwoord

De strekking van het bericht klopt, voor zover het om geciteerde uitlatingen van de minister van Buitenlandse Zaken gaat. Het Kabinet acht het bezoek ongepast en onverstandig, omdat tijdens het bezoek zaken aan de orde zijn gekomen die behoren tot de competentie van het Rijk. Kwesties als dubbele nationaliteit en namenlijsten werden tijdens het bezoek van de minister van Justitie van 25 tot en met 28 mei aan de orde gesteld en eerder tijdens het bezoek van de minister van Buitenlandse Zaken op 23 en 24 november 2008.

In mijn brief van 7 juni 2009 aan de burgemeester van Rotterdam heb ik geschreven dat de voorgenomen besprekingen van de burgemeester over een aantal politieke problemen op het bilaterale vlak met mijn ambtgenoot Fassi Fihri en de minister van Religieuze Zaken Toufiq niet aangewezen zijn. Het voeren van dergelijk overleg behoort tot de taken van de rijksoverheid en niet van burgemeesters. Hierbij is gewezen op de inhoud van de gesprekken die tijdens het bezoek van de minister van Justitie en het bezoek van de minister van Buitenlandse Zaken aan Marokko zijn gevoerd.

In de brief van de burgemeester van Rotterdam van 9 juni 2009 spreekt deze uitsluitend over de Marokkaanse minister van Religieuze Zaken en stelt hij dat het zou gaan om een beleefdheidsbezoek. Het zou niet om een officieel bezoek gaan en aangelegenheden van de rijksoverheid stonden niet op de agenda. Het persbericht, dat de gemeente Rotterdam naar aanleiding van het bezoek heeft doen uitgaan, was in tegenspraak met de toezeggingen dat geen inhoudelijke zaken aan de orde zouden komen. Zoals de burgemeester van Rotterdam in zijn brief aan de raad d.d.2 juli 2009 meedeelde, heeft hij de gevoelens die bestaan in de Rotterdamse gemeenteraad over zaken als namenlijsten onder de aandacht gebracht.

Het kan gebruikelijk zijn dat vertegenwoordigers van provincies en gemeenten tijdens bezoeken aan het buitenland beleefdheidsbezoeken afleggen. Het is echter ongebruikelijk dat tijdens dergelijke bezoeken in wordt gegaan op competenties die bij het Rijk liggen, zoals familierecht en dubbele nationaliteit en namenlijsten.

Vraag 3
Bent u bereid de briefwisseling tussen de minister van Buitenlandse Zaken en de burgemeester van Rotterdam te overleggen aan de Kamer? Zo nee, waarom niet?

Antwoord

Ja, deze treft u in de bijlage aan.

Vraag 4
In hoeverre zijn Nederlandse ambtsdragers vrij buitenlandse ambtsdragers te bezoeken? Zijn er instructies of richtlijnen die van regeringswege aan Nederlandse ambtsdragers worden meegegeven waar wel of niet over mag worden gesproken? Maakt het daarbij uit of er sprake is van een “officieel” of een “beleefdheidsbezoek”? Kunt u dat toelichten?

Antwoord

In principe zijn Nederlandse ambtsdragers vrij buitenlandse ambtsdragers te bezoeken en het maakt daarbij niet uit op welk niveau dit geschiedt, mits de randvoorwaarden inzake competenties in acht worden genomen. De burgemeester van Rotterdam bracht een werkbezoek aan Marokko. Het is protocollair niet mogelijk dat hij een officieel bezoek bracht aan de ministers, aangezien hij zelf burgemeester is en geen minister.

Vraag 5
Kunt u aangeven welke successen de Nederlandse regering recentelijk heeft geboekt op het gebied van het Marokkaanse familierecht, het afschaffen van de namenlijsten en de dubbele nationaliteit?

Antwoord

Het Marokkaans familierecht, de zogenaamde namenlijsten en dubbele nationaliteit, zijn zaken waarvoor de Marokkaanse overheid de verantwoordelijkheid draagt en niet de Nederlandse. Namens de Nederlandse regering is de zienswijze op het Marokkaanse beleid tijdens het bezoek van de minister van Buitenlandse Zaken aan de orde gesteld, zowel tijdens zijn bezoek in november 2008 als daarvoor. Hiervoor verwijs ik u naar Kamerstuk 31 700 V nr. 68. Ook tijdens het bezoek van de minister van Justitie eind mei jl. werd de Nederlandse zienswijze op het Marokkaanse beleid duidelijk gemaakt.

Vraag 6
Kunt u nagaan wat de burgemeester precies met wie heeft besproken en in hoeverre dit wel of niet in strijd is met standpunten van de regering?

Antwoord

Uit de brief van burgemeester Aboutaleb aan de gemeenteraad blijkt dat het hier ging om een werkbezoek aan Marokko, waarbij het zwaartepunt zou liggen op het versterken van de relatie met Casablanca en het aanhalen van de economische banden met Marokko. Een en ander is gebaseerd op het door het college vastgestelde Programma Internationale en Europese Activiteiten (PIEA), waarin o.a. Marokko is benoemd als speciale partner van Rotterdam. Uit de brief van de burgemeester van Rotterdam blijkt verder dat hij tijdens zijn werkbezoek ontmoetingen heeft gehad met de gouverneur, de burgemeester en de korpschef van Casablanca. Verder heeft hij gesproken met de top van het Marokkaanse en Nederlandse bedrijfsleven in Marokko.

De regering heeft over de gesprekken van de burgemeester van Rotterdam geen terugkoppeling van hem ontvangen. Wel is hierover informatie te vinden in het persbericht van 1 juli 2009 en de brief aan de gemeenteraad van 2 juli 2009.

Vraag 7
Is het u bekend of deze of andere Nederlandse burgemeesters van plan zijn naar Marokko te reizen en daar het Nederlands standpunt – wat dat dan ook moge zijn – overbrengen?

Antwoord

Nee

Vraag 8
Wordt de burgemeester van Rotterdam vanwege zijn bezoek aan Marokko door u nog “op het matje geroepen?” Kunt u toelichten wat de boodschap van de regering dan zal zijn?

Antwoord

Dit punt wordt in zijn algemeenheid met het Nederlands Genootschap van Burgemeesters besproken: uitgangspunt is dat burgemeesters geen uitspraken dienen te doen (in het buitenland) over beleid van de ministers.

1) Algemeen Dagblad, 2 juli 2009