Kamerbrief inzake beantwoording vragen van het lid Van Toorenburg over Marokkanen zijn expats in Nederland

Graag bied ik u hierbij, mede namens de minister voor Wonen, Wijken en Integratie, de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Van Toorenburg over Marokkanen zijn expats in Nederland. Deze vragen werden ingezonden op 1 december 2008 met kenmerk 2008Z08115.

De Minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen

Antwoorden van de heer Verhagen, Minister van Buitenlandse Zaken op vragen van het lid Van Toorenburg (CDA) over Marokkanen zijn expats in Nederland.

Vragen van het lid Van Toorenburg (CDA) aan de ministers van Buitenlandse Zaken en voor Wonen, Wijken en Integratie over het bericht ‘Marokkanen zijn ‘expats’ in Nederland’. (Ingezonden 1 december 2008)

Vraag 1
Bent u bekend met het bericht ‘Marokkanen zijn ‘expats’ in Nederland’? 1)

Antwoord
Ja.

Vraag 2
Heeft u in uw gesprek met de Marokkaanse minister gesproken over de status van de Marokkaanse Nederlanders in Nederland met betrekking tot doel, motivatie en duur van hun verblijf in Nederland? Zo ja, heeft u overgebracht dat Marokkaanse Nederlanders gekozen hebben voor een bestaan in Nederland en niet in Marokko?

Antwoord
Zoals ik uw kamer reeds schreef in mijn brief van 4 december jl inzake het verslag van mijn bezoek aan Marokko en Algerije, heb ik bij mijn Marokkaanse ambtgenoot de integratie van Nederlanders van Marokkaanse oorsprong in Nederland, van wie het merendeel gekozen heeft voor een bestaan in Nederland, aan de orde gesteld. Ik heb aandacht gevraagd voor de Nederlandse zorgen over contacten van de Marokkaanse overheid met Nederlanders van Marokkaanse afkomst. Mijn Marokkaanse ambtgenoot heeft mij verzekerd dat Marokko instemt met het door Nederland gestelde kader voor dergelijke contacten, namelijk dat deze open en transparant plaatsvinden op basis van vrijwilligheid en de integratie niet zullen belemmeren.

Vraag 3
Kunt u aangeven of u en uw Marokkaanse collega’s de term ‘expat’, die de Hoge Raad voor Migranten gebruikt, onderschrijven, met de wetenschap dat deze term impliceert dat het verblijf van Marokkanen in Nederland per definitie van tijdelijke aard is en dat men dus altijd gericht moet blijven op terugkeer?

Vraag 4
Gaat deze term van het adviesorgaan niet voorbij aan de individuele keuze die veel Marokkaanse Nederlanders hebben gemaakt om hier in Nederland een leven op te bouwen?

Antwoord
Mijn Marokkaanse collega heeft tijdens ons gesprek de term Marokkaanse gemeenschap in het buitenland en de term Nederlanders van Marokkaanse afkomst gehanteerd en heeft mij verzekerd dat Marokko de integratie van hen in Nederland wil bevorderen. De Hoge Raad voor Migranten gebruikt de term ‘Marocain résident à l’étranger’ of ‘expatriate’ en doelt daarmee op het feit dat voor Marokko Marokkanen altijd de Marokkaanse nationaliteit blijven houden, ook al wonen zij in het buitenland en hebben zij eveneens een andere nationaliteit. Het impliceert niet dat het verblijf van Marokkanen in Nederland noodzakelijkerwijs van tijdelijke aard is en dat zij dus gericht moet blijven op terugkeer. Ik heb in mijn gesprek met mijn Marokkaanse collega gesteld dat ik vooralsnog een dergelijke Raad kan aanvaarden, mits openheid wordt betracht over activiteiten en doelstellingen van deze Raad. Er zal nauwlettend op worden toegezien dat de activiteiten van deze Raad stroken met het Nederlandse integratiebeleid en de Nederlandse wetgeving.

Toelichting: Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen ter zake van de leden Fritsma en Wilders (beiden PVV), ingezonden 28 november 2008 (vraagnummer 2008Z08002 / 2080906540)